Wiard Witholt indrukwekkende Junius in ‘The Rape of Lucrezia’
Door: Andrzej Orlowski
Voor het Partner Opera Houses Festival 2008 heeft de Baltische Opera, in samenwerking met televisienetwerk Mezzo, gekozen voor Benjamin Britten’s opera ‘The Rape of Lucretia’. De voorstelling in Gdansk is een sterke aanbeveling voor operaliefhebbers, die geïnteresseerd zijn in modern muziektheater, dat opera, ballet en toneel combineert.
De première van ‘The Rape of Lucretia’ vond plaats in Glyndebourne op 12 juli 1946. De opera is een Engelse tragedie in twee bedrijven gebaseerd op het toneelstuk ‘Le Viol de Lucrèce’ van André Obey en het libretto is van Ronald Duncan. Het verhaal is gesitueerd in Rome zo’n 500 jaar voor Christus. Een langdurige oorlog creëerde chaos en teloorgang van moraal en de heersende Etruskische prins Tarquinius Superbus was succesvol door omkoping, manipulatie, verkrachting en moord.
Voor de uitvoering in Gdansk van ‘Rape of Lucretia’ is de voorstelling naar het nu verplaatst door de Hongaarse regisseur Péter Telihay met hedendaagse decors en kostuums. De ontwikkeling van het verhaal is duidelijk en de mise-en-scène verheldert de dramatische handeling. De schaarse symbolen, zoals een spinnenwiel met levenslint, zijn evident.
De opera is geschreven voor slechts acht zangers, inclusief het Male en Female Chorus en het muzikaal ensemble bestaat uit 14 personen. Het kleine aantal musici heeft een intiem effect op de algehele atmosfeer van het werk. Britten’s muziek wordt voortreffelijk geleid door de Braziliaanse dirigent José Maria Florêncio, die muzikaal zeer effectief de verschillende spannende momenten van het verhaal vertelt. De rol van de muziek is ‘Rape of Lucretia’ veel meer geaccentueerd dan in de klassieke opera’s en Britten’s methodiek doet af en toe denken aan muzikale arrangementen voor films. Alleen de aria “Flowers alone are chaste” van Lucretia is geschreven in de traditionele stijl. De beeldschone mezzosopraan Janja Vuletic als Lucretia combineerde uitstekend zang-, dans- en acteerprestaties voor de moeilijke titelrol. De Nederlandse bariton Wiard Witholt gaf een indrukwekkende interpretatie van de Romeinse generaal Junius zoals ook de bariton Bartek Misiuda in de rol van de brute Tarquinius.
‘The Rape of Lucretia’ is gecomponeerd direct na de Tweede Wereldoorlog en kan gezien worden als Britten’s reactie op de menselijke decadentie. Het Male en Female Chorus becommentariëren doorlopend het verhaal van christelijke oogpunt en als het laatste, Female Chorus dan ook met "Now, for Christ died that we might live" reageert dat Jezus het panacea tegen de menselijke decadentie was, wordt dit door de Telihay’s regie gebruikt en sterk benadrukt. De vraag is echter: is het werkelijk waar?