***** Het levensverhaal van de Franse sopraan Germaine Lubin (1890-1979) mag bekend worden verondersteld. Zij was één van de belangrijkste Wagnersopranen van de eerste helft van de 20ste eeuw, wier carrière door de Tweede Wereldoorlog voortijdig werd beëindigd. Zij werd na de oorlog diverse malen gearresteerd en bracht vele maanden door in gevangenissen wachtend op haar berechtingen. In het vooroorlogse Parijs was haar naam echter synoniem voor kunst, muziek, grootsheid en schoonheid. Germaine Lubin hield niet van opnamen en maakte er dientengevolge slechts weinig. Op het label Lys verscheen in 1997 reeds een dubbel-CD met haar opnamen en in 2013 bracht Andromeda een CD met hoogtepunten uit haar discografie uit. Het Amerikaanse label Marston heeft nu de dubbel-CD ‘The Complete Recordings’ uitgegeven, inclusief drie niet eerder uitgebrachte fragmenten plus nog twee andere opnamen die niet door Lys en Andromeda werden verstrekt. De opnamen weerspiegelen maar een klein gedeelte van haar uitgebreide repertoire; helaas niet haar Alceste, Ariane, Kundry, niet haar vier rollen van Richard Strauss, niets van het moderne Franse repertoire. De Pathé en Odéon opnamen die zij maakte tussen 1927 en 1930 tonen haar in haar topvorm en laten een rondere stem horen dan de opnamen van 1939. Luister naar haar schitterende diminuendo op de hoge As aan het einde van “Einsam in trüben Tagen” uit ‘Lohengrin’ en in de finale van ‘Siegfried’ naar haar prachtige fraseringen, mooie triller en de koninklijke hoge C op “Leuchtender Spross!” (beide fragmenten in het Frans). Luister ook naar haar volle kleur in “Salut, splendeur du jour” uit ‘Sigurd’ van Reyer, naar de fraaie portamenti in “Vissi d’arte” uit ‘Tosca’ van Puccini en naar “Tristesse” van Chopin als eerbetoon aan haar lerares Félia Litvinne, die de aanpassing componeerde. De niet eerder verschenen opnamen op deze uitgave zijn een testopname van “Il était un roi de Thulé” uit ‘Faust’ (1928) en “Ein Greis in grauen Gewand” uit ‘Die Walküre” (1929). Tevens een opname van “Dich teure Halle” (1928), die nog niet eerder op CD verscheen. Van de Frans- en Duitstalige opnamen van “Mild und leise” uit ‘Tristan und Isolde’ op 1 juni 1938 werd de Franstalige opname nog niet eerder uitgegeven en hier door Marston op CD gezet. En ook “Sylvie” van Fauré (1944) verschijnt hier voor het eerst op CD. De uitgave wordt aangevuld met drie fascinerende fragmenten van de sopraan Lucienne de Méo, die in 1930 op 26-jarige leeftijd zelfmoord pleegde. Het CD-boekje bevat essays van Vincent Giroud en André Tubeuf. Zij ontraadselen echter niets aangaande de beschuldigingen aan het adres van Lubin na de Tweede Wereldoorlog. Gaf zij Hitler een rondleiding in het Palais Garnier? Pronkte zij met een diamanten hakenkruis, dat zij van hem had gekregen? Was zij de peetmoeder van de dochter van Göring? Was zij de minnares van Joachim von Ribbentrop, de minister van Buitenlandse Zaken onder Hitler? Het wordt tijd dat de officiële processtukken van Germaine Lubin eens goed worden onderzocht.
