***** ‘Pierrot Lunaire’ van de Weense componist Arnold Schoenberg (1874-1951) is een revolutionair werk. Schoenberg had met het melodrama voor het eerst in de geschiedenis een compositie geschreven, die geheel bestond uit Sprechgesang. Hij gebruikte 21 van de 50 gedichten uit de gelijknamige cyclus van de Belgische schrijver Albert Giraud in een Duitse vertaling van Otto Erich Hartleben. De compositie van Schoenberg bestaat uit drie delen van ieder zeven liederen, waarvan het eerste deel gaat over liefde, seks en religie, het tweede deel over geweld, misdaad en blasfemie en het derde over de terugkeer naar Bergamo achtervolgd door het verleden. De wereldpremière van ‘Pierrot Lunaire’ was op 16 oktober 1912 in de Choralion-Saal in Berlijn. De oudste opname ervan dateert uit 1940, waarop Erika Stiedry-Wagner voor Columbia Records het werk in New York reciteerde onder leiding van Schoenberg zelf. Stiedry-Wagner is op deze opname dramatisch opvallend gereserveerd en de toonhoogten zijn slechts bij benadering. Schoenberg zelf gaf in de loop van zijn leven overigens kwestieuze aanwijzingen over de uitvoeringsstijl van ‘Pierrot Lunaire’. Tegen Erika Stiedry-Wagner zei hij dat het absoluut fout was om de noten te zingen; in een brief aan Edwin Stein was hij echter teleurgesteld dat Erika Stiedry-Wagner nooit zuiver was; en Alma Mahler berichtte dat Schoenberg de vertolking van Marya Freund juist bekritiseerde als teveel gezongen. Ingrid Schmithüsen nam op 21 juni 2010 ‘Pierrot Lunaire’ op in Montréal en het is één van de beste uitvoeringen van het werk op CD. De Duitse sopraan is gericht op exacte uitvoering van de toonhoogten en ritmen en gebruikt daarbij een groot palet aan vocale kleuren met behulp van glisandi, vibrato en vlakke tonen. Interessant ook haar nadrukkelijke registerwisselingen. Haar dictie is virtuoos met gevarieerde medeklinkers, nu eens snel en aangeslagen, dan weer langzaam en aangehouden. En Schmithüsen treft de lichte, ironische, satirische toon uitstekend en biedt een echo van het Duitse cabaret. Het gelegenheidskwintet van fluit, klarinet, viool, cello en piano speelt in gevarieerde samenstelling met grote uitdrukkingskracht. Zou Schoenberg, als hij deze opname had gehoord, tevreden zijn geweest of zou hij Schmithüsen ook hebben bekritiseerd voor teveel zingen? Waarschijnlijk zal men nooit kunnen bepalen wat de juiste stijl voor ‘Pierrot Luniare’ is. De CD wordt aangevuld met de versie van ‘Pierrot Lunaire’ van de componist Max Kowalski (1882-1956), die Ingrid Schmithüsen op 24 januari 2014 opnam. Kowalski bracht zijn versie van ‘Pierrot Lunaire’ in hetzelfde jaar 1913 uit als Schoenberg. De compositie telt twaalf gedichten van Giraud, waarvan zes ook door Schoenberg waren gebruikt. Het zijn heerlijke liederen en meer nog dan Schoenberg benadrukt Kowalski de cabarettoon, de lichte en ironische kant van de gedichten. De Canadese pianiste Brigitte Poulin begeleidt voortreffelijk en sfeervol. Het CD-boekje bevat een klein essay van Schmithüsen zelf, biografieën en alle liedteksten. Voor fans van Schoenbergs ‘Pierrot Lunaire’: Luister ook naar de opnamen van Anja Silja, naar de Engelstalige opname van Cleo Laine en naar de twee vreemde audiofragmenten op YouTube van Björk in 1996 in Verbier!
