Gecultiveerde ‘Les Nuits d’Éte’ bij Tavelling in Baroque
‘Tavelling in Baroque’ is een driedaags festival voor klassieke muziek in Flevoland. Het thema van de vijfde editie is de Franse cultuur in al haar facetten.
‘Tavelling in Baroque’ organiseert jaarlijks een concerttour per auto of fiets langs diverse locaties in Flevoland. Dit jaar werd onder andere de Protestante Kerk te Marknesse aangedaan, waar de Nederlandse mezzosopraan Rosanne van Sandwijk de liederencyclus ‘Les Nuits d’Été’ van Berlioz ten uitvoer bracht. Hector Berlioz (1803 – 1869) schreef zo’n 50 liederen, die het hoogtepunt van de vocale, Franse romantiek belichamen en ‘Les Nuits d’Éte’ is daarvan het hoogtepunt. De zes liederen zijn gecomponeerd op gedichten van Théophile Gautier en in 1841 uitgebracht voor mezzosopraan en piano. Berlioz schreef tussen 1843 en 1856 een orkestrale versie, die aan meerdere zangers was opgedragen. Deze versie doet eigenlijk het meeste recht aan de cyclus, maar bij intieme gelegenheden wordt ‘Les Nuits d’Éte’ nog wel met piano uitgevoerd.
‘Les Nuits d’Éte’ is een groep liederen, die geen lopend verhaal vertelt, maar waarin liederen onderling zijn verbonden door emotionele associaties. Elk lied behandelt een fase van de liefde. Rosanne van Sandwijk weet in deze cyclus waarover ze zingt. Het eerste volkslied-achtige “Villanelle” met zijn lenteachtige onschuld zingt zij rustiek en eenvoudig. Dit lied leidt vervolgens tot vier liederen van liefde, afscheid en dood. Het tweede lied “Le Spectre de la Rose” is wellicht het mooiste lied van de cyclus. De Canadese pianist Carl Philippe Gionet speelt aan het begin de acht maten die Berlioz aan de orkestrale versie toevoegde. Rosanne van Sandwijk zingt het lied kalm en poëtisch als een breekbare droom, ook al ontbreekt de mysterieuze atmosfeer. “Sur les Lagunes” zingt zij romantisch, ook al zou de differentiatie tussen de drie coupletten nog meer uitgewerkt kunnen worden. Het adagio “Absence” zingt zij gepast zonder tierelantijnen, maar de drie portamenti op “Loin” had zij gerust mogen maken. Het één na laatste lied “Au Cimetière” geeft zij een bleke, nachtelijke kleur en de finale “L’Île Inconnue” tenslotte krijgt een lichte sfeer. Rosanne van Sandwijk heeft een sensuele en elegante stem. Zij heeft goede nasaliteit voor het Frans, zingt alle liaisons op de juiste plek en plaatst accenten waar nodig. Zij maakt muziek van de gedichten en nuanceert goed, ook al is zij nog wat bang voor sotto voce en portamenti. Zij zingt de liederen uit het hoofd, maar houdt de bladmuziek in haar handen. Wellicht was zij meer losgekomen van de noten als zij ze op een lessenaar naast zich had geplaatst. Maar ‘Les Nuits d’Été’ is niet gemakkelijk met piano en zonder een dirigent, die de tempi en de inzetten kan aangeven.
De pianist Carl Philippe Gionet kwijt zich van zijn ondankbare partij als een goede notenvreter. De pianobegeleiding bezit niet de schoonheid van de orkestrale versie, maar je zou je kunnen voorstellen dat er toch meer kleuren uit de partij te halen zijn. De klank zou ook intiemer geweest zijn als de klep van de vleugel dicht was geweest. Dat Gionet de liederen introduceert bij het publiek in plaats van de sopraan heeft iets belerends tegenover de zangeres. Als de liederen dan al zo nodig vooraf moeten worden uitgelegd dan liever door de zangeres. Ook ziet men bij het applaus niet graag de uitvoerenden elkaar omhelzen. Rosanne van Sandwijk is echter een intelligente zangeres met een gecultiveerde stem, die mooi in balans is en op het moment dat zij het beest in zich loslaat, is zij een groot zangeres. Voor de beproevers van de concerttour ‘Travelling in Baroque’ maakte zij een mooi moment om op adem te komen.