16-11-2015

De Britse bariton David Wilson-Johnson werd op 16 november 1950 in Northampton geboren.

David Wilson-Johnson studeerde aan het St. Catharine’s College in Cambridge aan de Royal Academy of Music in Londen. Hij maakte zijn debuut in de Royal Opera House Covent Garden van Londen in 1976 en zong daar in ‘Le Rossignol’ van Stravinsky, ‘L’Enfant et les Sortilèges’ van Ravel, ‘Boris Godoenov’, ‘Die Zauberflöte’ en in 1995 in ‘Arianna’ van Monteverdi/Goehr. Bij de Welsh Nationale Opera en bij Opera North zong hij in opera’s van Mozart, Rossini en in ‘A Village Romeo and Juliet’ van Delius.

De carrière van Wilson-Johnson concentreerde zich tevens op de concertzaal. Zo zong hij met het Ensemble Intercontemporain onder leiding van Pierre Boulez en gasteerde hij in Wenen onder leiding van Nikolaus Harnoncourt. Tijdens de Proms van 1988 werkte hij mee aan een uitvoering van de ‘Lyrische Symphonie, op.18’ van Zemlinsky. Tevens zong hij in dat jaar concertante in de Royal Festival Hall van Londen de titelrol in de Engelse première van ‘Saint François d’Assise’ van Messiaen. In 1989 werkte hij mee aan een uitvoering van ‘The Midsummer Marriage’ van Tippett voor de BBC televisie. Ook in 1989 zong hij bij de Salzburger Festspiele de partij van Jesus in de ‘Johannes-Passion’ van J.S. Bach.

Wilson-Johnson gasteerde in 1992 in het Teatro Regio van Turijn als Méphistophélès in ‘La Damnation de Faust’ van Berlioz, in Den Haag in ‘Punch and Judy’ van Birtwistle, in 1996 in Amsterdam als Kowaljow in ‘De Neus’ van Schostakovich, in 1997 in de Albert Hall van Londen in een concertante opvoering van ‘Die Verschworenen’ van Schubert, in 1998 bij de opera van Monte Carlo als Kurwenal in ‘Tristan und Isolde’, in 1999 bij de Salzburger Festspiele als Borilée in ‘Les Boréades’ van Rameau en in 2000 in een concertante opvoering in Londen als Brander in ‘La Damnation de Faust’ en in Amsterdam als Swallow in ‘Peter Grimes’ van Britten. In 2015 zong Wilson-Johnson in het Concertgebouw van Amsterdam in ‘L’Enfant et les Sortilèges’ en ‘Le Rossignol’ onder leiding van dirigent Charles Dutoit en in de Symphony Hall van Birmingham de rol van Titurel in ‘Parsifal’ onder leiding van dirigent Andris Nelsons.

David Wilson-Johnson werkte mee aan diverse studio-opnamen. Voor Decca (‘La Traviata’, diverse Missen van Mozart), Chandos (‘The Kingdom’ en ‘Cataractus’ van Elgar, ‘Ein deutsches Requiem’ van Brahms), EMI (‘The Fairy Queen’ van Purcell, ‘The Boar’s Head’ van Holst, ‘Belshazzar’s Feast’ van Walton), RCA (‘Krönungsmesse’ van Mozart), DGG (‘L’Enfant et les Sortilèges’ en ‘L’Heure Espagnole’ van Ravel, ‘Where the Wild Things Are’ en ‘Higglety, Pigglety Pop’ van Knussen), Philips (‘Oster-Oratorium, BWV 249’ en cantaten van Bach), Conifer (‘The Wreckers’ van Ethel Smyth), Virgin (‘The Ice Break’ van Tippett), RCA-Ariola (‘Symfonie Nr.8’ van Mahler), Telarc (‘Fidelio’ van Beethoven), Black Box/Note 1 (‘Requiem Mass’ van Joseph James), LSO (‘Béatrice et Bénédict’ van Berlioz), Hyperion (‘Winterreise’ van Schubert), Chandos (‘King Priam’ van Tippett, ‘Dewi Sant’ van Hughes) en Headline (‘Punch and Judy’ van Birtwistle).