Atma Classique AD2 2734 (1CD)
**** De Napolitaanse componist Ruggiero Leoncavallo (1857-1919) is het meest bekend vanwege zijn eerste opera ‘Pagliacci’. Acht jaren later beleefde op 10 november 1900 zijn vierde opera ‘Zazà’ zijn wereldpremière in de Scala van Milaan onder leiding van Arturo Toscanini. Leoncavallo had weer zelf het libretto voor ‘Zazà’ geschreven. Het verhaal gaat over de Franse Vaudeville zangeres Zazà en haar relatie en afscheid van haar geliefde Milio als zij ontdekt dat hij getrouwd is. ‘Zazà’ doet erg denken aan ‘Pagliacci’. Niet alleen qua verhaal van “theater in theater”, maar ook wat betreft de muziek hoor je Leoncavallo’s eersteling steeds weer voorbij komen. De partituur is vol kleurrijke details van de Franse Vaudeville uit de jaren die Leoncavallo in Parijs doorbracht.
Van twee zangers van de wereldpremière bestaan opnamen uit ‘Zazà’; de tenor Edoardo Garbin als Milio en de bariton Mario Sammarco als Cascart namen ieder twee indrukwekkende fragmenten uit de opera op. En wat betreft integrale opnamen zijn er drie belangrijke te noemen. Ten eerste de live-opname uit Napels 1950 met in de titelrol Mafalda Favero, voor wier vocale conditie Sonzogno de rol in 1947 had aangepast en de opera enorm had gecoupeerd. Ten tweede de radio-opname van de uitvoering in Turijn 1969 in dezelfde gemutileerde versie met Clara Petrella als Zazà. En ten derde de eerste integrale studio-opname van ‘Zazà’ uit 2000 in de versie van de wereldpremière uit 1900 met de Amerikaans-Nederlandse sopraan Lisa Houben in de titelrol.
Op 27 november 2015 was er een concertante opvoering van ‘Zazà’ in de Barbican Hall van Londen en rondom deze uitvoering werd een studio-opname van de opera gemaakt met dezelfde bezetting in de BBC Maida Vale Studios in Londen. Het is de eerste studio-opname van de herziene versie, die Leoncavallo enkele maanden voor zijn dood in 1919 maakte. De bezetting van de opname is goed, maar het zijn geen grote persoonlijkheden. De Albanese sopraan Ermonela Jaho portretteert de tragédienne Zazà prima met mooi lyrische stem. Maar ze gebruikt soms overmatig cupo, waardoor de dictie af en toe wollig en onverstaanbaar wordt. En onder je huid kruipt ze niet echt, zoals wel de weeldige en sensuele vertolking van Lisa Houben deed. De Italiaanse tenor Riccardo Massi is een vocaal aangename zakenman Milio en de Amerikaanse bariton Stephen Gaertner – hij sprong in voor Nicola Alaimo – is solide als Zazà’s ex-minnaar en zanger Cascart. De Ierse mezzo Patricia Bardon is een hilarische, vleselijke Anaide, Zazà’s alcoholische moeder. Het BBC Symphony Orchestra speelt onder leiding van de Italiaanse dirigent Maurizio Benini sfeervol en nauwkeurig. Benini weet een boeiend drama en echt verismo te verwezenlijken, meer dan Silvano Frontalini op de 2000 opname. Het CD-boekje bevat een niet diepgaand essay van Laura Protano-Biggs, die overigens Leoncavallo’s eersteling op pagina 17 onjuist ‘I Pagliacci’ noemt. In het libretto wordt bovendien nu eens Millo, dan weer Dufresne verwisselt. De uitgave is vanwege de primeur van Leoncavallo’s herziene versie op CD een goede aanvulling voor de discografie, met name dankzij de inzet van Benini.
