***** Frank Martin (1890-1974) componeerde ‘Le Vin Herbé’ tussen 1938 en 1941. In zijn “oratorio profane d’après Le Roman de Tristan et Iseut de Joseph Bédier” vertelt de Zwitserse componist de dramatische liefdegeschiedenis van Tristan en Isolde vanaf hun overtocht vanuit Cornwall tot hun dood. De eerste versie van het werk werd onder de titel ‘Le Philtre’ voor het eerst concertante opgevoerd op 16 april 1940 in Zürich. Een jaar later voltooide Martin het werk en de definitieve versie werd op 28 maart 1942 ook in Zürich uitgevoerd. De geënsceneerde wereldpremière vond plaats op 15 augustus 1948 in Salzburg en deze première is nu – voor zover bekend – voor het eerst op CD verschenen. Frank Martin had zelf met de Duitse dichter Rudolf Binding een Duitse versie vervaardigd en de componist was ook zelf bij de scenische première in Salzburg aanwezig. ‘Le Vin Herbé’ doet met haar epische karakter denken aan de kameropera’s van Britten, soms ook aan de liederen van Schubert, maar ook aan ‘Pelléas et Mélisande’ van Debussy. Het fijnzinnige en geconcentreerde werk bezit rijke harmonieën en dichte structuren met recitatieven, veelal monologen en zachte cantilenen. De bezetting van de scenische première in Salzburg was dezelfde als het festival had geëngageerd voor ‘Dantons Tod’ van Von Einem in 1947 en ‘Antigone’ van Orff voor 1949. De Oostenrijkse tenor Julius Patzak is een intensieve Tristan en de Roemeense sopraan Maria Cebotari (1910-1949) een prachtige Isot, de Duitse sopraan Hilde Zadek zingt met expressieve kracht in de opening en de Hongaarse bas Endré Koréh Marke met grote waardigheid. De Duitse bariton Paul Schöffler is een bijna tenorale verteller met grote uitdrukkingskracht. Het koor is verstaanbaar en openbaart medelijden, inlevingsvermogen en berusting. De solisten worden vurig en geconcentreerd begeleid door het strijkersseptet van de Boedapester Philharmoniker. Ook de pianist Anton Heller is met zijn prominente aanwezigheid goed onderdeel van de tragedie. Dirigent Ferenc Fricsay neemt alle tijd, haast nooit en bereikt grote intensiteit en intimiteit door zijn grip. Opvallend genoeg ontbreekt de zevende scène van het derde deel. Het is onduidelijk of deze coupure gemaakt was voor deze opvoering, ofwel dat deze scène in de Duitse versie ontbreekt ofwel dat de opname van deze scène verloren is gegaan. Het CD-boekje bevat schitterende foto’s van deze scenische première, een inleiding tot de opname, maar geen teksten van het werk. Een historisch document!
Orfeo C 890 142 A (2CDs)
***** Giacomo Meyerbeer (1791-1864) is vooral bekend vanwege zijn opera’s, maar hij droeg met 85 werken ook bij aan het liederenrepertoire. Er bestaan niet veel opnamen van zijn liederen en derhalve is de CD, die de Duitse sopraan Andrea Chudak en de Kazakhstaanse pianist Andreas Schulz tussen 7 en 9 juli 2014 opnamen, een belangrijke bijdrage aan de discografie van de werken van de componist. Van de 26 liederen van Meyerbeer op deze CD is een aantal hier voor het eerst opgenomen. Vijftien liederen zijn Franstalig, acht liederen zijn in het Duits en twee in het Italiaans. Sommige liederen vertellen over de blijdschap en pijn van de liefde en anderen branden weer van religieus vuur. Andrea Chudak heeft een aangename stem. Haar sopraan heeft karakter en haar vibrato is mooi gedoseerd, ook al is zij niet zo vertellend als de grootheden Thomas Hampson (twaalf liederen voor EMI) of Anne Sophie von Otter (acht liederen voor Archiv). Twaalf van de 25 liederen op deze CD werden in 2009 al door de Israëlische sopraan Sivan Rotem en Israëlische pianist Jonathan Zak opgenomen voor Naxos, maar Chudak zet de liederen minder zwaar aan dan Rotem, waardoor zij aangenamer zijn om naar te luisteren. Luister naar het miniatuurtje “Scirocco” op tekst van de broer van Meyerbeer, Michael Beer, waarin de lyrische sopraan van Andrea Chudak uitstekend op haar plaats is. En het verstilde “Suleika” op tekst van Goethe. Pianist Andreas Schulz toont zich een uitstekende partner. Zoals gezegd, een belangrijke bijdrage aan de discografie van Meyerbeer!
