© Morten de Boer
Opera Zuid op haar best in ‘Hänsel und Gretel’
Opera Zuid toont zich met de voorstelling van de opera ‘Hänsel und Gretel’ op haar best. Ze brengt een familievoorstelling voor alle leeftijden, die zich kenmerkt door een uitstekende personenregie en sterke zangprestaties.
‘Hänsel und Gretel’ (1893) was de eerste en meest succesvolle van de zes opera’s van Engelbert Humperdinck (1854 – 1921). Zijn zus Adelheid Wette had het sprookje bewerkt tot een libretto voor een kerstviering en uiteindelijk ontstond er een heuse opera. ‘Hänsel und Gretel’ is een charmant werk en de partituur bevat complexe muziek, die toch eenvoudig en eerlijk klinkt. Eerlijk is ook de enscenering die regisseur Bruno Berger-Gorski van de opera voor Opera Zuid (OZ) maakte. Berger-Gorski actualiseert het sprookje met werkende ouders, die weinig thuis zijn. Moeder is een zakenvrouw met een strikt time-management en vader kijkt graag eens diep in het glaasje. Gelukkig is het sociaal-kritische in de enscenering niet te ver doordacht, zodat de expliciete tekst van ‘Hänsel und Gretel’ geloofwaardig blijft. De opvoering bezit een grote dosis meeslepende naïveté, humor en eenvoud. Het fraaie decor heeft een hoog “vrije school”- gehalte met veel hout in primaire kleuren. Een onverwoestbare Ikea slaapkamer alterneert met het sprookjesland in een donker bos. Toch maakt het veelvuldig geswitch tussen de slaapkamer en het bos – tussen droom en werkelijkheid – het verhaal niet duidelijker. De tweede akte had nog aan kleur kunnen winnen door de verschillende momenten van angst, opwinding en verveling met gevarieerdere belichting te ondersteunen. Maar Berger-Gorski’s personenregie is erg goed – nog sterker dan bij zijn ‘La Fille du Régiment’ voor OZ in 2009 – en elk personage heeft een nadrukkelijk karakter, waardoor de voorstelling bruist.
Het OZ ensemble bestaat opnieuw volledig uit Nederlandse zangers. Mezzosopraan Karin Strobos is ronduit fantastisch als Hänsel. Ongelooflijk geloofwaardig als de opstandige puber en stimmlich uitstekend geschikt voor de speelse partij. Deze rol mag zij zonder schroom rekenen tot één van haar glansrollen, waarmee zij zo de internationale bühne op kan. Hetzelfde kan gezegd worden van Kim Savelsbergh als Gretel. Haar prachtig volle, goed gesteunde sopraan met stralende hoogte is gewoonweg ideaal voor het innemende zusje. Bijzonder is de dubbelrol van labiele moeder en hysterische heks door Miranda van Kralingen, artistiek leider van OZ. En die onbescheiden rol neemt zij op zich, zoals een ware prima inter pares betaamt. De scène van moeder in de eerste akte “Da liegt nun der gute Topf in Scherben!” zingt zij zelfs aangrijpend. Haar heksenchoreografie als intermezzo had bespaard kunnen blijven, maar verder is zij in de rol van de heks in haar element. Kierend, snerpend, gillend en ook prima gezongen dendert zij door de partij en wat heeft zij een plezier in de gemene rol. Willem de Vries is een lyrische vader en hij boft maar, dat hij Miranda van Kralingen mag zoenen op de mond en betasten op borsten en kont. Tenor Mark Omvlee is aandoenlijk als het Sand- en Taumännchen. Het schattige Kinder- und Jugendchor Theater Aachen en het oplettende Limburgs Symfonie Orkest worden door dirigentStefan Veselka door de bewerkelijke partituur geleid. Net als in het eerdere sprookje ‘Rusalka’ en in ‘La Fille du Régiment’ van OZ laat hij de muziek met grote bogen stromen zonder de details uit het oor te verliezen.
Dit is Opera Zuid op haar best. Niet teveel sociaal-kritisch en provinciaals actualiserend geleuter, maar gewoon opera voor een groot publiek en emoties vanuit het verhaal. Dit is een prima familievoorstelling voor kinderen, maar ook voor alle andere leeftijden, die nog het kind in zich hebben.