© Paul Krynen
Annemarie Kremer siert Amsterdams Opera Koor in ‘I Lombardi’
Het Amsterdams Opera Koor is een begrip in operaland Nederland. Dit liet het koor op zondagmiddag 10 november 2013 in het Concertgebouw van Amsterdam horen met een uitvoering van de opera ‘I Lombardi’.
‘I Lombardi alla Prima Crociata’ is een opera in vier akten van Giuseppe Verdi (1813 –1901) en de opvolger van zijn derde opera ‘Nabucco’. Net als ‘Nabucco’ was ‘I Lombardi’ een product van haar tijd. Het is een groot historisch werk met een vaderlandslievende stemming. Daardoor was de première van ‘I Lombardi’ in de Scala van Milaan op 11 februari 1843 een groot succes. De opera werd in een herziene versie in 1847 in Parijs onder de titel ‘Jérusalem’ opgevoerd.
‘I Lombardi’ speelt zich af aan het einde van de 11e eeuw ten tijde van de eerste kruisvaarders en vindt plaats in Milaan, in en rond Antioch en bij Jeruzalem. Het verhaal is ondoorgrondelijk en de muziek is vaak rechttoe rechtaan, ook al kondigt het genie Verdi zich aan met een aantal prachtige momenten. ‘I Lombardi’ is een dankbare opera voor koor, want het koor heeft zo’n tiental momenten om te schitteren. Het Amsterdams Opera Koor (AOK) heeft zich goed voorbereid op de grote koorpartij en de leden zingen geconcentreerd, nauwkeurig en beheerst. Zij weten waarover zij zingen in de verschillende hoedanigheden van inwoners van Milaan, kruisvaarders en geesten, de heren als paleiswachten en de dames als nonnen en haremdames. Eén van de hoogtepunten is het “O signore, dal tetto nation” in de laatste akte, een soort pendant van het slavenkoor. Opvallend is overigens, dat het anti-islamitische “Stolto Allhà” niet is geknipt…
Het AOK heeft een lange operatraditie en sinds zijn oprichting in 1950 waren al veel belangrijke operazangers bij hen te gast. Zo traden Cristina Deutekom, Gré Brouwenstijn en zelfs Jussi Björling met het koor op. Aan deze namen kan nu die van de Nederlandse sopraan Annemarie Kremer worden toegevoegd, die in ‘I Lombardi’ de rol van Giselda zong. De rol vraagt om een bijna onmogelijke combinatie van dramatische én lyrische coloratuursopraan en Annemarie Kremer beheerst beide aspecten van de partij. Zij is in staat om de lange, legato lijnen te spinnen in de aria’s “Salve Maria” en “Se vano è il pregare” in de eerste akten en bezit ook de bravura en stamina voor de cabaletta “No giusta causa” en de aria “Non fu sogno” in de laatste bedrijven. Het was een genot haar stem weer in het Concertgebouw van Amsterdam te horen.
De Nederlandse tenor Harrie van der Plas maakt indruk met zijn lyricospinto als Alvino en de Nederlandse mezzosopraan Annelies Lamm zingt Viclina overtuigend en met diepte. De bas Zelotes Edmund Toliver is een sympathieke Pagano met een boeiende klank. Dirigent Ago Verdonschot toont, dat hij weet wat opera is. Hij zingt alle woorden van het koor mee en geeft hen uitstekend aan. Hij houdt koor en orkest prima bij elkaar. En Verdonschot brengt met Het Promenade Orkest zorgvuldig strakke accenten en grote gebaren aan in de partituur. Een genoeglijke matinee met vroege Verdi in het Concertgebouw van Amsterdam.