Marston 52070-2 (2CDs)
**** De opera ‘Le Duc d’Albe’ van Gaetano Donizetti (1797-1848) is het slachtoffer van onvolledigheid en verlies. Het werk was in 1839 een opdracht van de Opéra van Parijs en Donizetti werkte er een groot gedeelte van het jaar aan. Maar om onduidelijke reden diende hij het project af te breken en slechts de eerste twee akten werden zo goed als voltooid. Tot aan zijn dood bleef ‘Le Duc d’Albe’ onafgemaakt. Donizetti’s leerling Matteo Salvi voltooide de opera in 1881 met behulp van Amilcare Ponchielli, Antonio Bazzini en Cesare Domeniceti en de wereldpremière vond in het Italiaans plaats op 22 maart 1882 in Rome. In mei 2012 presenteerde de Vlaamse Opera de eerste opvoeringen in het Frans van een versie in vier akten met aanvullend muziek van de componist Giorgio Battistelli en van deze uitvoering werd op Dynamic een live-opname uitgebracht op CD. Het label Opera Rara kwam echter tot de slotsom dat de overgeleverde muziek van Donizetti voor de laatste twee akten te fragmentarisch was om de opera met een voltooiing eer te betuigen. Donizetti’s schetsen voor de derde en vierde akte bevatten nauwelijks orkestratie en voor de finale was praktisch geen muziek. De conclusie was dat niet reconstructie, maar slechts hercompositie – zoals bij de Vlaamse Opera – mogelijk was. Opera Rara beperkte zich voor een opname van ‘Le Duc d’Albe’ dan ook tot de eerste twee akten en gaf componist Martin Fitzpatrick de opdracht de paar onvoltooide plekken daarin af te maken. De bariton Laurent Naouri vertolkt de rol van de Spaanse gouverneur in Vlaanderen Le Duc d’Albe (Alva), die ontdekt dat zijn verloren zoon Henri de Bruges – de geliefde van Hélène d’Egmont, wier vader door Alva werd geëxecuteerd – nu leider van de Vlaamse rebellen is. Naouri zingt de partij stijlvol en met autoriteit. De tenor Michael Spyres is in zijn element in de Grand Opéra partij van Henri de Bruges. Luister naar hun één-tweetje in de finale I, inclusief hoge C voor Spyres. De Amerikaanse Angela Meade stuwt haar sopraan onverstaanbaar door de partij van Hélène d’Egmont. Haar aria “Du courage!” in de eerste akte is een heerlijk Donizetti moment! En luister naar hun opwindende duet “Notre martyr de la partie” in de tweede akte met aan het einde een onverwachte hoge Es. De bas-bariton David Stout als Sandova en de bas Gianluca Buratto als Daniel hebben fraai kernachtige stemmen. De muzikale leiding is in handen van Sir Mark Elder, die het drama muzikaal fraai laat ontvouwen en met het orkest Hallé goed ruggensteun geeft aan de zangers. Het resultaat is schitterende Grand Opéra. De intentie van Opera Rara is een uitstekend initiatief als opname voor de Donizetti-liefhebbers, die hun verzameling compleet willen hebben. Maar de uitgave als geheel maakt een te beknopte en te onafgemaakte indruk als opera om op CD naar te luisteren.
