26-02-2015

De sopraan Ruth-Margret Pütz werd op 26 februari 1930 in Krefeld geboren.

Ruth-Margret Pütz studeerde in Krefeld bij Berthold Pütz en kwam in 1950 naar het Opernhaus van Keulen, waar zij als Nuri in ‘Tiefland’ haar debuut maakte. Tussen 1951en 1957 was zij geëngageerd door de Staatstheater Hannover. Hier studeerde zij verder bij Otto Köhler. In 1957 gasteerde zij bij het Opernhaus van Zürich als Agnes in ‘Die Schule der Frauen’ van Rolf Liebermann en bij de Staatsoper von Stuttgart als Gilda in ‘Rigoletto’. In Stuttgart had zij in succes als Zerbinetta in ‘Ariadne auf Naxos’ van Richard Strauss. Zij zou meer dan twintig jaren aan de Stuttgarter Oper verbonden zijn. Hier werkte zij op 2 juni 1966 ook mee aan de wereldpremière van de opera ‘Siebzehn Tage und vier Minuten’ van Werner Egk.

Bij de Bayreuther Festspiele zong zij in 1959 en 1960 een Blumenmädchen in ‘Parsifal’ en in 1960 ook de Waldvogel in ‘Siegfried’. Zij gasteerde verder tussen 1963 en 1968 bij de Hamburger Staatsoper, onder andere in 1965 in de wereldpremière van ‘Das Lächeln am Fuße der Leiter’ van Antonio Bibalos. Bij de Wiener Staatsoper gasteerde zij tussen 1958 en 1970 in 37 voorstellingen als Zerbinetta, Konstanze in ‘Die Entführung aus dem Serail’, Sophie in ‘Der Rosenkavalier’, Musetta in ‘La Bohème’, Marzelline in ‘Fidelio’, Susanna in ‘Le Nozze di Figaro’, Gilda, Oscar in ‘Un Ballo in Maschera’ en Pamina in’Die Zauberflöte’. Bij de Salzburger Festspiele had zij in 1961 succes als Konstanze. In datzelfde jaar ondernam zij een tournee in Rusland. Verder trad zij op in Buenos Aires, Helsinki, bij de Deutsche Oper Berlin, bij de Deutsche Oper am Rhein Düsseldorf-Duisburg, in Frankfurt, Karlsruhe, Kassel, bij de Staatsoper München, in Lyon, Straatsburg, Nice, in het Teatro dell’Opera van Rome, Venetië en Napels, in Lissabon en Barcelona.

Verder partijen van haar repertoire waren Carolina in ‘Il Matrimonio Segreto’ van Cimarosa, Despina in ‘Così Fan Tutte’, Lucia di Lammermoor, Rosina in ‘Il Barbiere di Siviglia’, Adina in ‘L’Elisir d’Amore’, Norina in ‘Don Pasquale’, Traviata, Liù in ‘Turandot’ van Puccini, Frau Fluth in ‘Die lustigen Weiber von Windsor’ van Nicolai en Ighino in ‘Palestrina’ van Hans Pfitzner.

Haar stem is vastgelegd door labels als Opera (‘Magnificat’ van J.S. Bach), HMV-Electrola (‘Die lustigen Weiber von Windsor’ en ‘Undine’ van Lortzing), Columbia (‘Il Barbiere di Siviglia’, Königin der Nacht in ‘Die Zauberflöte’), BASF (‘Trionfi’ van Orff), Telefunken, Eurodisc-Ariola (Amor in ‘Orfeo ed Euridice’ van Gluck), Barcarole, Eterna-Berlin Classics (‘Il Barbiere di Siviglia’) en Melodram (Konstanze in ‘Die Entführung aus dem Serail’).

Kijk op YouTube