© Marco Borggreve
Multitheater in ‘Die Zauberflöte’ van de Nationale Reisopera
De Nationale Reisopera (NR) voert ‘Die Zauberflöte’ van W.A. Mozart (1756 – 1791) op met voornamelijk Nederlandse zangers, nadat Mozarts ‘Die Entführung aus dem Serail’ het vorige seizoen bij NR met B-categorie buitenlandse zangers jammerlijk mislukte. Het libretto van ‘Die Zauberflöte’ leent zich voor meerdere interpretaties en het Nederlandse regisseursduo Gerrit Timmers en Mirjam Koen heeft nu geprobeerd met een geprojecteerd poppenspel een extra laag in het verhaal aan te brengen. Maar is dat nodig?
‘Die Zauberflöte’ gaat over drie jonge mensen, die beproevingen ondergaan op weg naar volwassen- en bewustwording. Het libretto is niet alleen geschikt als sprookje (over de morele strijd tussen goed tegen kwaad), maar ook als verhaal over mythologische symboliek (natuur en cultuur, instinct en reden) en als verhaal over de idealen van de Vrijmetselarij (het menselijke streven naar waarheid, wijsheid en nobelheid). De tekst schreef Mozart met de acteurs Schikaneder (die zelf de rol van Papageno zou zingen) en Giesecke. Alle drie waren zij lid van de onderdrukte Vrijmetselarij, die zich kenmerkte door antifeminisme. In ‘Die Zauberflöte’, net als in Mozarts eerdere Da Ponte opera’s, is dit manlijke chauvinisme dan ook prominent aanwezig.
Regisseursduo Gerrit Timmers (medeoprichter van het Onafhankelijk Toneel) en Mirjam Koen heeft met een prachtig uitgevoerd poppenspel een tweede laag aan willen brengen, die telkens commentaar geeft en uitvergroot wat op het toneel van de zangers gebeurt. Soms werkt dit prima, maar vaak laat dit alleen maar zien wat de toeschouwer zelf al invullen kan. Een hogere en diepere betekenis van het libretto komt hiermee ook niet echt naar voren en leidt af en toe zelfs alleen maar af van wat op de kale bühne gebeurt. Door dat lege toneel krijgen de zangers echter wel alle ruimte.
En die zangprestaties zijn goed. De Nederlander Marcel Reijans is een prachtige prins Tamino. Hij is inmiddels één van de beste vertolkers van deze mythologische en klassieke held wereldwijd. Zijn kopregister is sterker geworden en zijn tenor daardoor egaler. De Nederlandse sopraan Johannette Zomer zingt een prachtige Duitse en bijna romantische geliefde Pamina. De derde jongeling op weg naar volwassenwording is de Papageno van Peter Bording. Hij acteert dit kind van de natuur met de bijna volksachtige muziek voortreffelijk. Dimitri Ivasjtsjenko heeft de waardigheid en diepte voor de goedwillende, wijze en rechtvaardige vader Sarastro en Beverley Chiat zingt met een volle, ronde stem de versieringen en hoge coloraturen van de ambivalente Koningin van de Nacht. Andere Nederlandse zangers vinden we in de bijrollen, waaronder Pascal Pittie, Marjolein Niels, Frans Fiselier en Jacques Does. Dirigent Andreas Stoehr levert fraai non-vibrato spel met het Gelders Orkest (wat hun bij de ‘Medea’ dit seizoen nog niet zo lukte) en het Koor van de Nationale Reisopera brengt prachtige accenten aan in de serene koorstukken. Met deze ‘Die Zauberflöte’ kan NR, naast de hoogtepunten ‘Medea’ en ‘Les Contes d’Hoffmann’ terugkijken op een prima seizoen 2007/2008.