Opera Rara ORC54 (2CDs)
**** De opera ‘The Lesson of Da Ji’ van de in Hong Kong geboren Canadese componiste Alice Ping Yee Ho (1960) beleefde zijn wereldpremière op 10 mei 2013 in het Toronto Masque Theatre. De opera kreeg goede recensies en ontving de Dora Mavor Moore Award voor Outstanding Original Opera. Van het werk is nu een studio-opname verschenen. Het libretto van Marjorie Chan gaat over de verboden liefde van Da Ji – de concubine van de koning Shang – voor Bo Yi. De jaloerse Shang neemt vervolgens gruwelijk wraak door Bo Yi te vermoorden en te voeden aan diens onwetende ouders voordat hij ook hen doodt. Thema’s als onderdrukking, romantiek, hartstocht, liefde, geluk, woede, wraak, verlies en dood worden geplaatst tegen de achtergrond van de gewelddadige, Chinese geschiedenis. ‘The Lesson of Da Ji’ is een bijzondere opera. Alice Ping Yee Ho combineert verschillende culturele tradities door Chinese en Westerse kunstvormen en barok samen te smeden. De muziek is metrisch en tonaal en daardoor juist opvallend conservatief. Het vocale septet is goed bezet. Mezzosopraan Marion Newman zingt de titelrol expressief en verstaanbaar en de tenor Derek Kwan is een fraai lyrische Bo Yi. De bariton Alexander Dobson beeldt de autoriteit van Shang vocaal uitstekend uit. Interessant ook de Peking operazanger William Lau als de Dark Moon, die Da Ji waarschuwt in de eerste akte. De lyrische coloratuursopraan Vania Chan is de verraderlijke dienstmeid Ming. De bariton Benjamin Covey en de sopraan Charlotte Corwin zijn de ouders van Bo Yi. Het Toronto Masque Theatre Ensemble speelt toegewijd, virtuoos en kleurrijk op een interessante menging van de Chinese instrumenten erhu, guzheng, pipa en zhongruan met barokinstrumenten fluit, luit, klavecimbel en viola da gamba aangevuld met Westerse strijkers en percussie. Het geheel staat onder muzikale leiding van de artistiek directeur van het Toronto Masque Theatre Larry Beckwith. ‘The Lesson of Da Ji’ duurt net een uur. Het CD-boekje bevat een synopsis, maar geen integrale tekst en dat is jammer voor een nieuw werk dat zonder het visuele aspect toch al lastig is om aan te grijpen.
Centredisques CMCCD 22115 (1CD)
**** Jules Massenet (1842-1912) componeerde zo’n 200 mélodies. Pierre Bernac noemde de liederen suikerzoete sentimentaliteit en zij zijn inderdaad ondergewaardeerd en worden slechts zelden uitgevoerd. De Zuid-Afrikaanse sopraan Sally Silver heeft 24 interessante liederen van Massenet uitgekozen voor haar CD ‘Les Amoureuses sont des Folles’. Het zijn lyrische, sympathieke en elegante melodieën, die het midden houden tussen salonmuziek en opera-aria’s. Massenet droeg ze op aan alle belangrijke zangers van zijn tijd. Luister naar het titellied, dat hij opdroeg aan de Belgische sopraan Marie-Louise van Émelen, de eerste Prince Charmant in de wereldpremière van ‘Cendrillon’. En “Si vous vouliez bien me le dire”, opgedragen aan de Russische bas Feodor Chaliapin, die de titelrol zong in de wereldpremière van ‘Don Quichotte’. Silver wordt bijgestaan door de celliste Gabriella Swallow in “Je t’aime!”, opgedragen aan de Franse alt Marie Delna. “Sainte Thérèse prie” – opgedragen aan de Franse sopraan Rose Caron, de eerste Bunehilde in ‘Sigurd’ van Reyer – krijgt een grootschaliger en complexere benadering. Ook in “On dit!” en “Les yeux clos” wordt de sopraan liefdevol verweven met de cello en ze zijn net als “Les extases” opgedragen aan de mezzosopraan Lucy Arbell, de muze van Massenet en zangeres in zes wereldpremières van hem, waaronder de opera’s ‘Thérèse’ en ‘Don Quichotte’. De CD eindigt met “Menteuse chérie” opgedragen aan Vanni Marcoux, die de titelrol zong in de postume wereldpremière van ‘Panurge’. Sally Silver zingt de liederen met breekbare charme en intimiteit. Zij worden afgewisseld met duo’s en trio’s met de prachtige mezzosopraan Christine Tocci en de Maltese tenor Nico Darmanin. Dit is de tweede CD van het label SOMM waarop Richard Bonynge Sally Silver met groot gevoel en stijlvol begeleid aan de piano. Het CD-boekje bevat alle teksten met Engelse vertaling en een klein essay, maar er worden helaas geen data bij de liederen vermeld.