Opera Rara ORC55 (2CDs)
**** De Oostenrijkse componist Franz Liszt (1811-1886) schreef zo’n zeventig liederen. Hiervan nam de Koreaans-Amerikaanse sopraan Hein Jung op in maart 2014 in de Sykes Chapel op de University van Tampa in Florida elf liederen op voor haar CD ‘Songs of Franz Liszt’. De gekozen liederen zijn veelal zwaar met gapende intervallen in de melodieën, dynamische contrasten en onverwachte modulaties. De meeste van hen vereisen vooral operazangers, die in staat zijn virtuoos te zingen, soms zacht in de hoogte en krachtig in de laagte. Hein Jung heeft een uitstekende stem voor de liederen. Een romige toon met een zilveren randje en een zekere en schijnbaar gemakkelijke hoogte. Twee driedelige liederencycli omgeven op deze CD zes losse liederen. De ‘Tre sonetti di Petrarca’ krijgen van Jung de volle lading: de frustratie in “Pace non trovo”, de dankbaarheid in “Benedetto sia’l giorno” en de hemelse elegantie van “I vidi in terra”. Luister daarna naar haar geweeklaag in “Enfant, si j’etais roi”, naar het bekende “Die Loreley” en naar het bekende, melodieuze “O lieb’, so lang du lieben kannst”, dat vol Jung roeping brengt. In de tweede liederencyclus ‘Drei Lieder aus Schillers ‘Wilhelm Tell’’ vragen de vissersknaap en de herder wellicht een iets onschuldigere vertolking dan Jung geeft. Soms lijdt de dictie van Jung onder het cupo, maar haar uitdrukkingskracht is enorm. Haar stem doet enigszins denken aan die van Lenneke Ruiten en ook Jung zou je graag meer in het belcantorepertoire willen horen. De Griekse pianist Grigorios Zamparas begeleidt helder en virtuoos en er is een goede balans tussen de stem en de piano. Opvallend genoeg overlaadt de pianobegeleiding van Liszt nergens de zangstem. De CD besluit met het enige Engelstalige lied van Liszt “Go not, happy day”. Het CD-boekje levert helaas geen teksten bij de liederen. Een inspirerende CD!
Centaur CRC 3386 (1CD)
**** ‘Cold Mountain’ is de eerste opera van de Amerikaanse componiste Jennifer Higdon. De tekst werd geschreven door Gene Scheer, die eerder libretti vervaardigde voor Jake Heggie (‘Moby Dick’, ‘Three Decembers’) en Tobias Picker (‘An American Tragedy’, ‘Therese Raquin’). Scheer baseerde zijn libretto op het gelijknamige boek van Charles Frazier uit 1997, dat al in 2003 als film werd uitgebracht met Jude Law, Nicole Kidman en Renée Zellweger. De opera beleefde zijn wereldpremière op 1 augustus 2015 bij de Santa Fe Opera. Het label Pentatone maakte tijdens deze wereldpremièrereeks opnamen en hiervan is nu een uitgave op CD verschenen. ‘Cold Mountain’ speelt zich af rond 1865 aan het einde van de Amerikaanse burgeroorlog en gaat over de gewonde legerdeserteur Inman. Zijn terugkeer naar zijn geliefde Ada in Cold Mountain wordt in verschillende tijdlagen beleefd. De orkestratie van Higdon is vaak origineel en bezit fraaie kleuren. De muziek is aangenaam, krachtig en levendig en Higdon biedt vuur en inhoud als het drama aanwakkert. Zij laat de teksten heel doorschijnend en de melodieën zijn aantrekkelijk. Maar op sommige momenten – zoals in het finaleduet van de eerste akte – blijft de muziek van Higdon onbestendig en zouden de klanken bij iedere andere personage kunnen horen en van elke andere componist geweest kunnen zijn. De bezetting van de wereldpremière was echter sterk en de zangers brengen de personages goed tot leven. De Amerikaanse bariton Nathan Gunn is vocaal expressief en dramatisch tijdens de emotionele en fysieke beproevingen van de deserteur Inman. De Amerikaanse mezzo Isabel Leonard zingt zijn geliefde Ada met weelderige klank en haar aria “I feel sorry for you” voor de gewonde Stobrod is prachtig. De Amerikaanse mezzo Emily Fons als Ruby – Renée Zellweger won een Oscar voor de rol – biedt niet een groot contrast met Leonard, maar zet een energieke bergvrouw neer. De Amerikaanse heldentenor Jay Hunter Morris geeft een goed portret van de deserteuren-jager Teague. De