02-04-2015
De mezzosopraan Barbro Ericson werd op 2 april 1930 in de Zweedse plaats Halmstad geboren.
Barbro Ericson studeerde aan de Musikhögskolan och Operahögskolan in Stockholm en maakte haar operadebuut in 1956. In 1964 zong zij voor het eerst in Bayreuth als Kundry in ‘Parsifal’ en Venus in ‘Tannhäuser’ en op 21 november 1967 trad zij voor het eerst op in de Metropolitan Opera van New York als Siegrune in ‘Die Walküre’ van Wagner. In het seizoen 1976/1977 zong zij in de Met nog de rol van Herodias in vijf voorstellingen van ‘Salome’ van Richard Strauss. Op 16 juni 1982 was zij voor het eerst op het podium van de Scala in Milaan in de mezzopartij in ‘Les Noces’ van Stravinsky. Verder bracht haar internationale carrière haar naar Salzburg, de Bayerische Staatsoper van München en de Royal Opera House Covent Garden in Londen. Zij portretteerde meer dan 100 verschillende rollen, vooral in het grote mezzorepertoire van Wagner, Verdi en Richard Strauss. Daarnaast zong zij de rol van Orfeo in ‘Orfeo ed Euridice’ van Gluck en Santuzza in ‘Cavalleria Rusticana’ van Mascagni. In het moderne genre trad zij op in rollen als Baba the Turk in ‘The Rake’s Progress’ van Stravinsky, Mescalina in ‘Le Grand Macabre’ van Ligeti, Marie in ‘Wozzeck’ van Berg en Madame de Croissy in ‘Dialogues de Carmélites’ van Poulenc. Haar stem is op live-opnamen te horen als onder andere Kundry in ‘Parsifal’ (Bayreuth, 1964), Amme in ‘Die Frau ohne Schatten’ van Richard Strauss (Londen, 1975), Amneris in ‘Aida’ van Verdi (Londen, 1960; Londen, 1966) en Klytämnestra in ‘Elektra’ van Richard Strauss (Stockholm, 1965). Ook speelde Barbro Ericson in de Zweedse speelfilms ‘Marianne’ (1953), ‘Domaren’ (1960), ‘Svenska Bilder’ (1964) en ‘Troll’ (1971).
Kijk op YouTube
© Bayreuther Festspiele