28-12-2015

De Karl-Böhm-Saal in het Salzburger Festspielhaus krijgt bij de ingang een bord met uitleg over de omstreden dirigent.

Op grond van de “buitengewoon artistieke verdiensten” van de dirigent Karl Böhm is de directie van de Salzburger Festspiele van mening, dat de Böhm-Saal – pauzefoyer – niet herbenoemd hoeft te worden, maar dat bij de ingang van de zaal een verklaringsbord aangebracht wordt over de “profiteur” Böhm. Analoog aan het gebruik bij belaste straatnamen zal op het bord naar een internetadres verwezen worden, dat de persoonlijkheid van Karl Böhm toont zoals hij was: een groot kunstenaar, maar politiek rampzalig verkeerd.

Karl Böhm werd in 1934 op aanbeveling van Adolf Hitler aan de Semperoper in Dresden opvolger van Fritz Busch, die door het Nazi-regiem tot aftreden was gedwongen. Na zijn benoeming trad Böhm naar voren als sympathisant van de Nazi’s. Op 30 maart 1938 – kort na de Anschluß van Oostenrijk – dirigeerde Böhm in het Wiener Konzerthaus, begroette hij het publiek vrijwillig met de Hitlergroet en liet het Horst-Wessel-Lied spelen. In 1943 werd Böhm na bemiddeling van Hitler directeur van de Wiener Staatsoper en kreeg hij met steun van Reichsleiter Baldur von Schirach de in beslag genomen Villa Regenstreif in de Sternwartestraße van Wenen. En in 1944 werd Böhm door Hitler opgenomen op de “Gottbegnadeten-Liste”, waardoor hij vrijstelling van de dienstplicht kreeg. Vanwege zijn hechte banden met het Nazi-regiem ontnamen de geallieerden Böhm in april 1945 zijn directiefuncties en legden hem een opvoeringsverbod op dat in 1947 werd opgeheven. Hun samenvatting constateert “Böhm was een profiteur van het Derde Rijk en schikte zich voor zijn carrière naar het systeem. Zijn succes had voordeel bij de verbanning van Joodse en politieke, gehate collega’s.” Maar Karl Böhm was – in tegenstelling tot Herbert von Karajan – nooit lid van de NSDAP en hij heeft zich zover bekend niet antisemitisch uitgelaten.

Lees in Kurier

© SN/Orfeo/SF-Archiv