Spanningsloze ‘Die Entführung aus dem Serail’ bij De Nederlandse Opera

Contracteer een theaterregisseur die nog niet eerder opera heeft gedaan en een beginnende, buitenlandse dirigent en zangers en je krijgt een provinciaalse voorstelling van ‘Die Entführung aus dem Serail’ van Wolfgang Amadeus Mozart (1756 – 1791) passend bij het middelmatige niveau van De Nederlandse Opera (DNO) van dit seizoen.

Mozart componeerde aan ‘Die Entführung aus dem Serail’ langer dan aan zijn andere opera’s. De wereldpremière was in 1782 en het was Mozarts eerste succes aan het Weense hof. De tekst van de opera is, in tegenstelling tot zijn latere opera’s, volledig ondergeschikt aan de muziek. Er zijn nog geen uitgesponnen finales met opstapelingen van spanning en verwarring en er bestaat nog een scheiding tussen de serieuze en de komische wereld. Mede hierdoor wordt de opera vaak een gebrek aan eenheid verweten.

De regisseur van de DNO productie is Johan Simons (Heerjansdam, 1946). Simons komt uit de theaterwereld en ‘Die Entführung aus dem Serail’ is zijn tweede operaregie. In deze voorstelling laat hij zien dat hij weinig geleerd heeft van het Parijse debacle van zijn ‘Simon Boccanegra’, waar hij werd getrakteerd op een oorverdovend boegeroep. Ook in deze ‘Die Entführung aus dem Serail’ wordt alles teruggebracht tot het idee van het concept. Het gouden eenheidsdecor (in Parijs zilver) met veel dode ruimte helpt daarbij ook al niet. Verder wordt Simons nerveus als er meer dan twee mensen tegelijk op het toneel staan en met een koor weet hij al helemaal niet om te gaan (een typisch probleem van beginners in opera). Door dit alles doet zijn enscenering onbeholpen en stijf aan en is er geen spanning.

Gelukkig staat zo’n regie de zangers niet in de weg. De hoofdrol is voor de oudgediende Oostenrijkse mega bas Kurt Rydl (www.kurt-rydl.com) als een fantastische buffo Osmin. De Amerikaanse sopraan Laura Aikin heeft als Konstanze helaas niet de ‘geläufige Gurgel’ die Mozart voor ogen had. Ze zet hoge(re) noten telkens onnodig zacht aan, wat een irriterend maniertje wordt. Met Mozarts eigen dynamiek heeft Aikin het trouwens al lastig genoeg. De overige drie rollen worden ingevuld door jonge beginnende buitenlandse zangers. We hebben goede hoop dat het nieuwe hoofd artistieke zaken in de toekomst voor deze rollen zijn oor te luister legt bij Nederlandse zangers en wellicht aangehoord wordt door de artistiek directeur. De acteur Steven Van Watermeulen moet nog leren te differentiëren tussen de ich- en ach-Lauts. De Griekse dirigent Constantinos Carydis dirigeert het Nederlands Kamerorkest strak en duidelijk en souffleert de zangers uit z’n hoofd. Toch is de orkestklank zonder de fraaie kleuren en spanning, die Jed Wentz vorig seizoen uit het orkest Musica ad Rhenum toverde bij de Nationale Reisopera.

Net als bij vorige premières bevond er zich een “claque” (= applausmaker) rechts achterin de zaal, die zich nu toch wel erg opvallend gaat gedragen. En dat ook de premièrekaarten voor deze ‘Die Entführung aus dem Serail’ in de uitverkoop waren zegt iets over de toestand waarin het huidige DNO zich bevindt. Hoe lang moet het Nederlandse operapubliek dit bedroevende niveau nog aanzien van ‘s Nederlands grootste muziektheater? De Nationale Reisopera gaat de directe concurrentiestrijd aan met een verkorte versie van ‘Die Entführung aus dem Serail’ met uitsluitend Nederlandse zangtalenten in de Engelenbak in Amsterdam van 21 t/m 23 februari.