© DNO
Amsterdam, 13 januari 2017
Lenneke Ruiten uitmuntend in gênante DNO ‘Die Entführung aus dem Serail’
MUZIKAAL
1. Is men trouw aan de muziek of zijn er veranderingen? ****
– Het programmeringsbeleid van De Nationale Opera (DNO) blijft keer op keer verbazen. De DNO-productie van ‘Die Entführung aus dem Serail’ (Wenen, 1782) van W.A. Mozart (1756 – 1791) werd in 2008 unaniem verguisd en de regisseur werd destijds door het publiek op een oorverdovend boegeroep getrakteerd en nota bene deze productie wordt nu door DNO hernomen! De uitvoering volgt de Weense versie en plaatst de aria van Belmonte “Wenn der Freude Tränen fließen” voor het finale kwartet van de tweede akte.
2. Zijn de zangers rollendekkend? ***
– De Nederlandse sopraan Lenneke Ruiten mag – 15 jaren na het winnen van vijf prijzen op het IVC – nu eindelijk bij DNO grote rollen zingen. Zij is uitmuntend in de veeleisende rol van Konstanze. Elke noot is op zijn plaats zoals het in deze partij moet zijn. Haar vertolking van “Ach, ich liebte” is subliem en het “Traurigkeit” is waarlijk aangrijpend. De rest van de bezetting is echter niet om over naar huis te schrijven. De Amerikaanse tenor Paul Appleby als Belmonte ademt – zeer afwijkend – twee keer in “Bringe mich ans Ziel” en hij is niet opgewassen tegen de vocale uitdagingen van “Ich baue ganz auf deine Stärke”. Voor de partij van Blonde is de niet-gedisponeerde sopraan Siobhan Stagg uit Australië gehaald. Haar hoge E in “Durch Zärtlichkeit” mislukte jammerlijk. De Britse bas Peter Rose is geen Schwarze bas en kan zich als Osmin niet meten met de oudgediende Oostenrijkse mega buffobas van Kurt Rydl in 2008. De Amerikaanse tenor David Portillo als Pedrillo is zowaar de beste van het buitenlandse kwartet. De Belgische acteur Steven Van Watermeulen heeft in de afgelopen negen jaren zijn “ich”- en “ach”-Laute nog niet weten te verbeteren.
3. Is de dirigent betrokken bij het podium? ****
– De Franse dirigent Jérémie Rhorer speelde ‘Die Entführung aus dem Serail’ in 2015 in het Théâtre des Champs-Élysées – met David Portillo als Pedrillo – en deze uitvoering is door het CD-label Alpha Classics uitgebracht. Uit het Nederlands Kamerorkest tovert hij fraaie kleuren, spanning en dynamische schakeringen en hij ademt met de zangers mee.
4. Vormen de (koor- en) orkestleden onderling en samen een eenheid? ****
– Het Nederlands Kamerorkest swingt op de muziek van Mozart en van het Koor van DNO mochten deze keer alleen de jongere en slankere zangeressen meedoen.
DRAMATURGISCH
5. Wordt er een verhaal verteld? **
– DNO contracteerde in 2008 de theaterregisseur Johan Simons (Heerjansdam, 1946) voor deze productie van ‘Die Entführung aus dem Serail’. Hij deed daarmee zijn tweede operaregie en toonde weinig geleerd te hebben van het debacle van zijn eerste operaproductie ‘Simon Boccanegra’ in Parijs, waar hij werd beloond met boegeroep. In ‘Die Entführung aus dem Serail’ lijdt Konstanze aan het Stockholm syndroom. Zij zit te vozen met haar gijzelnemer Bassa en zelfs wanneer zij in de finale terug is bij haar verloofde Belmonte kan zij haar handen niet van haar kidnapper afhouden. Het is allemaal meer gênant dan echt diepgaand…
6. Komt de enscenering overeen met het libretto? **
– De ontroerende woorden van een Konstanze die verliefd is op haar gijzelnemer worden huichelachtig en het is uiteindelijk volkomen lachwekkend wanneer zij zingt over trouw aan haar verloofde en ondertussen vrijt met haar ontvoerder. In de finale probeert Simons maatschappelijk geëngageerd te zijn en komen asielzoekers op.
7. Hoe is de esthetiek en functionaliteit van de vormgeving? **
– Het decor is een fantasieloze combinatie van cardboard karton met een rauwe backstage achtergrond. Daarentegen is het decor overal vanuit de zaal goed te overzien en haalt Simons de zangers steeds prima naar het publiek.
8.Hoe is de integratie regie-muziek? **
– Simons is geen bijzonder muzikale regisseur. De hypocriete woorden van Konstanze passen niet bij haar muziek. Daarnaast probeert Simons scenisch invullingen aan de coloraturen van Konstanze te geven door Bassa haar op die melismatische momenten onzedelijk te laten betasten. Het is niet zozeer passend of doelmatig als wel absurd en ridicuul. Verder wordt Simons nerveus als er meer dan twee mensen tegelijk op het podium staan en met een koor weet hij al helemaal niet om te gaan (een typisch probleem van operabeginnelingen). Een ander muzikaal probleem wordt gecreëerd door de pauze in het midden van de tweede akte na “Martern aller Arten” te laten vallen. Mozart schreef het einde van de tweede akte niet na “Martern aller Arten”, maar na het fantastische kwartet en hij componeerde ‘Die Entführung aus dem Serail’ niet in twee, maar in drie akten. Gelukkig is er fors gesneden in de overmatige dialogen, die in 2008 nog de muzikale flow zo onderbraken.
ALGEMEEN
9. Is de productie artistiek innovatief? **
– Simons lijkt in deze ‘Die Entführung aus dem Serail’ de clichés met opzet te benadrukken. Cardboard karton met rauw backstage toneel zijn inmiddels zó gedateerd en asielzoekers in opera heeft men in het afgelopen jaar al zó vaak kunnen zien, dat het reeds achterhaald wordt. Het werkt op de lachspieren als een regisseur denkt vernieuwend en geëngageerd te zijn, terwijl het in feite zó clichématig is.
10. Is de productie onderscheidend of spraakmakend? **
– Deze productie van ‘Die Entführung aus dem Serail’ had door DNO nooit hernomen mogen worden.
11. Is er Nederlandse betrokkenheid bij de productie (zangers, regisseur, ontwerpers, dirigent)? ***
– Gelukkigerwijs mag Lenneke Ruiten zich later dit jaar revancheren als Konstanze in de prachtige enscenering van Giorgio Strehler in de Scala van Milaan. Verder dan haar bijdrage en die van Simons is er in deze DNO-productie geen Nederlandse betrokkenheid te ontdekken. Voor de rol van Blonde had men in Nederland zo zes betere sopranen kunnen vinden.
12. Hoe is het bezoekersaantal in verhouding tot de zaalcapaciteit? ****
– DNO zorgt er met goedkope kaarten altijd voor dat de premières uitverkocht zijn. Toch waren voor de première van ‘Die Entführung aus dem Serail’ veel plaatsen – mogelijk abonnementhouders, die deze productie niet opnieuw wensen te zien – leeg. Voor de andere voorstellingen in de uitvoeringsreeks zijn overigens nog genoeg kaarten te verkrijgen in bijna alle rangen. Het Amsterdamse publiek trakteerde Johan Simons in 2008 nog op een oorverdovend boegeroep, maar is inmiddels negen jaren later zo kritiekloos geworden dat het hem nu beloonde met applaus. Het is zoals het is!