16-05-2014

Op 16 mei 2014 is de Bulgaarse bas Nicola Ghiuselev overleden.

Nicola Ghiuselev werd op 17 augustus 1936 in de Bulgaarse stad Pavlikeni geboren. Hij studeerde zang in Sofia en maakte zijn professionele operadebuut in 1960 bij de Nationale Opera van Sofia als Timur in ‘Turandot’ van Puccini. Hij maakte op 29 december 1965 zijn debuut in de Metropolitan Opera House van New York als Ramfis in ‘Aida’ van Verdi. Hij was in de Met in vier seizoenen met zes rollen (Boris Godoenov, Timur, Raimondo, Commendatore, Colline) in 24 voorstellingen te horen. Ghiuselev zong verder in alle grote operahuizen van de wereld, waaronder de Berliner Staatsoper, de Scala van Milaan, de Wiener Staatsoper, L’Opéra de Paris, het Teatro Liceu van Barcelona, de Royal Opera House Covent Garden van Londen, de Arena van Verona en de Salzburger Festspiele. Ghiuselev zong in 1966 de rol van Filippo II in de opera ‘Don Carlos’ van Verdi in het kader van het Holland Festival te Amsterdam.

De stem van Ghiuselev is in de studio vastgelegd in integrale partijen van Escamillo in ‘Carmen’ van Bizet (Electrecord, 1960), Galitzky in ‘Prince Igor’ van Borodin (Sony, 1987), de titelrol in ‘Ivan Sussanin’ van Glinka (Capriccio, 1986), Marcel in ‘Les Huguenots’ (Decca, 1969 / Erato, 1988), Commendatore in ‘Don Giovanni’ van Mozart (Chandos, 1990), de titelrol in ‘Boris Godoenov’ van Moessorgsky (Harmonia Mundi, 1973), Dosifej in ‘Chowanschtschina’ van Moessorgsky (Sony, 1986), Lindorf in ‘Les Contes d’Hoffmann’ van Offenbach (EMI, 1964), Alvise in ‘La Gioconda’ van Ponchielli (Decca, 1967), Mickail Illarionovitsch Koetoesov in ‘Oorlog en Vrede’ van Prokofiev (Erato, 1986), de titelrol in ‘Aleko’ van Rachmaninov (Capriccio, 1973), Vadertje Vorst in ‘Sneeuwvlokje’ van Rimsky-Korsakov (Capriccio, 1984), Orbazzano in ‘Tancredi’ van Rossini (Warner Fonit Cetra, 1978), Gremin in ‘Jevgeni Onjegin’ (Sony, 1988) en Ramfis in ‘Aida’ (Harmonia Mundi, 1967). Andere rollen die tot zijn repertoire behoorden waren Padre Guardiano in ‘La Forza del Destino’, de titelrol in ‘Attila’, Banquo in ‘Macbeth’, Zaccaria in ‘Nabucco’, Silva in ‘Ernani’, Enrico in ‘Anna Bolena’, Giorgio in ‘I Puritani’, Creonte in ‘Medea’, de titelrol in ‘Mosè in Egitto’ en Méphistophélès in ‘Faust’.