SOMMCD 0151 (1CD)
*** De Nederlandse bariton Thomas Oliemans wordt voor zijn debuut-CD bij het label Channel Classics begeleid door de Italiaanse pianist Paolo Giacometti in een recital met liederen van Robert Schumann (1810-1856). De CD ‘Schumann Lieder; Dr Jekyll and Mr Hyde’ namen zij in september 2015 in Hilversum op. Het programma bestaat uit Schumanns bekendste cyclus ‘Dichterliebe’ (1840), de ‘Sechs Gesänge’ op.89 – die Schumann opdroeg aan de Zweedse sopraan Jenny Lind – en de ‘Sechs Gedichte und Requiem’ op.90 (1850). De subtitel ‘Dr Jekyll and Mr Hyde’ wordt niet helemaal duidelijk uit het essay van Oliemans zelf in het CD-boekje. Hij lijkt een parallel te zien tussen de fantasiefiguren Florestan en Eusebius – die Schumann gebruikte in zijn muziekrecensies en zijn composities – en de goedbedoelende Dr Jekyll en de zelfdestructieve Mr Hyde. En in ‘Dichterliebe’ zou er een analogie zijn met Dr Jekyll en in de overige cycli met Mr Hyde? Hoe het ook zij, de liederen geven Oliemans de gelegenheid zijn mooie stem te laten horen. Hij brengt vaak fraaie kleurschakeringen aan als een Clair-obscur schilderij. Hij heeft een goed stijlgevoel voor de romantische liederen en zijn Duits is naar behoren. Vooral in de laagte maakt Oliemans indruk. Luister naar de donkere klank in “Im Rhein, im schönen Strome”. Het hoogtepunt is het laatste lied van ‘Dichterliebe’ “Die alten, bösen Lieder”. Soms wens je meer expressie zoals in “So muss ich weinen bitterlich” van het lied “Wenn ich in deine Augen seh”, in “die dir am Herzen frißt” van het lied “Ich grolle nicht” of in “Ich hab’ im Traum geweinet”. De hoogte is breed en verliest zo nu en dan aan resonansen, zoals in de sprongen van het lied “Die Sennin” opvalt. Er zijn trage tempi en de opening van ‘Dichterliebe’ sleept. Ook de eigengereide benadering van Paolo Giacometti zal niet iedereen aanspreken. In ‘Dichterliebe’ speelt hij op een fortepiano uit 1830 en in de andere twaalf liederen op een fortepiano uit 1847. De aanslag is fors en de noten klinken nogal gepunteerd.
Channel Classics CCS 38416 (1CD)
*** Dirigent Andris Nelsons introduceert op CD het werk ‘Let Me Tell You’ van de componist Hans Abrahamsen (Kopenhagen, 1952) voor sopraan en orkest. Het is een werk van een half uur, dat is gecomponeerd op teksten van Paul Griffiths die op hun beurt zijn gebaseerd op woorden van Ophelia uit Shakespeares ‘Hamlet’. ‘Let Me Tell You’ is een pronkstuk voor de Canadese sopraan Barbara Hannigan, die de Berliner Philharmoniker overtuigde om Abrahamsen de opdracht te geven en hem voorzag van adviezen over stemtechniek. De wereldpremière was op 20 december 2013 in Berlijn en een studio-opname werd gemaakt tussen 1 en 3 juli 2015 in de Herkulessaal van München. ‘Let Me Tell You’ is stilistisch verwant aan de muziek van György Ligeti. Het werk heeft een onbevangen en ongecompliceerde uitdrukking en ijzige piccolo’s, vioolakkoorden en tinkelende percussie zorgen voor atmosferische muziek zonder echt grote zeggingskracht. De sopraan zingt fluitachtige tonen met een discreet vibrato, die zich bindt met instrumenten uit het orkest. Er zijn hoge pianissimo aanzetten en grote vocale sprongen en de pulserende zanglijnen op lange noten worden op den duur nogal voorspelbaar. Uiteindelijk versmalt het werk tot stilte. ‘Let Me Tell You’ had op deze CD nog aangevuld kunnen worden met ander werk, want een half uur muziek op één CD is wel erg mager.
Winter & Winter 910 232-2 (1CD)