© Hermann en Clärchen Baus

Briljante ‘Les Contes d’Hoffmann’ bij de Nationale Reisopera

Het is iedere keer weer een verrassing om een uitvoering van de opera ‘Les Contes d’Hoffmann’ van Offenbach te bezoeken, want je weet nooit welke muziek je zult gaan horen. Er bestaan vele verschillende versies, die bijna niet te vergelijken zijn. De Reisopera heeft gekozen voor de editie van Fritz Oeser uit 1977.

Les Contes d’Hoffmann’ is het enige serieuze bühnewerk van Jacques Offenbach (1819 – 1880) en hij schreef het na precies 100 satires. Offenbach werkte zo’n zeven jaar aan deze opera wat voor zijn doen lang was. Hij overleed ten tijde van de repetities en de partituur werd voor de postume wereldpremière van 1881 voltooid door Ernest Guiraud. In 1904 herschreef de operadirecteur Raoul Gunsbourg met name de Giulietta-akte (die bij de wereldpremière omwille van de tijd was weggelaten), maakte van deze akte het derde bedrijf en deze versie zou de volgende 75 jaar uitvoeringspraktijk zijn. In de jaren tachtig werd het originele libretto teruggevonden en de partituur gereconstrueerd. In de jaren negentig vond men in Gunsbourgs kasteel de finale van de Giulietta-akte terug, die Offenbach tien dagen voor zijn dood nog schreef. Uitgeverijen en musicologen werken de laatste jaren steeds meer samen om een complete en authentieke versie van  ‘Les Contes d’Hoffmann’ te construeren, waaronder de recente Kaye edition.

Het sterke libretto van ‘Les Contes d’Hoffmann’ is gebaseerd op zes werken van E.T.A. Hoffmann. Hoffmann overdenkt in een taverne hardop zijn drie buitengewone ex-geliefden; een mechanische pop, een zangeres met een hartkwaal en een verleidelijke courtisane. Bij de Nationale Reisopera (NR) is de regisseur Laurence Dale, net als regisseur Dale Duesing van de vorige NR productie ‘Medea’, van huis uit zanger. Zijn concept is passend en praktisch met een prima personenregie en prachtige vondsten. En de zangers zingen werkelijk vóór het publiek. Waar maak je dat nog mee?

Ook muzikaal is deze ‘Les Contes d’Hoffmann’ uitmuntend. Dit in de eerste plaats dankzij de Britse dirigent William Lacey, die met een volle klank uit de orkestbak laat horen dat hij op dit moment één van de meest veelbelovende operadirigenten ter wereld is. De vier sopraanpartijen worden bij NR gezongen door één en dezelfde sopraan, zoals voor de tweede wereldoorlog traditie was. De Zuid-Afrikaanse sopraan Sally Silver zingt ze voortreffelijk met een omvangrijk bereik en een volle, soms dramatische klank. We kijken vol vreugde uit naar haar ‘La Traviata’ later dit seizoen bij NR. De Canadese tenor Gordon Gietz geeft zich geheel in de emotionele omvang van de rol van Hoffmann. Hij heeft een lyrische tenor die nergens tekort komt, ook niet in de veeleisende delen zoals in het ‘O Dieu de quelle ivresse’ van de Giulietta-akte, waarin hij passaggio exemplarisch het hoofd biedt. De overige cast is tot in de kleinste rollen uitstekend bezet, waaronder drie Nederlanders.

Nationale Reisopera (NR) heeft gekozen voor de editie van Fritz Oeser uit 1977, wellicht omdat voor nieuwere edities flink betaald moet worden en uitgevers soms 12 tot 18 procent van de inkomsten verdienen. De kritiek op Oesers versie is vaak haar lange duur, maar deze briljante enscenering van Laurence Dale met zulke goede musici doet verlangen naar meer. Na het septet (in feite sextet met koor), dat niet van Offenbach is en NR bij wijze van appendix aan het einde van de opera brengt, is de enige teleurstelling dan ook dat het voorbij is. Het publiek was oprecht uitzinnig van enthousiasme.