© Pedro Malinowski
‘Der Kaiser von Atlantis’ in Gelsenkirchen belangrijk maatschappelijk project
Grote kunst heeft het vermogen de beperkte omstandigheden te overstijgen, waaruit zij is ontstaan. Als er één opera is waarvoor dit geldt dan is het wel ‘Der Kaiser von Atlantis’ van Viktor Ullmann. De eenakter wordt opgevoerd door het MiR-Jugend-Orchester van Gelsenkirchen.
De Tsjechische componist Viktor Ullmann (1898 – 1944) schreef de eenakter ‘Der Kaiser von Atlantis’ in het concentratiekamp Theresienstadt, het voorbeeldkamp van de Nazi’s, dat diende om de buitenlandse waarnemers over de ware toestanden in de concentratiekampen te misleiden. In feite was Theresienstadt een doorgangskamp en werden Ullmann, de librettist van ‘Der Kaiser von Atlantis’ Peter Kien, hun echtgenotes en hun ouders uiteindelijk door de Nazi’s in Auschwitz vermoord.
‘Der Kaiser von Atlantis’ is een aangrijpende parabel over de tiran Kaiser Overall, die heerst totdat de Dood zijn dienst weigert. De parabel beeldt de totaliteit en gruwelijkheid van Hitlers heerschappij over het Duitsland in de jaren 30 en 40 uit. Ullmann componeerde het werk in een aantal maanden van 1943, voerde begin 1944 een aantal veranderingen door, repeteerde de opera in augustus en september van 1944 in blok L 411 van Theresienstadt en werd op 16 oktober 1944 naar Auschwitz gedeporteerd, waar hij twee dagen later werd vergast. ‘Der Kaiser von Atlantis’ leefde echter voort, beleefde haar première in 1975 in Amsterdam en wordt ieder jaar in verschillende producties ter wereld opgevoerd.
De nieuwe productie van ‘Der Kaiser von Atlantis’ van het Musiktheater im Revier van Gelsenkirchen gaat in première op de Holocaust-gedenkdag in Israël. Het MiR-Jugend-Orchester van Gelsenkirchen heeft een uitdagend project opgezet. Ullmann schrijft een ongewone bezetting voor, enerzijds wellicht vanwege de omstandigheden in Theresienstadt en anderzijds, omdat Ullmann met deze instrumenten verschillende muzikale tijdperken kon aanduiden. Het MiR-Jugend-Orchester bevat alle instrumenten, die Ullmann noemt. De strijkers van het jeugdorkest zijn gedoubleerd, aangezien de solopartijen te veeleisend zijn voor de jonge strijkers. En in plaats van de cembalo van Ullmann is er een piano, een harmonium en begeleidt dirigent Dirk Erdelkamp zelf de recitatieven op een clavichord.
Een eenduidige en historische versie van ‘Der Kaiser von Atlantis’ bestaat niet. Ullmann bracht na het voltooien van de opera op 18 november 1943 nog talrijke veranderingen aan in het werk en ook tijdens de repetitieperiode voerde hij nog vele revisies door. Daarom is het uitdagend een uiteindelijke, eerlijke versie op te voeren van deze opera. Daarbij dienen notities uit de verschillende episoden te worden onderscheiden en beschadigingen die door de jaren heen aan de opera zijn aangebracht te worden herkend. In de productie van Gelsenkirchen is gelukkig gekozen voor de eerste versie van de aria van de Trommler in de eerste scène, met het gewaagde citaat op de vervreemde melodie van het Deutschlandlied. Ullmann zwakte de aria later af en liet het citaat weg. Een lelijke fout in de uitvoering van Gelsenkirchen is het opsplitsen van het “Dodendans-intermezzo” in een deel aan het begin van de tweede scène en een deel aan het einde ervan. Een andere bedenkelijke keuze in deze uitvoering is de tweede, afgezwakte en zwakkere versie van de Abschiedsaria van de Keizer. In de eerste, cynische versie van Peter Kien vindt de zuivering van de onmens (de Keizer) met diens dood plaats, terwijl in de tweede versie op tekst van Felix Braun de Keizer opeens sympathiek wordt. Deze laatste versie vond Ullmann uiteindelijk wellicht dragelijker in de ogen van de lijdenden in Theresienstadt, maar is dramaturgisch niet sterk en gaat voorbij aan het voorafgaande van het verhaal. En muzikaal is de tweede versie helaas ook zachter en vrolijker.
Er zijn zeven solisten, waarvan vijf uit het ensemble van Gelsenkirchen en voor de twee baspartijen van de Lautsprecher en de Dood zijn zangers van buiten het ensemble geëngageerd. Er is gekozen voor twee verschillende tenoren en geen dubbelrollen, zoals bij de repetities in Theresienstadt het geval was.
Regisseur Carsten Kirchmeier vertelt het verhaal duidelijk. Zijn productie vertoont opvallende overeenkomsten met de enscenering van Markus Kopf uit Münster van 2010. De Lautsprecher zit in de wachttoren en overziet de zwarte bühne achter het orkest en ook hier ontkleedt zich de Keizer in de finale, ook al was hij in Münster uiteindelijk volledig naakt, zoals de gevangenen in Auschwitz zich moesten uitkleden, voordat zij door een douche van Zyklon B werden vergast.
Met vier voorstellingen van ‘Kaiser von Atlantis’ – de première was uitverkocht – heeft het MiR-Jugend-Orchester van Gelsenkirchen een project opgezet, dat met zijn maatschappelijke relevantie inhoudelijk en muzikaal appelleert aan zowel de jonge musici als hun publiek.