14-10-2015
De sopraan Hilda de Groote werd op 14 oktober 1945 in Gent geboren.
Hilda De Groote debuteerde in december 1961 op 16-jarige leeftijd in de Koninklijke Opera van Gent als Olympia in ‘Les Contes D’Hoffmann’ van Jacques Offenbach. Zij kreeg een contract bij de Koninklijke Opera van Gent en zong er tot het einde van het seizoen 1965/1966 voornamelijk operettes zoals ‘Der Zarewitsch’, ‘Sissy’, ‘Eva’, ‘Das Veilchen von Monmartre’, ‘Das Land des Lächelns’ en ‘Die Fledermaus’.
Na een auditie in 1966 bij de Wiener Staatsoper kreeg ze een contract bij dit theater. Ze debuteerde er als Barbarina in ‘Le Nozze di Figaro’ van W.A. Mozart. Gedurende de eerste twee seizoenen zong ze er kleinere partijen zoals Papagena in ‘Die Zauberflöte’, Esmeralda in ‘Die verkaufte Braut’, Jano in ‘Jenůfa’, Tebaldo in ‘Don Carlos’, Waldvogel in ‘Siegfried’, Eerste Bloemenmeisje in ‘Parsifal’ en Amor in ‘Orphée’. Nadien werd haar repertoire uitgebreid met vele rollen, zoals Siebel in ‘Faust’, Jemmy in ‘Guillaume Tell’, Frasquita in ‘Carmen’, Yniold in ‘Pélleas et Mélisande’, Nuri in ‘Tiefland’, Drusilla in ‘L’Incoronazione di Poppea’, Annchen in ‘Die lustige Weiber von Windsor’, Gretel in ‘Hänsel und Gretel’, Rosina in ‘Il Barbiere di Siviglia’, Sophie in ‘Der Rosenkavalier’, Najade en Echo in ‘Ariadne auf Naxos’, Blondchen in ‘Die Entführung aus dem Serail’, Adele in ‘Die Fledermaus’, De Italienische Sängerin in ‘Capriccio’, Susanna in ‘Le Nozze di Figaro’, Arsena in ‘Der Zigeunerbaron’, Marzelline in ‘Fidelio’, Oscar in ‘Un Ballo in Maschera’, Isotta in ‘Die schweigsame Frau’, Zerlina in ‘Don Giovanni’, Xenia in ‘Boris Godoenov’, Servilia in ‘La Clemenza di Tito’ en Lauretta in ‘Gianni Schicchi’.
Verschillende jaren nam Hilda De Groote als ‘Adele’ deel aan de traditionele Nieuwjaarsavond- en Nieuwjaarsdaguitvoeringen van ‘Die Fledermaus’ in de Weense Staats- en Volksopera. Met de Weense Staatsopera werkte zij mee aan internationale tournees en reisde zij onder meer naar Wiesbaden, Montreal en Moscou. Ondertussen deden ook andere belangrijke operatonelen een beroep op haar en zo gasteerde ze bijvoorbeeld in 1969 in de Deutsche Oper Berlin als ‘Blondchen’, een partij die ze eveneens vertolkte tijdens het Festival van Aix en Provence 1967.
Hilda De Groote werd in 1973 lid van de Bayerischen Staatsopera in München. Daar zingt zij vele malen onder de muzikale leiding van dirigent Carlos Kleiber de rol van Sophie in ‘Der Rosenkavalier’. Verder zong zij in München ‘Susanna’ in Le Nozze di Figaro, ‘Marzelline’ in Fidelio en ‘Tebaldo’ in een nieuwe productie van ‘Don Carlos’ tijdens de Müncher Festspiele.
Hilda De Groote kreeg vanaf dat moment van alle internationale operahuizen aanbiedingen. Zij was te gast in onder meer Montreal, Moskou (Bolschoi-theater en Kremlin-paleis), Japan (Tokio en Osaka), bij de Staatsopera van Berlijn, München, Wiesbaden, Londen, Glasgow, Brussel, Salzburg en Keulen. Samen met de Italiaanse tenor Franco Bonisolli was ze de ster van grote opera-gala’s in Innsbruck in 1976 en 1977 en met Willy Boskovsky en Henry Krips vertolkte ze Weense muziek in de Royal Festival Hall in Londen.
Regelmatig keerde ze ook naar eigen land terug en zong in Luik, maar vooral in Gent waar ze onder andere als Gilda in ‘Rigoletto’, Norina in ‘Don Pasquale’, Amor in ‘Orphée’ en de drie vrouwenrollen (Olympia, Antonia en Giulietta) in ‘Les Contes d’Hoffmann’ te horen was. In het seizoen 1982/1983 zong zij in de opera van Antwerpen Ännchen in ‘Der Freischütz’ en Sophie in ‘Der Rosenkavalier’.
Uiteindelijk bestond haar repertoire uit 109 rollen in opera en operette en zij zong onder de leiding van de meest beroemde dirigenten, zoals Karl Böhm, Leonard Bernstein, Josef Krips, Georges Prêtre, André Cluytens, Christoph von Dohnany, Silvio Varviso, Wolfgang Sawallisch, Serge Baudo en Horst Stein.
In 1984 werd ze aangesteld als Gesangspedagogin aan het Conservatorium van Wenen. Bij een optreden in Gent in 1986 kreeg zij reeds de eremedaille van de stad Gent voor haar 25-jarige carrière. Op 2 februari 1992 werd zij door de stad Gent, Provincie Oost-Vlaanderen, Lyrica, de Vrienden van de Lyrische Kunst, de Culturele Raad en de Filharmonische vereniging gehuldigd voor haar 30-jarige carrière en tevens voor haar verdiensten jonge zangers op te leiden aan het Conservatorium van Wenen. Op 2 oktober 1995 werd zij opgenomen in de Nationale Orden en benoemd tot Ridder in de Leopoldsorde voor haar grote verdiensten op nationaal en internationaal niveau.
Hilda De Groote maakte opnamen voor het Belgische label Alpha en voor Amadeo. Samen met pianist Erik Werba maakte ze in 1979 een opname van onbekende liederen van Hugo Wolf. Ook verleende ze haar medewerking aan de TV-verfilming van ‘Ariadne auf Naxos’ onder leiding van Karl Böhm.