© aviewoncities

Bezoek aan Scala riskante onderneming door stakingen en schandalen

Door de economische crisis is er veel tumult in de Italiaanse operahuizen. De regering van president Berlusconi wil de komende drie jaren zo’n 900 miljoen euro korten op de Italiaanse cultuurbegroting. In Italië zijn de professionele gezelschappen, net als in Nederland, afhankelijk van subsidies en zij kennen niet het system van donaties en giften zoals in Amerika. Italië beschikt over 14 operahuizen, waarvan drie (Genua, Napels en Verona) al wegens hoge schulden onder staatstoezicht staan en een aantal operahuizen hebben hierdoor hun programma moeten reduceren. In Naples is het aantal producties teruggebracht van zes naar drie per seizoen, waardoor de ‘Madama Butterfly’ met Eva-Maria Westbroek werd geannuleerd.

Stakingen in de operahuizen zijn aan de orde van de dag. Protesterende orkest- en koorleden van de Filarmonica della Scala van het prestigieuze Teatro alla Scala van Milaan zorgden eind vorig jaar ervoor, dat twee van de acht producties van ‘Die lustige Witwe’ met Eva-Maria Westbroek kwamen te vervallen. En ook op 7 december, de dag van de patroonheilige van Milaan, speelde het orkest voor het eerst sinds mensenheugenis niet. Looneisen waren volgens insiders ook de reden dat het orkest vorige maand opnieuw staakte en de geplande productie van ‘I due Foscari’ van Giuseppe Verdi werd afgelast. Opera Nederland ging een kijkje nemen in de Scala en bij haar orkest en bezocht in plaats van de afgelaste opera ‘I due Foscari’ een concert van de Filarmonica della Scala.

Arturo Toscanini voerde als artistiek directeur radicale organisatorische en PR hervormingen door bij de Scala. Zo breidde hij het orkestrale repertoire uit met symfonische muziek. Claudio Abbado leidde van 1968 tot 1986 het Milanese operahuis en richtte in 1982 de Filarmonica della Scala op. Sinds het terugtreden van Riccardo Muti in 2005 heeft de Scala geen vaste muziekdirecteur meer en doet het een beroep op gastdirigenten.

Scala Orkest_2

De in St. Petersburg geboren Semyon Bychkov dirigeerde eind maart de ‘Filarmonica della Scala’. Gast was de Duitse violist Christian Tetzlaff in het Eerste Vioolconcert van Sjostakovich in a-klein, opus 99 (1948-1955). Tetzlaff is één van de grote violisten van onze tijd. Hij speelde het eerste deel ‘Nocturno’ lyrisch zingend vol kalmte en balans en in het duivelsachtig snelle ‘Scherzo’ met zijn dubbelgrepen en meerstemmige kwaliteiten bood hij een waar vuurwerk aan subtiliteiten. Het ‘Passacaglia’ was expressief en waardig en na een grote boog naar fortissimo en terug naar piano volgde de cadens met zijn prachtige glissandi. Het laatste ‘Burlesque’ met echo’s uit de joodse folklore speelde hij vol vrolijkheid en vuur. Tetzlaff legde ernst, diepte en gevoel in elke maat en hij mag zich zonder bescheidenheid rekenen tot de absolute violistentop.

Na de pauze dirigeerde Bychkov de Vierde Symfonie in e-klein, opus 98 van Johannes Brahms. Deze laatste symfonie van Brahms wordt samen met zijn ‘Ein deutsches Requiem’ gezien als zijn magnum opus. Brahms begon in 1884 aan het werk en voltooide het een jaar later. Toscanini bracht de Vierde Symfonie in 1927 naar de Scala. Simon Bychkov heeft een duidelijke visie en benadering en vertelt een verhaal, dat zich met sterke dynamiek als een drama ontvouwt. Bychkov stuwt het ‘Allegro non troppo’ heen en weer door accelerandi en ritardandi met oneindige zuchten van de strijkers en het ‘Andante moderato’ steigert hij naar een groot fortissimo om vervolgens te ontspannen in het hoofdthema van de strijkers. Het ‘Allegro giocoso’ is gevuld met een knallend gejuich en het ‘Allegro energico e passionato’ tenslotte heeft energie en hartstocht en een soort dronken verruktheid. Bychkov gaf een geconcentreerde lezing vol dramatiek. Hij zingt en ademt lyrisch met warmte, maar heeft ook kracht, bereik, leven en stuwing. Bychkovs Brahms is georganiseerd, evenwichtig en precies, maar ook ontspannen en spontaan. Het orkest speelde gedreven met een groter geluid en had op een paar kleine details na geen ensembleproblemen.