Cristina Deutekom zingt Lucia di Lammermoor

Lucia Venetia
© Jacob Deutekom

De Nederlandse sopraan Cristina Deutekom was één grote Lucias van na de Tweede Wereldoorlog. Zij zong de titelrol van ‘Lucia di Lammermoor’ voor het eerst op 23 mei 1969 in het Teatro La Fenice in Venetië onder leiding van Antonino Votto en daarna nog zo’n 170 keer. Er zijn zo’n 15 verschillende audio-opnamen van Cristina Deutekom als Lucia bekend, waarvan een achttal op het internet te koop worden aangeboden. Hieronder een overzicht van die uitgaven en een bespreking van de bijzondere momenten daaruit.

Naples – 2 mei 1970 *****

Luciano Pavarotti (Edgardo), Domenico Tromarchi (Enrico), Silvano Pagliuca (Raimondo); Carlo Franci, dirigent
www.houseofopera.com

Het is ongelooflijk hoe snel Cristina Deutekom de partij van Lucia tot haar rol maakte. Zij vond al snel een eigen interpretatie van Lucia, die zij in de loop van de zo’n 15 jaren erna niet of nauwelijks zou veranderden. Deze uitvoering van ‘Lucia di Lammermoor’ uit 1970 heeft een enorme sfeer. De opname is zoals bijna alle opnamen in de zaal gemaakt. Deutekom begint het “Ancor non giunse!” na het applaus voor de harpist. De cabaletta “Quando, rapito in estasi” zingt zij fraai legato met elke zestiende nootje staccato duidelijk identificeerbaar en in het da capo zingt zij extra versieringen. De drie hoge D’s – Donizetti schreef officieel voor Lucia niets boven C – staan als een huis. In het duet aan het einde van de eerste akte “Sulla tomba” is haar Edgardo tenor Luciano Pavarotti, die hier een thuiswedstrijd speelt. De alom aanwezige en beminnende Pavarotti besluit met een gewelddadige hoge Bes van negen volle maten. Carlo Franci toont zich hier een echte zangersdirigent van de oude stempel.
Ook in het begin van de tweede akte met haar broer Enrico is opvallend hoe volledig de interpretatie van Cristina Deutekom al is en ze is bescheiden jegens haar broer in het “Appressati, Lucia”. Deutekom besluit het duet met een hoge D. In de finale van de tweede akte zingt ze het “La mia condanna ho scritta!” prachtig zwak alsof ze flauwvalt. In het daarop volgende sextet “Chi mi frena in tal momento” straalt zij schitterend boven het ensemble uit. Pavarotti gaat bij het daaropvolgende “Ah! Vi disperda” inclusief hoge B uit zijn dak en krijgt daarvoor tijdens de muziek een ongehoorde ovatie van het publiek. Wat is zijn overlijden toch een gemis voor de operawereld. Opnieuw toont Franci zich hier een werkelijk fantastische begeleider.
In de derde akte wordt het geluid van de opname wazig, maar daardoor krijgt men wel ruimtelijk klank van de akoestiek. Na Deutekoms eerste hoge Es in het duet met de fluit voor het “Spargi d’amaro pianto” breekt het publiek de zaal af.

San Sebastian – 19 augustus 1970 *****

Alfredo Kraus (Edgardo), José Carreras (Arturo), Antonio Blancas (Enrico), Raimund Herincx (Raimondo); Rafael Frühbeck de Burgos, dirigent
www.houseofopera.com

