© Chris Bouws

In memoriam Johan van de Camp

De Nederlandse dirigent Johan van de Camp is op dinsdag 21 augustus 2012 overleden. Van de Camp leidde ruim 30 jaar het Utrechts Operakoor.

Johan van de Camp werd op 28 september 1937 als Johannes Henricus Martinus Maria van de Camp geboren te Amsterdam en zong als jongenssopraan bij het beroemde koor van de St. Willibrorduskerk in zijn geboorteplaats dat onder leiding stond van Theo van der Bijl. Hij kreeg zangles van Margreet Honig en deed veel zangervaring op in het koor van de Nederlandse Bach Vereniging onder leiding van Charles de Wolff, voor wie hij wel eens inviel. Vanaf 1965 was Johan van de Camp dirigent van het Purmerends Gemengd Koor. In 1970 behaalde hij het diploma koordirectie aan de Muziek Pedagogische Academie in Alkmaar en na diverse kleinere koren te hebben geleid kwam hij in 1981 bij het Utrechts Operakoor. Tevens gaf hij leiding aan de Utrechtse Oratorium Vereniging en het Purmerends Gemengd Koor. In 1994 gaf hij met deze drie koren – 350 zangers in totaal – een uitvoering van het ‘Messa da Requiem’ van Giuseppe Verdi.

Verdienste

Johan van de Camp heeft veel betekend voor jonge Nederlandse zangers. Met hen voerde hij bij het Utrechts Operakoor veel opera’s op. Zo zette hij voor hen grote werken op het repertoire, zoals ‘I Lombardi’ [1993 en 2002], ‘La Traviata’ [1996], ‘Attila’ [1997 en 2011], ‘Ernani’ [2000 en 2001], ‘Macbeth’ [2003], ‘Nabucco’ [2004] en ‘Oberto’ [2007] van Verdi, ‘Faust’ van Gounod [1989], ‘Orfeo ed Euridice’ van Gluck [1990], ‘La Sonnambula’ van Bellini [1995 en 2008], ‘Les Pêcheurs de Perles’ van Bizet [1998] en ‘Cavalleria Rusticana’ van Mascagni [2009]. In oktober 2000 ontving Johan van de Camp een onderscheiding van de stad Utrecht voor zijn verdienste als koordirigent. In 2004 werd hij bij zijn veertigjarig jubileum in zijn woonplaats benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau. Tevens is hem bij die gelegenheid door burgemeester Leen Verbeek uitgereikt de zilveren speld van de stad Purmerend vanwege de culturele bijdrage die hij in zijn functie als dirigent van dit grote klassieke koor aan Purmerend verleende.

Vakbekwaam

“Van de Camp stond bekend om zijn grote vakbekwaamheid, muzikaliteit en unieke humor”, zegt Hilde Bakker, secretaris van het Utrechts Operakoor. “Zijn hart lag bij het oratorium en opera. Onder zijn inspirerende leiding zette het Utrechts Operakoor een keur van opera’s op de planken van Muziekcentrum Vredenburg. Tijdens de concerten leidde hij ook het symfonieorkest en de professionele solisten, en bracht het geheel naar grote muzikale hoogten. Italiaanse belcanto was favoriet bij Van de Camp, met componist Verdi bovenaan”, aldus Hilde Bakker. “Je merkte dat Johan kritischer werd als de uitvoeringsdatum naderde”, vertelt koorlid Anniet Verleun-Van Eck. “Hij genoot van de samenwerking met al die jonge mensen. Een grote indruk heeft hij op mij gemaakt, toen hij drie weken na het overlijden van zijn vrouw toch ons jubileumconcert op 9 mei 2004 dirigeerde. Wij zullen zijn kennis en vakbekwaamheid missen”. Ook koorlid Heleen Hutink herinnert zich zijn toewijding. “Johan was een man van verantwoording en plichten. Hij was zelden afwezig of ziek. Met pianist Eric Noya was hij een echte eenheid en met humor bracht hij deze harmonie in het koor. Johan, wij zijn je heel dankbaar!”

Liefde voor zangers

Sopraan Francis van Broekhuizen herinnert Johan van de Camp als een lieve, oermuzikale, belcantokennende, goede dirigent. “De eerste keer dat ik bij het UOK zong was tijdens de ‘Oberto’ van Giuseppe Verdi. Ik vond het geweldig, dat er een koor was dat nog echt belcantorepertoire zong. Wat me bij de eerste repetities thuis bij Johan meteen opviel, waren de enorme stapels muziek in zijn studeerkamer, waartussen ik met mijn partituur stond te zingen! Johan speelde dan de pianopartij met verve en gaf aan wat hij wilde. Wat wist hij veel over de sfeer en de manier waarop je belcanto moest uitvoeren! Ik voelde dat ik te maken had met iemand met enorm veel ervaring en liefde voor zangers. Ondertussen maakte Johan ook veel grappen en zong hij alles voor in falset met een hele hoge klank! Dat vond ik erg geestig, maar het was altijd op de absolute toonhoogte. Ik heb ‘Oberto’, ‘La Sonnambula’, ‘Cavalleria Rusticana’ en ‘Attila’ met hem mogen zingen en daarnaast deed ik ook mee aan zijn concerten. Hierbij maakten Johan, pianist Eric Noya en ik altijd veel grappen in de kleedkamer en hadden we de grootste lol. Ik zal Johan erg missen”

Verknocht aan het maken van muziek

“We zullen hem missen in Nederland!”, zegt ook de Nederlandse heldentenor Frank van Aken. “Johan en ik zongen eind jaren tachtig samen in het Bachkoor Holland onder leiding van Charles de Wolf en ik ging altijd naast Johan staan, omdat hij zo goed van blad kon lezen. Al tijdens mijn eerste jaren op het Conservatorium van Utrecht vroeg hij mij voor solistische rollen bij Het Utrechts Operakoor. Daarna heb ik vaak met hem mogen werken. Nog in 2010 had ik het voorrecht gehad, dat Johan aanbood bij ons concert in Laren in 2010 de blaadjes van de pianist Eric Noya om te slaan! Johan van de Camp was uiterst muzikaal en had een instinctief gevoel voor het juiste tempo in Italiaanse muziek. Van dichtbij heb ik kunnen zien hoe dol alle koorleden op hem waren en hoezeer hij verknocht was aan het maken van muziek.”

Alles

Wegens ziekte moest Johan van de Camp een jaar geleden al het dirigeerstokje neerleggen. Hij was niet van plan geweest om te stoppen en des te harder moet het voor hem zijn geweest niet meer in staat te zijn om zich met zijn “alles” te kunnen bezighouden. Muziek was zijn “alles”. Johan van de Camp werd op maandag 27 augustus 2012 op de Algemene Begraafplaats aan de Veldweg te Soest begraven. Het was een ingetogen plechtigheid. Er werd een mis voor mannenkoor van Lorenzo Perosi uitgevoerd, zangers van zijn verschillende koren brachten een choraal van Bach ten gehore en mezzosopraan Alexandra d’Espinoza zong het “Ave Maria” van Bach, begeleid aan het orgel door Wybe Kooimans. Met het overlijden van Johan van de Camp verliest Nederland een belangrijk musicus.