19-03-2015

De Engelse mezzosopraan Nancy Evans werd op 19 maart 1915 in Liverpool geboren.

Nancy Evans studeerde zang bij John Tobin, Maggie Teyte en Eva de Reusz en maakte op 18-jarige leeftijd haar recitaldebuut in haar geboortestad. In 1935 werkte zij als Dido mee aan de studio-opname van de opera ‘Dido and Aeneas’ van Purcell voor Decca. Zij maakte in 1938 haar operadebuut in ‘The Rose of Persia’ van Arthur Sullivan in de Prince’s Theatre van Londen en daarna volgde een aantal kleinere rollen bij de Royal Opera House Covent Garden. 

In 1941 trouwde zij met de platenproducent Walter Legge. Dit huwelijk werd in 1948 ontbonden.

Nancy Evans alterneerde in 1946 in Glyndebourne met Kathleen Ferrier in de titelrol van ‘The Rape of Lucretia’ van Benjamin Britten. Daarna werd zij lid van diens English Opera Group. Met dit gezelschap zong zij in 1947 de rol van Nancy in de wereldpremière van de opera ‘Albert Herring’ en verdere voorstellingen van ‘The Rape of Lucretia’ tijdens een Britse en Europese tour. In 1948 zong zij de rol van Polly in Brittens versie van ‘The Beggar’s Opera’. Britten schreef verder voor haar nog zijn liederencyclus ‘A Charm of Lullabies’.

In 1949 trouwde zij de producent en librettist Eric Crozier, die met Britten en Peter Pears medeoprichter was van het Aldeburgh Festival.

Na haar afscheid gaf Nancy Evans les aan de Britten-Pears School in Snape Maltings. Zij werd in 1991 onderscheiden met de Order of the British Empire. Nancy Evans overleed op 20 augustus 2000 op 85-jarige leeftijd in Aldeburgh.

Kijk op YouTube