juni 2010
***** Deze uitgave is werkelijk sensationeel! De CD met liederen laat de dirigent Joseph Krips (1902 – 1974) horen in de tot nu toe enige bekende opname van hem als pianobegeleider. Krips was sinds 1933 dirigent van de Weense Staatsopera, totdat het hem na de “Anschluss” van Oostenrijk in maart 1938 als zoon van een Joodse vader werd verboden te werken. Krips repeteerde in de winter van 1942 / 1943 in Wenen drie liederenprogramma’s van Hilde Konetzni, maar mocht zelf niet haar concerten in de Mozartzaal begeleiden. De opnamen op deze CD zijn van deze repetities. In zijn schitterende boek met herinneringen schrijft Krips over deze repetities*. Hermann May – de legendarische geluidsman van Vienna State Opera Live serie van Koch Schwann – maakte de opnamen in zijn eigen huiskamer. Zij tonen tevens de tot nu toe onbekende kant van de Oostenrijkse sopraan Hilde Konetzni als liederenzangeres. Konetzni was de grote Sieglinde van 1936 tot 1953 en er bestaan zo’n tiental live-opnamen van haar in deze rol. Hilde Konetzni bleef altijd netjes in haar stemvak als “Jugendlich-Dramatische” sopraan, afgeschermd van de meer dramatische rollen van haar zuster Anny. Luister naar de grote expansie van de liederen ‘Widmung’ van Schumann en ‘Cäcilie’ van Strauss en naar de ontspanning én beheerstheid van de twee musici in ‘Von ewiger Liebe’ van Brahms. Altijd behoudt Konetzni’s sopraan de melancholiek en zachtheid zelfs in haar brede kopregister. De CD bevat een programma van diverse stemmingen en contrasten met verder liederen van Schubert en Wolf, maar ook van Joseph Marx, Robert Franz en Dvořák. De 78-toerenplaten zijn uit de erfenis van Hilde Konetzni zelf en nu voor het eerst op CD uitgebracht. Zij vormen een waardevol document en indrukwekkend bewijs van hoe muziek kunstenaars helpt te overleven in donkere tijden. (Orfeo C 597 091 B)
* “Josef Krips – Ohne Liebe kann man keine Musik machen” (1994; Böhlau Verlag Wien, blz 149)
***** Nicola Martinucci is een Italiaanse tenor, die begin jaren 70 furore maakte in het spinto-dramatico repertoire. Het was een tijd dat de Italiaanse tenoren hun territorium moesten afstaan aan de Spaanstalige tenoren Domingo, Carreras, Aragall, Lavirgen en Lima. Martinucci maakte zijn debuut al in 1966 op 25-jarige leeftijd in de zware rollen van Manrico en Calaf. In 1988 maakte hij pas zijn debuut in de Met en zong daar tot 1995 in 25 voorstellingen van zes verschillende opera’s. Martinucci treedt nog steeds op: In 2008 als Cavaradossi en Dick Johnson in Rome en vorig jaar nog als Calaf. Op de CD ‘Il Mito dell’Opera’ zijn opnamen van Martinucci verzameld, die dateren van 1976 tot 1996. Hij bezit dezelfde, feilloze techniek als Pavarotti, maar Martinucci is minder extrovert dan zijn landgenoot. Hij klinkt somberder en houdt meer reserve. Desalniettemin is hij niet minder spectaculair. Luister naar zijn heroïsche lezing van “Celeste Aida” waar Martinucci alle smakeloze portamenti vermijdt. Zijn Cavaradossi en Rodolfo-arias zijn ongewoon mannelijk en robuust. Luister ook naar de aria uit ‘Attila’ met een knallende hoge C aan het slot. De uitgebreide fragmenten uit ‘La Fanciulla del West’, ‘Andrea Chenier’ en Turandot’ tonen Martinucci op zijn best. Een donker, baritonaal timbre, een dynamisch, expansief, stevig en breed geluid en een messcherpe dictie. De CD geeft een goed overzicht van Martinucci’s repertoire, maar bevat helaas geen informatie over de plaats en data van de opnamen. Het is een fraai eerbetoon