1.
Deze opname van ‘L’Orfeo’ (Mantua, 1607) van Claudio Monteverdi (1567–1643) werd in februari 2007 gemaakt in de Accademia di Santa Cecilia van Rome ten tijde van een concerttour van het ensemble Concerto Italiano. Dirigent Rinaldo Alessandrini gebruikte – en bewerkte – hiervoor de partituur van ‘Orfeo’ uit 1609, die gepubliceerd werd voor de herneming in Mantua. Het is een opname van ‘L’Orfeo’ waarin alles klopt. Elke noot van het orkest en de zangers is hier uiterst verzorgd. De bezetting bestaat geheel uit Italiaanse zangers. De bariton Furio Zanasi geeft een uitstekend portret van Orfeo. Zijn romige timbre en Italiaanse dictie zijn heerlijk om naar te luisteren. Hij zingt virtuoos en expressief en in de aria “Possente spirto” toont hij zich een ware meester van de zangkunst. En zijn baritonale klank past goed in de laatste akte. De sopraan Anna Simboli is een delicate Euridice en zingt ook de rol van Proserpina. De sopraan Monica Piccinini geeft betekenis aan de partij van La Musica, heeft een prettige klank, zingt virtuoos en doseert haar vibrato mooi. De alt Sara Mingardo heeft een diep droevig timbre voor Messaggiera en een prima stijlgevoel. Het “In un fiorito prato” in de tweede akte zingt zij aangrijpend. Ook is zij een aansporende Speranza met een stralende hoogte. De bas Sergio Foresti is een strenge Caronte met een goed open geluid en ook Antonio Abete heeft een fraai donkere bas voor Pluto. De verzorgde ensembles zijn eveneens aantrekkelijk en de becommentariërende herders zijn goed contrasterend. Alessandrini – zelf op klavecimbel en orgel – neemt verrassende tempi en leidt het fris en nauwkeurig spelende Concerto Italiano.
Naïve OP 30439 (2 CDs)
2.
Deze opname werd door het label Virgin tussen 15 en 22 januari 2003 gemaakt in de kerk Notre Dame du Liban van Parijs. Dirigente Emmanuele Haïm is de ster van deze opname. Zelf op klavecimbel, orgel en regaal leidt zij het sprankelend spelende Le Concert d’Astrée verzorgd. De tenor Ian Bostridge is helaas geen ideale Orfeo. Zijn vibrato is vaak onrustig en lijkt zijn eigen weg te gaan. Maar Bostridge is levendig en sprekend en dat maakt veel goed. Patrizia Ciofi is een serene Euridice. Haar “Così per troppo amor” in de vierde akte is ronduit ontroerend. De Franse sopraan Natalie Dessay zingt La Musica in de eerste akte treffend en met strakke coloraturen, maar in wazig Italiaans. De mezzosopraan Alice Coote is een veelkleurige Messaggiera Silva in de tweede akte en haar klank doet soms denken aan Jessye Norman. In de derde akte zijn de Italiaanse alt Sonia Prina als Speranza en de Italiaanse zwarte bas Mario Luperi als Caronte indrukwekkend, de beste vertolkingen van deze partijen op CD. Ook de overige rollen zijn luxe bezet met in de vierde akte Véronique Gens als Proserpina en in de laatste akte Christopher Maltman als Apollo. Het geluid van de opname is fraai helder. Instrumentaal is dit de beste uitvoering van ‘L’Orfeo’ en met een betere tenor was zij ideaal geweest.
Virgin 9 48253 2 (2 CDs)
3.
Deze opname is gemaakt in de kerk San Carlo van Modena in februari 2006. Ook hier wordt de editie van 1609 gebruikt en ook hier komen alle zangers uit Italië. De tenor Mirko Guadagnini heeft een prettig timbre voor Orfeo, een goede dictie en zingt met een mooie flow en prachtige lijnen. Zijn “Possente Spirto” is niet zozeer virtuoos als wel expressief. Luister naar zijn hartverscheurende “Rendetemi il mio ben”! Helaas evenaren de andere zangers niet zijn niveau. De sopraan Emanuela Galli is een breekbare Euridice, maar haar bleke tonen zijn een kwestie van smaak en haar vibrato is soms onduidelijk. Wel zingt zij in mooi Italiaans en heeft zij in haar dubbelrol van La Musica fraaie boxtrillers. De mezzosopraan Marina De Liso als Messaggiera, José Lo Monaco als Speranza en Salvo Vitale als Caronte hebben aangename stemmen, maar geen grote, persoonlijke uitdrukkingskracht. De bas Matteo Bellotto is een indrukwekkend sonore en rigide Pluto in de vierde akte en de alt Cristina Calzolari brengt een indringende smeekbede als zijn vrouw Proserpina. Dirigent Claudio Cavina laat het Ensemble La Venexiana jammer genoeg niet sprankelen en leidt nogal droog en soms zelfs log. De opname is wollig.
Glossa GCD 920913 (2 CDs)
4.
De andere twee recente opnamen zijn gemaakt met Engelstalige zangers. Dirigent Andrew Parrott maakte tussen 23 en 28 juli 2012 een registratie van ‘L’Orfeo’ in de Church of St Michael & All Angels van Oxford. Hij gebruikte de 1609 én de 1615 partituur en legt bij de Anglo-Amerikaanse zangers de nadruk op “licht” en verstaanbaarheid. De Engelse tenor Charles Daniels zingt Orfeo veelal non-vibrato, zonder resonansen en ongesteund zonder legato. Zijn “Possente Spirto” is evenwel virtuoos gezongen. De Britse sopraan Faye Newton is een pure Euridice. De Engelse countertenor David Hurley als La Musica – tijdens de première werd La Musica door een castraat gezongen – is eenkleurig en niet expressief. De Amerikaanse sopraan Emily Van Evera – een favoriet van Parrott – is voor Messaggiera helaas te licht en is in het pleidooi van Proserpina ook niet erg overtuigend. De Engelse mezzo Clare Wilkinson is een passend luchtige Speranza. De Amerikaanse bas Curtis Streetman geeft als Caronte de meest indrukwekkende vertolking van deze opname. Het Taverner Consort speelt onberispelijk, maar zonder veel uitdrukkingskracht. De opname bezit overigens zeer veel galm.
Avie AV2278 (2 CDs)
5.
De zangers op deze opname zijn allen Amerikanen. De registratie werd gemaakt tussen 6 en 8 augustus 2006 in de Rogers Center for the Arts van het Merrimack College in de plaats North Andover. De tenor Frank Kelley zingt de partij van Orfeo met een enigszins geaffecteerde klank, veel vibrato en weinig resonansen in de hoogte. De sopraan Roberta Anderson heeft als Euridice – en als Nymf in de tweede akte – geen echt persoonlijk timbre. De mezzosopraan Laurie Monahan is niet virtuoos als La Musica, maar is wel een tragische Messaggiera. De mezzosopraan Deborah Rentz-Moore heeft een droevige klank voor Speranza en de bas-bariton David Ripley heeft helaas te weinig resonansen voor Caronte. De sopraan Sharon Baker als Proserpina en de bas Robert Honeysucker als Pluto maken meer indruk. Dirigent Daniel Stepner leidt enigszins zakelijk en legt voor de laatste noot van een frase steeds een voorspelbare pauze. Het ensemble Aston Magna speelt met verve.
Centaur CRC 2931/2932 (2 CDs)