11-07-2015
De Amerikaanse coloratuursopraan Mattiwilda Dobbs werd op 11 juli 1925 in Atlanta geboren.
Mattiwilda Dobbs studeerde zang in New York bij Lotte Lehmann en vervolgde met een beurs haar studie bij Pierre Bernac. Zij maakte haar professionele operadebuut in 1952 tijdens het Holland Festival in ‘Le Rossignol’ van Stravinsky.
Een jaar later debuteerde zij in een aantal belangrijke operahuizen van Europa. Zo zong zij in 1953 op het Glyndebourne Festival de rol van Zerbinetta in ‘Ariadne auf Naxos’, in de Scala van Milaan Elvira in ‘L’Italiana in Algeri – en was daarmee de eerste zwarte artiest die in de Scala zong – en in het Royal Opera House van Londen de Waldvogel in ‘Siegfried’.
Mattiwilda Dobbs debuteerde in de Metropolitan Opera van New York als Gilda in ‘Rigoletto’ op 9 november 1956 en kreeg als eerste zwarte zanger een langlopend contract bij de Met. In de Met zong zij tot 1964 gedurende acht seizoenen in 30 voorstellingen met zes rollen.
Zij gasteerde in 1959 in het Bolschoi Theater van Moskou, was tussen 1961 en 1963 ensemblelid van de Hamburger Staatsoper en debuteerde in 1963 in de Wiener Staatsoper als Zerbinetta.
Zij keerde tussen 1957 en 1973 – in 1957 trouwde zij met de Zweedse journalist Bengt Janzon en ging in Stockholm wonen – telkens terug naar de Koninklijke Opera van Stockholm.
In 1974 nam Dobbs afscheid van het operatoneel. Zij gaf vervolgens les aan de University of Texas, de University of Georgia en de Howard University in Washington. In 2013 verhuisde zij naar een verzorgingshuis in haar geboortestad Atlanta.
Haar stem is door diverse platenlabels vastgelegd op studio-opnamen: door Nixa (‘Les Pêcheurs de Perles’), DGG (hoogtepunten ‘Les Contes d’Hoffmann’), HMV (Konstanze in ‘Die Entführung aus dem Serail’), Decca (hoogtepunten ‘Porgy and Bess’), Hope (Oscar in ‘Un Ballo in Maschera’), EJS (‘La Jolie Fille de Perth’) en MMS (Zerlina in ‘Don Giovanni’ en ‘Les Contes d’Hoffmann’).
Kijk op YouTube