lastige tessitura van de partij resulteert in een enigszins vlak geluid in het kopregister van de heldentenor en zou wellicht beter gepast hebben bij een karaktertenor. De Canadese tenor Roger Honeywell zingt de corrupte prediker Veasey met vleiende toon en de Amerikaanse bas Kevin Burdette zingt Ruby’s vervreemde, gedeserteerde vader Stobrod passend met ruwe en kernige klank. De Britse bariton Antony Michaels-Moore is te horen in de dubbelrol van Ada’s overleden vader Monroe en Pangle. In de tweede akte is de Japans-Amerikaanse mezzo Deborah Nansteel intens en brandscherp als de gevluchte slaaf Lucinda, die Inman bevrijdt en de Amerikaanse sopraan Chelsea Basler is aangrijpend in de angst van de jonge moeder Sara, wier baby door de soldaten wordt bedreigd. Geestig ook de vier zussen Lila, Claire, Olivia en Katie, die zich als een soort Rheintöchter annex Drei Damen ontfermen over Inman. De Peruaanse dirigent Miguel Harth-Bedoya leidt een uitstekende uitvoering van het indrukwekkend spelende Santa Fe Opera Orchestra en houdt de polyritmen goed onder controle. ‘Cold Mountain’ is een opera vol verbeeldingskracht en overdenkingen, maar of het ooit een repertoire-opera zal worden kan men zich afvragen. De uitgave verschijnt in een fraaie cassette met mooi boekwerk.
Pentatone PTC 5186 583 (2CDs)
*** De Vlaamse componist Jef Van Hoof (1886-1959) schreef zo’n 120 liederen. In de concertzaal Blauwe Zaal van het Antwerpse kunstcentrum deSingel zongen twee Nederlandse zangers in 2015 36 liederen van Van Hoof voor de CD ‘Kunstliederen’. Op 7 april 2015 nam De Nederlandse tenor Peter Gijsbertsen 14 liederen op en drie maanden later tussen 2 en 4 juli 2015 maakte de Nederlandse mezzosopraan Wilke te Brummelstroete nog eens opnamen van 22 andere liederen. De post-romantische liederen kenmerken zich door hun aandachtige gehalte en duren bijna nooit langer dan drie minuten. Wilke te Brummelstroete opent met de ‘Vier liederen op teksten van Giza Ritschl’, korte liefdesliederen die zij met toewijding vertolkt. Zij zingt verder de ‘Drei Lieder im Volkston’, de enige liederen van Van Hoof die niet op een Nederlandse tekst zijn getoonzet. Uit ‘Kinderliederen’ nam Te Brummelstroete vijf liederen op. De miniatuurtjes “Bloemenliedje”, “Proficiat, Moeder!” en “Poppetjes-Wiegelied” bezingen zij vanuit de wereld van een kind. Daarna de liederen met meer religieuze accenten, waaronder “Suja, nu Suja!” – een toespeling op Maria en het kind Jezus – en “Kerstlied”. De vijf ‘Kruisliederen’ zijn een meditatie over de gekruisigde Christus en kenmerken de godsdienstige kant van Van Hoof van na de Tweede Wereldoorlog. De versie voor strijkers wordt pakkend vertolkt door Wilke te Brummelstroete met het Antverpia String Ensemble onder leiding van Ivo Venkov. Zij begeleiden ook het eveneens gelovige “Onze Lieve Vrouw van Smarten”. De tenor Peter Gijsbertsen opent de CD met ‘Drie liederen op gedichten van Guido Gezelle’. De onbevangen wereld van het kind in “Drie Kinders met drie Rozen” zet hij enigszins zwaarwegend aan. “Malheureuse Minnedagh” klinkt niet zozeer humoristisch als wel serieus. Uit ‘Kinderliederen’ wordt “Van de koekoek en den ezel” bezongen vanuit de wereld van het kind en “Een man, een woord!” vanuit het standpunt van de volwassene. Ook het kinderlied “Lentesprookje” krijgt van Gijsbertsen een ernstige toon. Fraai zijn het impressionistische “Nachtdeun” en het bevlogen, Strauss-achtige “Loflied voor de Kinderen”. Graag zou je evenwel vaker de natuurlijke tenor van Gijsbertsen willen horen. De Vlaamse pianist en musicoloog Jozef De Beenhouwer begeleidt saamhorig met de zangers. Overigens was Jef Van Hoof niet onomstreden. Twee maal belandde hij in de gevangenis wegens collaboratie met de Duitsers, na de Eerste én na de Tweede Wereldoorlog. Maar daarover lees je niets in het CD-boekje. Wel bevat het boekje een klein essay, alle liedteksten en biografieën van de uitvoerenden.