aan één van de grootste tenoren van de tweede helft van de 20ste eeuw, die is genegeerd door de platenmaatschappijen. En ook bij het Nederlandse publiek is hij relatief onbekend gebleven. Nicola Martinucci trad nooit op bij De Nederlandse Opera. (Bongiovanni GB 1216-2)
***** In de jaren dertig maakte de Deense Omroep duizend opnamen van uitzendingen. Van deze opnamen bestonden 150 plaatkanten uit klassieke muziek met de grootste musici van die tijd. Deze platen werden ooit al op LPs uitgebracht en nu heeft het label Danacord een box met 6 CDs samengesteld met de titel ‘Great Singers & Musicians in Copenhagen 1931 – 1939’ met daarop deze bijzondere opnamen uit het Deense Radio Geluidsarchief. De eerste opnamen waren waarschijnlijk testopnamen van ‘Die Zauberflöte’ uit Salzburg en ‘Tristan und Isolde’ uit Bayreuth van 1931. Van beide uitvoeringen zijn drie fragmenten bewaard gebleven, die van historisch onschatbare waarde zijn en door de remastering op deze CD duizendmaal beter klinken dan op de LP. Andere interessante, vocale opnamen zijn de vier fragmenten uit ‘La Damnation de Faust’ met André Pernet en George Thill, een fragment uit ‘Der Zigeunerbaron’ met de onnavolgbare soubrette Adele Kern en nog delen uit ‘Die Schöpfung’ met Erna Berger, Julius Patzak en Alexander Kipnis. Verder zijn componisten als Hindemith, Stravinsky en Szymanowski nu eens niet als dirigent, maar als instrumentalist te horen in eigen werk. Daarnaast zijn er vijf unieke opnamen van werken van de Deense componist Carl Nielsen. Wanda Landowksa is te horen in een interessant fragment uit het Concert Champêtre van Poulenc uit 1934 – vier jaar na haar wereldpremière – en violist Nathan Milstein geeft een werkelijk fantastische uitvoering van twee Capricen van Paganini. De meeste musici, die te horen zijn, stonden nog aan het begin van een grote carrière. Zij worden steeds begeleid door het Deense Radio Symfonie Orkest en in het begeleidende boekje zijn de biografieën van minder bekende Deense musici afgedrukt. (Danacord DACOCD 691-696)
***** De CD ‘Die Welt meiner Lieder’ presenteert opnamen van de veelzijdige tenor Heinz Hoppe (1924 – 1993) uit de jaren vijftig. Hoppe begon pas laat aan zijn zangcarrière. Op 17-jarige leeftijd werd hij naar het Oostfront gestuurd en kwam in 1948 uit de Russische gevangenis. Twee jaar later werd hij aangenomen op het conservatorium en daarna kwam zijn zangersloopbaan snel van de grond met engagementen in Münster, Bremen, Hannover en Hamburg. Twee tracks op deze CD zijn zelfs al opgenomen in 1955. Hoppe werd een populaire radiozanger en hij werd met name bekend door de operette. Er zijn legio opnamen van de tenor in operettes, zoals in ‘Gasparone’ van Millöcker (Benozzo), ‘Boccaccio’ van Suppé (Pietro), ‘Die ungarische Hochzeit’ van Dostal (Graf Stefan), ‘Diana’ van Millöcker, ‘Land des Lächelns’ van Lehár en ‘Hochzeit in Samarkand’ en ‘Das Dorf ohne Glocke’ van Künneke. Maar ook zong hij zo’n 50 operarollen en bestaan er opnamen van Hoppe in de titelrol van ‘Faust’ op (DG, 1957), als Fernando in ‘La Favorita’ van Donizetti (Stuttgart, 1960), Pedro in ‘Tiefland’ van D’Albert (Berlin Classics, 1963), Sylvester in ‘Mathis der Maler’ van Hindemith (Hamburg, 1968) en Skuratov in ‘Z mrtvého domu’ van Janáček (München, 1964). Opera bracht hem ook aan de Scala en de Met. Heinz Hoppe had een prachtige, lyrische tenor met een briljant hoogte. Het uitgebreide repertoire op de CD vormen een fraaie herinnering aan deze bijzondere tenor. Nog