Sprookjesachtige ‘Rusalka’ bij Opera Zuid

Lieve Mevrouw van Kralingen,

Wat doet het mij een uitzonderlijk genoegen (en inderdaad bij wijze van uitzondering) u te kunnen feliciteren met de nieuwe Opera Zuid (OZ) productie: de opera ‘Rusalka’ van Antonín Dvořák (1841 – 1904). Dit sprookje, dat zijn première beleefde in 1901, bevat elementen uit ´De kleine zeemeermin´ van Hans Christian Andersen en gaat over een zeenymf, die vrouw wil worden omdat zij verliefd is op aarzelende mensenprins. Dvořák schreef 11 opera’s en gebruikte daarvoor, net als zijn landgenoten Martinů, Smetana, Weinberger, Janáček en Krása, veelvuldig Tsjechische volksliedjes. ‘Rusalka’ componeerde hij in slechts 7 maanden.

In 1962 was de Nederlandse première in de Amsterdamse Stadsschouwburg met Tsjechen in de hoofdrollen en Sophie van Santen, Nelly Morpurgo, Mizzi van der Lanz en Els Bolkestein in de bijrollen. U, mevrouw van Kralingen, durfde het aan ‘Rusalka’ in het Nederlands op te voeren met Nederlandse zangers in de hoofdrollen. Annemarie Kremer schittert in de rol van Rusalka. Zij heeft een aangename sopraan zonder scherpte of vlakke tonen en een stralende hoogte. Haar dictie en verstaanbaarheid zijn voorbeeldig en zij kan ook goed acteren. Ook kan zij prachtig liggen, iets wat je op het operatoneel zelden zo mooi ziet. Jeroen Bik is haar prins. Hij bezit een werkelijk heldengeluid, maar zou meer moeten doseren om niet voortijdig op te branden. Dat geldt voor deze opera én voor de rest van zijn zangcarrière. Ook dynamisch zou hij meer mogen variëren. Voor het overige is de productie tot in de kleinste rollen uitstekend bezet. Dirigent Stefan Veselka is een Dvořák kenner. Eerder nam hij de volledige Dvořák pianowerken op voor het CD-label Naxos en in deze ‘Rusalka’ laat hij het Limburgs Symphonie Orkest heerlijk stromen met fraaie lijnen, kleuren en accenten.

Als regisseur koos u de Nederlander David Prins, die met sprookjesachtige decors en kostuums een prachtige enscenering biedt. Prins zelf vertaalde de Tsjechische tekst, omdat hij vond dat ‘Rusalka’ daardoor verstaanbaar zou worden voor het publiek. Dit nu is een misvatting. Klassieke zangers zijn per definitie niet te verstaan, of zij nu Nederlands of Tsjechisch zingen. Zonder boventiteling zouden wij reddeloos verloren zijn. Echter, in de eigen taal heeft een zanger het voordeel dat hij in kleur en stembuiging soms onbewust anticipeert op wat komen gaat, eerder dan in welke andere taal ook. Daardoor wordt de lading van een frase al aan het begin daarvan duidelijk en is het één en ander dus muzikaler en menselijker. Zo komt het dan ook dat deze ‘Rusalka’ niet groots en zwaar klinkt, als een soort ‘Die Frau ohne Schatten’ zoals tegenwoordig praktijk is, maar licht en werkelijk betoverend.

Lieve mevrouw van Kralingen, met deze uitstekende uitvoering kunnen we u uw uitspattingen uit voorbije tijden vergeven. En ook de volgende productie van OZ, ´Carmen´ in de gedateerde enscenering door de Catalaanse regisseur Calixto Bieito, zullen we hierdoor met zekerheid beter kunnen verdragen.

Uw nederige dienaar,

De recensent.