© Johan Jacobs
Erepodium voor gedenkwaardig afscheid José van Dam in Brussel
José van Dam werkte meer dan 30 jaren samen met De Munt Opera Brussel. Voor zijn afscheid van het operatoneel zingt hij in Brussel de titelrol in de opera ‘Don Quichotte’ van Massenet. De opvoering biedt een schitterend erepodium voor een gedenkwaardig afscheid van één van de grootste bas-baritons van de afgelopen 50 jaar.
Bas-bariton José van Dam is bijna even oud als Jules Massenet (1842 – 1912) was, toen diens opera ‘Don Quichotte’ in 1910 in Monte Carlo in première ging. De componist was toen op het hoogtepunt van zijn bekendheid en wendde al zijn enorme ervaring en emotionele rijpheid voor het werk aan. Zijn opera ‘Don Quichotte’ is een ruwe bewerking van het gelijknamige boek van Cervantes. Niet zozeer de humor van het verhaal, als wel de tragedie, stonden voor Massenet voorop. Bij hem gaat de opera over het voortschrijden van de tijd en het verloren gaan van illusies. Alles in de opera wordt gezien door de ogen van de oudere. Don Quichotte is dan ook een gepaste rol om afscheid te nemen van het operatoneel en José van Dam doet dat in De Munt Schouwburg van Brussel, waar hij 30 jaar zong.
José van Dam is exemplarisch als de hidalgo Don Quichotte. Hij schetst een ingetogen, pittoresk en voor alles overtuigend portret van de dolende ridder. Zijn fijne legato en fluwelen timbre zijn herkenbaar uit duizenden en zijn oprechtheid, overtuiging, intelligentie en muzikaliteit maken zijn interpretatie een voorbeeld voor de komende generaties. Als zijn inspiratie Dulcinée maakt de Amerikaanse mezzosopraan Jennifer Larmore haar roldebuut. Haar sterke persoonlijkheid, strakke coloraturen en indrukwekkend Frans dragen bij aan de geloofwaardigheid van de koketterende schoonheid. Niets ten nadele van Jennifer Larmore, maar even bekruipt de gedachte of Teresa Berganza niet nog beschikbaar was geweest… Werner van Mechelen is een komische, opgeruimde, warme en plezante Sancho. Het symfonieorkest van de Munt speelt zowel de voorstuwende, schuimende muziek vol dreunende bassen als ook de spaarzame schilderingen van de laatste akte fraai tot het explosieve einde. Het koor van de Munt zingt de dankbare rol van de menigte krachtig en gepunteerd. Alles onder leiding van dirigent Nicolas Jenkins – de assistent van Marc Minkowski – die twee van de twaalf voorstellingen mag dirigeren.
De enscenering van deze ‘Don Quichotte’ staat in het teken van José van Dams afscheid. Regisseur Laurent Pelly (1962) ziet de opera als een droom, waarin papier de oorsprong is van alles. In de eerste akte observeert Van Dam als Massenet de taferelen tijdens de Feria aan de voet van een berg liefdesbrieven onder het balkon van Dulcinea. Aangespoord door de menigte van mannen in jacquet en vrouwen in “traje de flamenco” neemt hij de gedaante van de dolende ridder Don Quichotte aan. Sancho draagt een tekening van een ezel mee en geeft geld aan de arme bezoekers in het publiek. Deze Sancho maakt in de tweede akte een ezel van papier in een landschap van A4tjes. Hier komt Pelly uit de mouw en gaat Quichotte op een grote, bewegende arm van papier-maché de spectaculaire strijd aan met gigantische wieken. In de derde akte krijgt de opera een hedendaags tintje als de schurken zich uiten als bankiers en in de vierde akte is de droom ten einde gokomen en met het papier in rook opgegaan. Zoals zo vaak brengt Pelly door theatrale middelen en sterke vondsten een verjonging van het werk teweeg. Helaas vereist dat hier lange changementen tussen de akten, waardoor de spanningsboog soms verslapt. Maar Pelly’s productie is vermakelijk en gebalanceerd en de enscenering is modern, soms geestig, maar ook serieus en altijd oprecht. Zijn ‘Don Quichotte’ is een schitterend erepodium voor een gedenkwaardig afscheid van José van Dam, één van de grootste bas-baritons van de afgelopen 50 jaar.