een kleine correctie op het begeleidende boekje: “Nessun dorma” is niet de aria van Altoum! (Hänssler Profil PH09012)
***** De Braziliaanse sopraan Bidú Sayão (1902 – 1999) was in de jaren dertig de opvolgster van Lucrezia Bori in het Franse repertoire aan de Met. Rollen als Manon, Melisande, Juliette, maar ook Mimi, Susanna, Zerlina, Rosina en Adina waren haar territorium. Zij zong aan de Met 226 voorstellingen in 12 rollen. Bidú Sayão beëindigde haar carrière in 1957. Twee jaar later vroeg de Braziliaanse componist Villa-Lobos net voor zijn dood haar 19 liederen uit zijn suite ‘The Forest of the Amazon’ op te nemen. Op de CD ‘Hommage à Bidú Sayão, volume 3’ zijn vijf van deze sfeervolle liederen te vinden, die eerder al integraal op CD EMI verschenen. Sayão zingt ze prachtig en voorbeeldig. Het hoogtepunt van deze CD vormen de miniatuurtjes. Haar vertolkingen van de Braziliaanse liedjes van Joseph Marx en Francisco Ernani Braga zijn opwindend en de Spaanse liederen van Federico Longas, Miguel Sandoval en Fernando Obradors zingt zij met charme. Alleen al voor deze liedjes is deze CD met veelal niet eerder uitgebracht materiaal een aanrader. (Cembal d’amour CD 150)
***** De tenor Joseph Schmidt vluchtte in 1940 voor de Nazi’s van bezet België door Frankrijk naar – volgens hem – veilig Zwitserland. Daar werd hij in 1942 gearresteerd en als vluchteling opgesloten in het kamp Gyrenbad. Tijdens zijn verblijf in dat kamp overleed Joseph Schmidt op 38-jarige leeftijd. Tussen 1928 en 1933 nam Schmidt deel aan zo’n 75 radiouitzendingen in Berlijn. Veel van de opnamen ervan zijn echter door de Nazi’s vernietigd. Bij Membran Music is nu de box ‘Ein Stern fällt vom Himmel’ met tien CDs verschenen met historische opnamen van de tenor. De CDs zijn ingedeeld in categorieën (films, aria’s, radio, Puccini / Verdi, operette, liederen) en een aantal fragmenten werden nog niet eerder op CD uitgebracht. Het bijzondere aan deze box is vooral, dat het de Berlijnse sessie uit 1929 bevat met dertien opnamen onder leiding van dirigent Selmar Meyrowitz. Even daarvoor had Schmidt zijn eerste opname gemaakt (duet ‘Tosca’ met Göta Ljungberg, ook in deze box opgenomen). Ook de cantor Joseph Schmidt is te horen in een opname uit 1930 met het koor van de Berlijnse Joodse Gemeenschap tijdens Jom Kippoer in de Friedenssynagoge van Berlijn. Zijn bijdragen aan de vier concerten in de Carnegie Hall van New York zijn ook op een CD verzameld. Zijn durf toont hij in de eerste aria op Amerikaanse bodem met een spectaculaire triller aan het slot van “Una furtiva lagrima”. Voor de volledige fragmenten van deze Amerikaanse concerten is de CD van BelAge (BLA 103.017) aan te raden. Helaas ontbreekt op deze box “Nur wer die Sehnsucht kennt” van het VARA-festival in Birkhoven van 1936 ontbreekt. (BelAge BLA 103.018). De box bevat een aantal geluidsfragmenten uit vijf van Schmidts zeven films. De volledige opnamen uit ‘Ein Lied geht um die Welt’ (1933) en ‘Wenn du jung bist’ (1934) zijn te vinden op BelAge (BLA 103.018). De box bevat geen boekje met documentatie, maar wel worden alle jaartallen en namen van dirigenten vermeld, die bij BelAge nog wel eens ontbreken. De CDs zijn mager gevuld, één CD zelfs tot slechts 33 minuten. Daartegenover staat de prijs: 15 euro! De box is – vooral door de 1929 opnamen – een welkome aanvulling op de zes CDs op BelAge en de twee EMI boxen. De digitale remastering van het geluid is prima. (Music Alliance Membran Gmbh / Sony Music 232782)