© Morten de Boer
Lachen ondanks alles bij ‘Le Nozze di Figaro’ van Opera Zuid
Het is moeilijk een slechte ‘Le Nozze di Figaro’ te maken, ook al presteerde De Nederlandse Opera het onlangs toch een vreselijke uitvoering van deze opera op de bühne te brengen. Voor Opera Zuid is er dan ook geen lastige taak weggelegd het beter te doen, ook al is hun ‘Le Nozze di Figaro’ geen onverdeeld succes.
Niet één regisseur, maar een regisseursteam maakte bij Opera Zuid (OZ) de enscenering van de opera buffo ‘Le Nozze di Figaro’ (1786) van Wolfgang Amadeus Mozart (1756 – 1791). Sybrand van der Werf, Nynke van den Bergh, Robin Coops en Ilmer Rozendaal tekenen samen voor de regie en zien de page Cherubino als de motor van het verhaal over liefde en driften. Cherubino is voorzien van een medeplichtige dubbelganger, wiens rol slechts beperkt blijft tot imiteren en niet zozeer aanvullend is. Ook het koor en de randfiguren zijn metaforen, die op hun beurt de protagonisten imiteren in een wietplantage, achter een draaideur te midden van spiegels en gordijnen. De enscenering krijgt echter niet veel inhoud. Zij is vaak onbegrijpelijk, niet erg verheffend en laat staan vernieuwend. Maar zij stoort niet en het publiek vermaakt zich prima en lacht om Mozart.
Het Brabants Orkest klonk nog nooit zo zwak als onder leiding van dirigent Dirk Vermeulen. Het non-vibrato spel klinkt kunstmatig als zijnde aan hen opgedrongen en het is rommelig. Vermeulen luistert niet naar de zangers, neemt zoals zo vaak te snelle tempi, is eenkleurig en mist voortstuwende kracht. Gelukkig vangen de jonge zangers van OZ het goed op. Martijn Sanders heeft een stevige bas-bariton voor Figaro. Zijn aria’s mogen nog iets meer dynamische variatie krijgen en hij kan zijn noten wat meer dragen, maar opvallend is zijn prachtige legato en in de tweede akte presenteert hij een fantastische waterval aan recitatieven. Karin Strobos is als een vis in het water als een jongensachtige Cherubino. Ze is een echt acteertalent en is hilarisch in de verkleedscène op hoge hakken. Haar twee lastige aria’s zingt zij zeer muzikaal en beheerst. Kim Savelsbergh is een schitterende Susanna met een fris en eerlijk geluid en Johanni van Oostrum als de Gravin zingt – haar tonen opzuigend – mooie lijnen in haar aria’s.
Tenslotte dient vermeld te worden dat de modernisering van de boventitels bij OZ begint te vervelen. Woorden als “koffieshop”, “lulhannes” en “stoned” in deze ‘Le Nozze di Figaro’ zijn te grof, geforceerd en kunstmatig. Uiteindelijk roepen zij slechts irritatie op en ze doen Mozart weinig eer aan.