Antes Edition BM319294 (1CD)
***** Zo nu en dan brengt weer eens een klassieke zanger of zangeres een CD uit met Broadway and West End show songs van de twintigste eeuw. En als dat zo smaakvol gedaan wordt als door de Engelse bariton Simon Keenlyside op zijn nieuwe CD ‘Something’s Gotta Give’ dan is dat alleen maar toe te juichen. Keenlyside nam de CD tussen 3 en 5 maart 2014 op in het Watford Colosseum ten noordwesten van Londen met ondersteuning van de Peter Moores Foundation. Keelyside kreeg als student aan het Royal Nothern College of Music een beurs van de stichting. Het is heerlijk weer een gevestigde en rijpe zanger in dit repertoire te horen, zoals ook zangers Ezio Pinza, Giorgio Tozzi, Cesare Siepi en Robert Merrill de liederen zongen. En zoals vroeger in musicals zangers met klassiek geschoolde stemmen zonder versterking door microfoons de zaal bezongen. Luister naar het prachtige “So in Love” uit ‘Kiss Me, Kate’ van Cole Porter. Verder toont Keenlyside zij fantastische acteertalenten in “Reviewing the situation” uit ‘Oliver’ van Lionel Bart met hilarisch cockney accent en in “If I were a rich man” uit ‘Fiddler on the Roof’ van Jerry Bock met Yiddish accent. En de titelsong “Something’s Gotta Give” uit ‘Daddy Long Legs’ schreef Johnny Mercer voor Fred Astaire en is hier gereconstrueerd en voor het eerst opgenomen in de originele versie. De Engelse sopraan Scarlett Strallen voegt zich bij Keenlyside in drie duetten en zingt solo in “Wenn did I fall in love?” uit ‘Fiorello’ van Jerry Bock en “It might as welll be spring” uit ‘State Fair’ van Richard Rodgers. Zij heeft een schitterende musicalstem, klinkt volstrekt Amerikaans en zingt – passend voor het genre – steeds achter de tel aan. Het BBC Concert Orchestra – het huisorkest van de BBC voor de radio – staat onder de leiding van de toonaangevende, Amerikaanse dirigent David Charles Abell. Abell dirigeerde eerde al wereldpremières van werken van Claude-Michel Schönberg en Andrew Lloyd Webber. Het uitgave bevat een fraai boekwerk met uitgebreide informatie over het programma, een interessant essay van Keenlyside van zeven pagina’s en alle liedteksten.
Chandos 10838 (1CD)
***** De CD ‘ITALYA; Isola della Rugiada Divina’ van de zangeres Delilah Sharon Gutman biedt een boeiende reis door de traditionele, Joodse muziek. Gutman nam de CD in mei 2014 in Rimini op en de titel van de CD “Italya” betekent in het Hebreeuws “eiland van de goddelijke dauw”. Op de CD staan 26 werken, waarvan 21 voor zangstem. Van deze 21 werken zijn vijf voor solozang zonder begeleiding. Luister naar Gutman in het bekende, Duitstalige “Wiegala” van Ilse Weber, de verpleegster in het concentratiekamp Theresienstadt werkte en in Auschwitz werd vermoord. En naar het prachtige “Avinu Malkeinu” van Max Janowski. De 16 overige werken zijn voor stem en viool. Luister naar de vier liederen uit de muzikale erfenis van de Sefardische muziek van de 13e tot en met 16e eeuw in het Spaans. En de twee liederen in het Jiddisch uit de 19e en de 20e eeuw. De andere liederen zijn in het Hebreeuws. Dalilah zingt met breekbare stem in de hoogte voor de elegische fragmenten en expressief in de borststem. Zij schreef zelf twee bijdragen voor de CD, “Ossé Shalòm” in het Hebreeuws en “La memoria parla un canto” in het Spaans. Op viool wordt zij begeleid door violist Rephael Negri, die vijf werken voor vioolsolo voor de CD speelde en deze merendeels zelf bewerkte. Een sfeervolle CD voor de bespiegelende momenten.