Drie maanden later zong Cristina Deutekom de rol in Spanje. Deze opname heeft een zeer goede geluidskwaliteit. Bij haar opkomst in de eerste akte “Ancor non giunse!” is de stem van Deutekom donkerder. Opvallend is dat zij al meer de tijd neemt. In het “Regnava nel silenzio” gebruikt zij een vol borstregister en klinkt zelfverzekerder. Het “Quando, rapito in estasi” is waarschijnlijk de langzaamste versie ooit en het publiek raakt uitzinnig na haar hoge D. Ook in de finale van de eerste akte “Sulla tomba” klinkt zij zeker en neemt de tijd voor “Ah, talor del tuo pensiero”. Opnieuw speelt haar Edgardo – hier tenor Alfredo Kraus – een thuiswedstrijd en dirigent Rafael Frühbeck de Burgos luistert goed naar het duo.
In de tweede akte is haar broer de muzikale, Spaanse bariton Antonio Blancas, de echtgenoot van Ángeles Gulín en vader van Ángeles Blancas. Bij de coupure in “Appressati, Lucia” zet Deutekom een halve maat te vroeg in, maar herstelt zich zeer professioneel. Haar hoge D neemt zij op fascinerende wijze.
In de finale van de tweede akte heeft Deutekom de weelde van een jonge José Carreras in de kleinere rol van Arturo naast zich. Carreras geeft zijn visitekaartje af en vijf jaar later zou hij Deutekoms Edgardo in Macerata zijn. Het “M’è noto” zet hij te vroeg in, maar herstelt zich goed. Aan het eind van het sextet gaat Alfredo Kraus met Deutekom mee naar de hoge Des.
In de waanzinsaria wordt de overgang van het duet met de fluit naar “Spargi d’amaro pianto” weggelaten. Het publiek kan zijn enthousiasme niet bedwingen en applaudisseert aan het einde van het duet met de fluit dwars door haar hoge Es heen.

Chicago – 31 oktober 1970 *****

Richard Tucker (Edgardo), Norman Mittleman (Enrico), Paolo Washington (Raimondo); Antonino Votto, dirigent
www.premiereopera.com

Met Tucker in Chicago 1970Twee maanden later stond Cristina Deutekom als Lucia in Amerika. Nog maar op 23 mei 1969 had zij haar debuut gemaakt in de partij in Venetië onder leiding van dirigent Antonino Votto en nu opende zij het operaseizoen van Chicago al met de titelrol opnieuw gedirigeerd door Votto. Hij toont zich bij haar openingsaria een attente begeleider en het Amerikaanse publiek is extatisch. De tenor Richard Tucker – hier 57 jaar – krijgt bij zijn opkomst voor het duet “Sulla Tomba” applaus in de voor hem thuiswedstrijd. In 1972 zou Cristina Deutekom met Tucker nog ‘Un Ballo in Maschera’ zingen in Florence onder leiding van Riccardo Muti. Tuckers “Draufgängertum” is fantastisch. Hun duet is goed gerepeteerd en alles staat strak onder elkaar. Dirigent Antonino Votto is hier zeker en vaak onopvallend in de positieve betekenis van het woord. Het vol klinkende orkest tijdens het da capo van “Verrano a me” is werkelijk uniek.
In het duet met haar broer aan het begin van de tweede akte “Appressati, Lucia” is Deutekom nu minder bescheiden en donkerder. Votto neemt alle tijd in de finale van de tweede akte en hij bouwt de spanning fraai op. Opvallend Tucker op zijn woeste zestiende noten in het sextet “Chi mi frena in tal momento”. Door Votto, Deutekom en haar collega’s is dit de beste uitvoering van het sextet. Kippenvel ook bij het “Maledetto sia l’istante” van Tucker.
De waanzinsaria van Lucia in de laatste akte zingt Deutekom prachtig. De hoge Bessen en Cs zijn mooi zacht en de fluitist is prima. De hoge Es is spatzuiver en publiek raakt door het dolle heen. In het tussenstuk zingt zij alleen, zonder Raimondo en Enrico en het “Spargi d’amaro pianto” tenslotte is zonder slotkoor. Cristina Deutekom zingt altijd beter met goede collega’s om zich heen en dat maakt deze opname tot haar beste ‘Lucia di Lammermoor’.

Barcelona – 30 januari 1971 *****

Luciano Pavarotti (Edgardo), Giulio Fioravanti (Enrico), Carlo Cava (Raimondo); Franco Ferraris, dirigent
www.operalovers.ca

