© Monika Rittershaus
Karin Strobos redt ‘Der Rosenkavalier’ bij De Nederlandse Opera
De productie ‘Der Rosenkavalier’ van De Nederlandse Opera in 2004 werd geteisterd door tegenslagen. Vijf maanden voor de première overleed de sopraan Susan Chilcott, die in de productie de Feldmarschallin zou vertolken. Het was de laatste productie van Edo de Waart als chefdirigent bij DNO en tijdens de repetitieperiode werd regisseur Willy Decker ziek, waarna de enscenering werd ingevuld door Brigitte Fassbaender. Heel verstandig was het dan ook niet van DNO om de première van de reprise van deze productie op vrijdag de 13e plannen.
Voor aanvang van de première van de opera ‘Der Rosenkavalier’ (1911) van Richard Strauss (1864 – 1949) kwam hoofd artistieke zaken van DNO Hein Mulders – die net als artistiek directeur Pierre Audi en zakelijk directeur Truze Lodder per 2013 vertrekt bij DNO – voor het doek en vertelde aan het publiek, dat Magdalena Kožená en Michelle Breedt hadden afgezegd voor de rol van Octavian. Op typerende liefdeloze toon en met nonchalance kondigde hij als vervangster de mezzosopraan Karin Strobos aan, die hierdoor als Octavian haar grote DNO debuut maakt, iets waar iedere jonge Nederlandse zanger toch van droomt.
De operaliefhebbers wisten al van de sensatie, die Karin Strobos met haar Octavian vorig jaar bij Opera Zuid teweeg had gebracht. Zoals eerder geschreven: “Zij is geloofwaardig als de jongen van zeventien jaar en twee maanden. Gepassioneerd toont zij diens superieure edelheid en mannelijke kracht. Met haar intense expressie en stralende stem, die nergens forceert en altijd vrij klinkt, betovert Karin Strobos het publiek.” Ongelooflijk ook hoe tekstvast zij is en bij haar uitroep in de finale van de eerste akte “Bichette, wo ist Sie denn?” krijg je kippenvel. Karin Strobos kreeg terecht aan het einde het grootste applaus.
Anne Schwanewilms zingt zo te horen haar eerste Feldmarschallin en heeft tekstueel en vooral muzikaal nogal wat slordigheden. Zij houdt zich onderkoeld met non-vibrato tonen in. Zij houdt ook van lispelen en de medeklinkers in woorden als “jetzt” en “gepflogenheiten” zijn koren op haar molen. Veteraan Kurt Rydl is kostelijk als Baron Ochs auf Lerchenau en heeft nog een lekkere lage C in huis. Sally Matthews heeft helaas niet de lyrische coloratuursopraan voor Sophie. Net als in 2004 zijn Brian Galliford als de Haushofmeister bei Faninal en Ellen van Haaren als Jungfer Marianne Leitmetzerin fantastisch vermakelijk en je kunt je ogen niet van ze afhouden. Sir Simon Rattle is weer even terug bij het Rotterdams Philharmonisch, het orkest waar sinds 1978 met steeds grotere intervallen de rol van vaste gastdirigent vervult. De langgerekte, eerste akte heeft een enigszins begrafenistempo, maar de beide laatste akten zijn sterk. Na een rommelig begin weet hij de spanning van de lijnen vast te houden, de ritmische stuwing te laten leven en de structuur helder te houden. DNO had hem een betere bezetting kunnen bieden.
Zijn concept van deze ‘Der Rosenkavalier’ is nog steeds van Willy Decker ingevuld met een sterke personenregie van Brigitte Fassbaender. Het decor is zoals altijd bij Decker een bouwdoos en deze keer schuin mogelijk ten teken van de bedorven Weense maatschappij in die tijd met overspel en intriges. Het decor had in de tweede akte vanwege akoestieke redenen beter tot de helft kunnen worden gebracht, ant het is een grote ruimte waarin niet veel gebeurt. Fassbaender zet gedetailleerd het verhaal neer en elk personages is tot in de puntjes uitgewerkt. Sommige details – zoals lucht dat uit een theekannetje geschonken wordt – verdienen nog aandacht. Wellicht was Fassbaender zelf ook niet tevreden met het eindresultaat, want bij het eindapplaus was zij er niet.
De enquête, die na afloop van de voorstelling aan de bezoekers werd meegegeven, is een farce en zegt veel over de mate van zelfreflectie van DNO. Bij de vraag “welke eigenschappen passen goed bij DNO” kan men alleen een keuze maken uit de antwoorden “ruig, sympathiek, goedig, mannelijk, uniek, zachtmoedig, vrouwelijk, ferm, gedurfd, non-conformistisch, opgewekt, degelijk, creatief, zelfverzekerd, actief of precies”. De keuze “arrogant” kan men helaas niet invullen.