december 2009
Het Poolse coloratuurwonder Kataryna Dondalska komt begin januari 2010 naar Nederland voor een reeks nieuwjaarsconcerten met het Noord Nederlands Orkest. Deze maand kwam haar tweede CD “Mów do mnie jeszcze” uit, waarop zij prachtige liederen zingt van de Poolse componisten Karłowicz, Moniuszko en Chopin.
De nieuwe CD “Mów do mnie jeszcze” van de coloratuursopraan Katarzyna Dondalska bevat 36 liederen van de Poolse componisten Karłowicz, Moniuszko en Chopin. Twaalf liederen daarvan zijn van Mieczysław Karłowicz (1876 – 1909). Karłowicz studeerde in Berlijn en Warschau en men vraagt zich af hoe zijn oeuvre eruit gezien zou hebben als hij niet om het leven was gekomen door een lawine tijdens het skiën op 33-jarige leeftijd. Karłowicz schreef slechts één symfonie, zes symfonische gedichten en een prachtig, virtuoos vioolconcert. Zijn 22 liederen zijn zijn vroegste werken, die hij schreef in 1895 en 1896. Het zijn charmante werkjes met een vleug van naïveté en de muziek is laat-romantisch met een fin-de-siècle karakter en invloeden van Richard Strauss, Wagner, Tchaikovsky en Scriabin. De lezing van Katarzyna Dondalska is minder dramatisch dan die van de Poolse alt Jadwiga Rappé, die de integrale liederen van Karłowicz opnam voor Accord, maar Dondalska is rijker aan kleuren en dynamiek. Luister naar haar opwindende lezing van “I zamiast slońc i gwiazd” en de gevoelige toon in “Śpi w blaskach nocy” en “Przed nocą wieczną”. “Z nową wiosną” zingt zij licht als de lente en het titellied “Mów do mnie jeszcze” met een opvallend volle middenstem. Luister ook naar het nostalgische “Pamiętam ciche, jasne, złote dnie”, helaas hier zonder diminuendo op de laatste noot, zoals zij in 2006 in Amsterdam zo prachtig deed, toen ze tijdens een optreden al vier liederen van Karłowicz zong. Haar begeleider op deze opname is Holger Berndsen, die hier een vrij harde aanslag heeft, terwijl een meer legato aanpak en wolliger timbre wellicht hier beter bij Dondalska had gepast. In het programmaboekje is helaas nogal gerommeld met de opusnummers van Karłowicz.
Bekender dan de liederen van Karłowicz zijn die van de Poolse componist Stanisław Moniuszko (1819 – 1872). Piotr Beczala en Ewa Podleś zingen ze vaak in recitals, maar toch zijn er bijna geen opnamen van. Moniuszko is in het westen met name bekend vanwege zijn opera’s, terwijl hij daarnaast nog zo’n 300 liederen schreef. De bron van zijn melodieën en ritmische patronen ligt in de Poolse folklore, die men terugvindt in het gebruik van volksliedjes en dansen, zoals de polonaise en mazurka. Dondalska koos 14 liederen uit Moniuszko’s twaalf liedboeken ‘Śpiewnik domowy’ (‘Liedboeken voor huiselijk gebruik’), die hij schreef tussen 1842 en 1860. De meeste liederen zijn eenvoudig en voornamelijk strofisch zoals “Kwiatek” en “Kotek”. Sommigen hebben de vorm van een dialoog, zoals “Pieśń Nai”, of van een ballade, zoals het prachtige “Pieśń wieczorna”. Ze getuigen van Moniuszko’s originaliteit en melodische vindingrijkheid en Dondalska kan haar hele expressiviteit erin kwijt. Luister naar haar droeve klank in “Zlota rybka”, wanneer ze vertelt over de ongelukkige liefde van een jongeman voor een goudvis en naar haar melancholisch geluid in “Dumka”. Luister ook naar het speels gezongen “Polna różyczka” – de Poolse versie van “Heideröslein” – en naar “Prząśniczka” met het virtuoze pianospel van Holger Berndsen.
De derde en bekendste Poolse componist op deze CD is Fryderyk Chopin (1810 – 1849). Chopin vertrok – na de Russische onderdrukking van de Poolse November Opstand in 1830 / 1831 – op 20-jarige leeftijd samen met vele intelligentsia naar Parijs tijdens de ‘Grote Emigratie’. Chopin stierf in 1849 op zijn 39e aan tuberculose. Hij vindt in zijn composities Poolse invloeden terug getuige de mazurka’s, polonaises, ballades, nocturnes, études en walsen. De bekende liederen opus 74 zijn gecomponeerd tussen 1829 en 1847 en werd postuum gepubliceerd. De Turkse sopraan Leyla Gencer was één van de pleitbezorgers van zijn liederen en heeft ze integraal op het label Agora opgenomen. Katarzyna Dondalska zingt hier vijf liederen. “Życzenie”, “Wiosna” en “Śliczny Chłopiec” zijn bekende niemendalletjes, maar luister naar Dondalska’s opwindende toon van het woord “całować” (= kussen) in het lied “Moja pieszczotka” en het prachtig klein gezongen verhaaltje “Piosenka litewska” over een dochter die thuis komt met natte haren door de tranen van haar geliefde. Berndsens toucher is hier uiterst gevoelig en licht met een opvallende elegantie en helderheid en zijn behandeling van ‘tempo rubato’ erg fraai.
De virtuoze Spaanse sopraan Pauline Viardot-Garcia (1821 – 1910) bewerkte twaalf mazurka’s van Chopin en paste ze aan haar vocale en technische vaardigheden aan met slechts als motivatie de wens ze voor het publiek uit te voeren. Men zegt dat Chopin onder de indruk was van deze vocale transcripties van zijn pianowerken, niet op zijn minst omdat het zijn populariteit vergrootte. Dondalska zingt op deze CD vijf mazurka’s en kan in de Franstalige stukken haar virtuositeit demonstreren. Luister naar het eenvoudige liefdesliedje “Aime-moi”, dat bekend is geworden door de Poolse sopraan Marcella Sembrich en waar Dondalska nog een hoge Fis aan vastplakt.
Al met al is “Mów do mnie jeszcze” een prachtige CD met zeer fraaie liederen. Dondalska zingt ze intiem, zoals ze bedoeld zijn voor de salons in de privésfeer. In haar kopstem weet ze het geluid goed bij zich te houden en is ze niet te breed, wat de klank ten goede komt. Met de Poolse liederen kan zij haar grote expressiviteit en veelzijdigheid tonen. Toch is het een gemis dat er geen vertalingen of uitleg van de teksten in het begeleidende boekje is. Dat is jammer, want kennis ervan zou Dondalska’s fraaie uitbeelding van deze Poolse liederen voor de luisteraar nog meer verhelderen.