Stradivarius 33985 (1CD)
**** De Franse heldentenor Guy Chauvet werd in 1933 geboren en maakte zijn operadebuut in 1959 als Erster Geharnischter in ‘Die Zauberflöte’ van Mozart in Cannes. Twee jaren later zong hij al grote rollen in de L’Opéra van Parijs, waaronder Florestan in ‘Fidelio’ van Beethoven en Énée in ‘Les Troyens’ van Berlioz. Op Malibran is een compilatie van opnamen van Chauvet verschenen in de serie ‘La Troupe de l’Opéra de Paris’. De vijftien fragmenten geven een goed beeld van de interessante stem van de Franse tenor. Luister naar “Arrêtez ô mes frères!” uit ‘Samson et Dalila’, de opera waarmee hij op 2 april 1977 zijn debuut in de Metropolitan Opera van New York maakte. Chauvet zou tot 1982 bijna vijftig keer in de Met optreden in rollen als Samson, Don José, Radamès, maar ook als Jean de Leyden in de Met-première van ‘Le Prophète’ van Meyerbeer naast Marilyn Horne. De heldere en krachtige stem van Chauvet is egaal in alle regionen. Luister naar het finaleduet uit ‘Carmen’ met Régine Crespin, een frequente partner van Chauvet in opera’s. Maar ook het fantastische “Esprits gardiens” uit ‘Sigurd’ van Reyer. En uit ‘Les Troyens’ het “Inutiles regret” van Énée, zijn glansrol die hij voor EMI integraal opnam in de studio. Verder staan op de CD fragmenten van zijn glansrollen, zoals de titelrol in ‘La Damnation de Faust’ van Berlioz, Lohengrin (in het Duits), Calaf, Otello, Radamès en Canio. Ter afsluiting ook interessant het fragment uit ‘Les Abencérages’ van Cherubini. Helaas heeft Malibran van geen enkel fragment de datum, de plaats of de naam van het orkest weten te traceren.
Malibran CDRG 210 (1CD)
*** De Duitse sopraan Diana Damrau is een coloratuursopraan met een zeer beperkt repertoire. Zij trekt de wereld over met ‘Lucia di Lammermoor’ en ‘La Traviata’ en heeft de afgelopen jaren nauwelijks nieuwe rollen aan haar repertoire toegevoegd. Vorig jaar nam zij tussen 8 en 13 september 2014 in het Teatro Regio van Turijn de CD ‘Fiamma del Belcanto’ op. Op deze nieuwe CD zingt Diana Damrau fragmenten uit negen opera’s waarvan zij slechts drie in het operahuis heeft gezongen. Van de overige opera’s is zij op deze CD “trying out new roles” zoals zij schrijft in het CD-boekje. Diana Damrau heeft het geluid waarvan hedendaagse operadirecteuren houden: een coloratuursopraan met een “abgedunkelte” en ronde klank. En in dit stadium van haar carrière zal zij proberen de transitie te maken naar de meer lyrische en belcanto partijen en mogelijk volgt zij de weg die ook Gruberova koos. Een voorproefje dus op deze CD met vocaal mooie vertolking, die echter nooit werkelijk onder je huid kruipen. De Poolse tenor Piotr Beczała voegt zich bij haar als Alfredo in de finale van de eerste akte van ‘La Traviata’ en de Franse bas Nicolas Testé is Wurm in de eerste scène van de tweede akte van ‘Luisa Miller’. Dirigent Gianandrea Noseda begeleidt toegewijd met het Orchestra Teatro Regio Torino, waarvan hij al sinds 2007 chefdirigent is. De keuze van drie opera’s die zijn gebaseerd op werken van Friedrich Schiller – ‘Maria Stuarda’, ‘I Masnadieri’ en ‘Luisa Miller’ – is een leuke bijkomstigheid. De titel van de CD is overigens misleidend, want de helft van het repertoire op de CD is geen belcanto. Het CD-boekje bevat een kort, reclame essay van Axel Brüggeman en de complete teksten van de opgenomen fragmenten.
Erato 0825646166749 (1CD)