© Bernd Uhlig

Eva-Maria Westbroek parel van ‘La Forza del Destino’ in Brussel

De laatste productie van De Munt operagezelschap in Brussel dit seizoen is ‘La Forza del Destino’ van Giuseppe Verdi (1813 – 1901). De wereldpremière van St. Petersburg in 1862 was een opdracht vanuit tsaristisch Rusland. De Munt brengt de gangbare, verbeterde tweede bewerking, die Verdi schreef voor de Milanese première in 1869.

Het libretto van ‘La Forza del Destino’ is van Francesco Maria Piave en gebaseerd op het toneelstuk ‘Don Alvaro o La Fuerza del Sino’ van Angel Perez de Saavedra uit 1835. Het scenario van de opera kenmerkt zich door vele onvolkomenheden en absurditeiten. Er zijn onlogische handelingen, ongeloofwaardige vriendschappen en wisselingen van gedaanten en locaties. Ook de dramaturgische opbouw is onhandig. Maar Verdi werd aangetrokken door de psychologische en dramatische contrasten, de verscheidenheid van situaties en scènes, het groots opgezette thema en de elementaire en ontgoochelde hartstochten. De kracht van ‘La Forza del Destino’ is vooral haar grote muzikale uitdrukking en de schoonheid van de zangpartijen en melodieën. Als geen ander had Verdi het vermogen geheimzinnig drama uit te drukken door melodie en buitengewone orkestratie. Met name in de duetten en trio’s van ‘La Forza del Destino’ overtuigt Verdi door deze expressiviteit.

In Brussel debuteert Dirk Tanghe als operaregisseur. Hij werd in december ontslagen als artistiek leider van toneelgezelschap De Paardenkathedraal in Utrecht wegens onenigheid over de koers en toekomst van het gezelschap. In deze ‘La Forza del Destino’ werkt hij graag met suggestie, maar blijft steken in goede bedoelingen. Het toneel is vaak kaal, de personenregie nogal stijf en de handeling niet logisch. Een ander beginnersprobleem is de houterige omgang met koor.

In zijn regie lijken de zangers zelf hun spel in te vullen. De ster van deze ‘La Forza del Destino’ is Eva-Maria Westbroek als Leonora. Zij is de parel in de kroon van Nederlandse operazangers. In alle grote operahuizen ter wereld is zij te horen, zoals in La Scala, The Metropolitan, Covent Garden, Bayreuth, Salzburg, Parijs en dus in Brussel. Haar sopraan is egaal van boven naar beneden met een gezonde stemvoering en enorme uitdrukkingskracht. Elke gezongen noot wordt bij haar gestuwd vanuit de emotie en zij ís werkelijk Leonora. Het is een schande dat we Eva-Maria Westbroek zoveel jaren moeten missen op de Nederlandse Opera bühne.

De Amerikaanse Marianne Cornetti als Preziosilla is de enige in de cast, die dit wereldniveau evenaart. Als zigeunerin in avondjurk laat zij een traditioneel, groot mezzogeluid horen en heeft zij een voortreffelijke toneelaanwezigheid. De Servische Zoran Todorovich als Leonora’s minnaar Alvaro heeft een fraaie tenor, met name in zijn borstregister. Hij heeft een belastbare stem en het is bewonderenswaardig hoe hij de moeilijke partij zonder stembandscheuren weet te volbrengen. Leonora’s broer Carlo wordt gezongen door Vassily Gerello uit Oekraïne. Hij doorstaat zijn partij met een voornamelijk nasale stemgeving van zijn bariton zonder degelijke laagte. Veteraan José van Dam als Fra Melitone is niet de buffo-bas, die de rol vereist. Melitone, als Falstaff-voorganger met zijn lach in de muziek, wordt in Van Dams vertolking de ‘De Profundis’ uitvoering, waar Verdi voor vreesde bij een te serieuze benadering. Dirigent Kazushi Ono neemt met deze productie afscheid van de Munt Opera. Hij kiest voor uitgesproken snelle tempi en daardoor klinkt het Symfonieorkest van de Munt bij tijd en wijle minder gepassioneerd. Maar Ono heeft altijd goed oor voor zijn zangers en hij laat de muziek met hen mee ademen. De Munt opera zal hem zeker missen.

Dit seizoen zagen we meerdere voorstellingen van toneelregisseurs, die voor het eerst een opera uitvoerden. Dit waren allemaal matige producties in vooraanstaande operatheaters. Zij maakten opnieuw duidelijk hoe operaregie wezenlijk verschilt van theaterregie. Het zou verstandiger zijn deze toneelregisseurs eerst een kans te bieden in een kleiner operagezelschap, alvorens te beoordelen of hun werk geschikt is voor een groot operahuis.