Phædra PH 92090 (1CD)
*** De Amerikaanse sopraan Rebecca Broberg nam al drie CDs op met liederen van de Joods-Weense componist Erich Jaques Wolff (1874-1913). Wolff heette oorspronkelijk Jacob Leon Wolff en studeerde piano en compositie aan het Conservatorium van Wenen. Hij was van 1906 woonachtig in Berlijn en werkte als begeleider van vele, beroemde zangers en zangeressen, die hij vergezelde op uitgebreide tournees. Zo was ook hij de vaste begeleider van de Groningse mezzosopraan Julia Culp. Rebecca Broberg nam tussen 3 en 20 maart 2016 in Schüttbau Rügheim de nieuwe CD ‘Im Wendekreis des Goldbocks’ op met 22 liederen van Wolff. De cyclus ‘Sechs Lieder, Op. 1’ opent met “Schön Liebchen mein”, waarvan Alma Mahler voor zichzelf een copy wilde hebben. De zes liederen van de cyclus bezitten nostalgische en volksliedachtige elementen. Luister ook naar “Genrebild”, geestig en erotisch vertolkt door Rebecca Broberg. De cyclus ‘Sechs Gedichte von Richard Dehmel, Op. 8’ opent met het plechtige “Drum sollst du dulden Mensch”. Luister ook naar het extatische miniatuurtje “Selig mit blutendem Herzen”! De ‘Acht Gesänge auf Texte von Michelangelo (1475-1564), Op. post.’ krijgt van Wolff fraaie, laat-romantische kleuren. De cyclus opent met de zoektocht “Bring ich der Schönheit die Seele nah” naar liefde, kunst, dood en hoop, innig gezongen door Broberg met een teder naspel van de Duitse pianist Rainer Maria Klaas. Luister ook naar “In schwerer Schuld nur” – een warmbloedig verzoek om vergeving – en “An dieser Stätte war’s”, een treurdicht over een lang verloren liefde. Tenslotte nog het luchtige “Märchen”. Rainer Klaas speelt bovendien op de CD nog 13 transcripties voor pianosolo van Wolff. Het CD-boekje bevat een essay over de liederen in het Duits en Engels van Peter Pachl, biografieën van de uitvoerenden en de complete liedteksten. De volgorde van de Michelangelo-liederen zijn op de CD niet – in tegenstelling tot wat in het CD-boekje beweerd – volgens de chronologie van compositie. Bij sommige opnamen – zoals van “Da deiner Schönheit Glanz mich hat besiegt” en “Erhebung” – overlappen de takes, waardoor Broberg opeens dubbel klinkt en de piano-akkoorden plots onderbroken lijken. De dramatische sopraan van Rebecca Broberg verliest in de hoogte aan glans en intoneert af en toe te laag. Maar wie doorheen kan luisteren, hoort prachtige liederen.
Thorofon CTH2631 (1CD)