Vijftigste sterfdag Greet Koeman

Op 2 september 2011 is het vijftig jaar geleden dat de Nederlandse sopraan Greet Koeman overleed. Als eerbetoon aan deze grote zangeres een overzicht van haar carrière.

Greet Koeman werd op 9 december 1910 in Zaandam geboren. Zij volgde haar zangopleiding bij Aaltje Noordewier-Reddingius en trad toe tot de operaklas van Johannes den Hertog van het Amsterdams Conservatorium. Zij debuteerde in 1936 bij de Wagnervereeniging als Eerste Brabantische Knabe in ‘Lohengrin’ van Wagner. Een jaar later zong zij bij de Wagnervereeniging al de titelrol van Mélisande in ‘Pelléas et Mélisande’ van Debussy naast Frans Vroons als Pelléas onder leiding van Pierre Monteux. Zij was in 1939 één van de eerste zangeressen van de nieuw opgerichte Nederlandsche Operastichting van Johannes den Hertog als Antonia in ‘Les Contes d’Hoffmann’ naast nazi-slachtoffer Michel Gobets in de titelrol en Gré Brouwenstijn als Giulietta. Bij de Nederlandsche Operastichting zong zij in 1940 voor het eerst de rol van Rosalinde in ‘Die Fledermaus’ en in 1941 de Gravin in ‘Le Nozze di Figaro’ van Mozart.

De Nederlandsche Operastichting werd tijdens de Tweede Wereldoorlog vervangen door Het Gemeentelijk Theater Bedrijf, afdeling Opera, eveneens onder Johannes den Hertog. Daar maakte Greet Koeman in 1942 haar debuut als Agathe in ‘Der Freischütz’ van Weber, Marguerite in ‘Faust’ van Gounod en Mimi in ‘La Bohème’. In 1943 maakte zij er haar debuut als Elsa in ‘Lohengrin’ en een jaar later in de titelrol van ‘Madama Butterfly’ van Puccini.

Na de Tweede Wereldoorlog werd De Nederlandsche Opera opgericht, een repertoiregezelschap met een vast ensemble en aan het hoofd Paul Cronheim. In de eerste productie van De Nederlandsche Opera in 1946 zong Greet Koeman de rol Mimi in ‘La Bohème’. In 1947 maakte zij er haar debuut als Micaela in ‘Carmen’ van Bizet en een jaar later als de Komponist in ‘Ariadne auf Naxos’ van Richard Strauss.

In 1949 maakte Greet Koeman haar roldebuut als Santuzza in ‘Cavalleria Rusticana’ bij De Nederlandsche Opera met in de tweede bezetting Gré Brouwenstijn. In ‘Orfeo ed Euridice’ van Gluck zong zij de rol van Euridice twee maal samen met de Engelse alt Kathleen Ferrier: in 1949 met Louise de Vries als Amor en in 1951 met haar jongere zus Nel Duval als Amor onder leiding van Charles Bruck in het kader van het Holland Festival. In 1954 zong Greet Koeman bij DNO de rol van Venus in ‘Tannhäuser’ van Wagner en een jaar later boekte zij één van haar grootste successen met de rol van Ellen Orford in de Nederlandse première van ‘Peter Grimes’. Zij zong voor het laatst in het openbaar in mei 1960 als Rosalinde in ‘Die Fledermaus’ van Johan Strauss.

Greet Koeman trad op in nieuwe Nederlandse werken als ‘Don Ramiro’ van Herman Strategier, ‘De Stad’ van Oscar van Hemel en in ‘Marieke van Nimweghen’ van Jac Jansen. Uiteindelijk zong zij bij De Nederlandsche Opera zo’n 25 rollen in meer dan 1000 uitvoeringen. Zij trad verder op met beroemde dirigenten als Erich Kleiber, Bruno Walter, Heinz Tietjen, Eduard van Beinum en Willem van Otterloo en zong in steden als Parijs, Cannes, Brussel en Kopenhagen.

Greet Koeman overleed op 2 september 1961 na een lang ziekbed op 50-jarige leeftijd.