Cristina Deutekom zong de rol van Lucia drie maanden later in Barcelona. Inmiddels was zij een bekende zangeres en had al gezongen in de grote operahuizen van Italië en de rest van de wereld. Het jaar 1971 was ook het jaar, waarin Deutekom de videoregistratie van ‘Die Zauberflöte’ in Hamburg opnam en ‘I Lombardi’ van Verdi voor Philips op de plaat zette. Ook zong zij aan het eind van dat jaar de legendarische ‘Norma’ met Franco Corelli in Parma. Op de opname van deze ‘Lucia di Lammermoor’ ontbreekt het begin van Deutekoms openingaria “Regnava nel silenzio”. Het “Quando, rapito in estasi” zingt zij echter werkelijk exemplarisch. En opnieuw was haar Edgardo Luciano Pavarotti. Deutekom heeft wel eens gezegd, dat je naast hem op het podium stevig in je schoenen moet staan, omdat hij je van het toneel blies. Hier is Pavarotti al extroverter geworden, maar zo ook Deutekom. Zij geeft hem goed partij in “Verrano a te”.
In het duet met Enrico in de tweede akte zingt zij het “Ad altro giurai mia fè” opvallend fel. Aan het einde van het duet zijn minder maten gecoupeerd en de hoge D zingt zij alleen. De vrouwelijke souffleur is wel erg duidelijk aanwezig.
In de finale II gaat Pavarotti in het “Maledetto sia l’istante” en “Ah! Vi disperda” over the top, maar lokt in Barcelona geen ovatie uit zoals in Napels. Deutekom houdt haar afsluitende hoge D extra lang aan.
Ook in de waanzinsaria in de laatste akte wordt zij flink begeleid door de souffleuse. Bij de eerste hoge Es slaat haar stem over, maar zij herstelt goed. “Spargi d’amaro pianto” zingt zij vervolgens mooi legato en aan het slot slaat opnieuw de hoge Es aan het begin iets over, maar ter compensatie houdt zij hem maar liefst 8 maten aan! De live-opname is enigszins wollig, maar met de zangers goed vooraan.

Macerata – 13 juli 1975 *****

José Carreras (Edgardo), Domenico Tromarchi (Enrico), Silvano Pagliuca (Raimondo); Armando Gatto, dirigent
www.houseofopera.com

Macerata 1975Deze opname van ‘Lucia di Lammermoor’ is uit het jaar 1975, waarin Cristina Deutekom veel met José Carreras optrad. In augustus van dat jaar gaf zij met hem een concert in Rotterdam en in september zong zij met hem in een recital in Amsterdam. Deze uitvoering in juli tijdens het Sferisterio Opera Festival in de Arena van het Italiaanse Macerata lijkt in de orkestbak opgenomen. Het geluid is vreemd en er zijn veel haperingen. Tijdens de openingsaria “Regnava nel silenzio” lijkt de dirigent Gatto niet te luisteren en niet te volgen. Bij het “Quando, rapito in estasi” gebeurt er iets bijzonders. Deutekom zingt alle coloraturen aan elkaar en minder staccato dan men van haar gewend is. Dit zal ze de rest van de voorstelling blijven doen. Dit is ook voor het eerst, dat zij “Si sciuda il ciel per me” zingt zoals het geschreven staat, wat zij in het vervolg zo zal blijven doen. Carreras is waarschijnlijk de meest vurige en hartstochtelijke van alle Edgardo’s. Hij krijgt al applaus voor zijn opkomst.
Dit is de eerste van twee opnamen, waarop het duet Lucia / Raimondo van de tweede akte gezongen wordt. Helaas zijn daarin grote stukken van Lucia’s partij gecoupeerd. In het daaropvolgende sextet zingt Carreras fraaie voorslagjes, die men niet vaak hoort.
In de waanzinsaria van de derde akte is de fluit erg duidelijk op de voorgrond. Ook hier zingt Deutekom de coloraturen meer legato. Het geluid is in het duet met de fluit door de plaatsing van de microfoon vaak overloaded.

Verona – 29 juli 1976 *****

Luciano Pavarotti (Edgardo), Renato Bruson (Enrico), Mario Rinaudo (Raimondo); Oliviero de Fabriitis, dirigent
www.amazon.com

Verona 2Cristina Deutekom zong de rol van Lucia in de Arena van Verona in 1976, het jaar waarin zij ook ‘Il Trovatore’ en ‘I Masnadieri’ op haar repertoire nam. Zij krijgt al applaus bij opkomst en voor haar aria “Regnava nel silenzio” krijgt zij alle ruimte van dirigent Oliviero de Fabriitis. Voor de derde keer een opname met Luciano Pavarotti als Edgardo en hij krijgt al bravo’s bij zijn opkomst voor het duet “Sulla tomba”. Opnieuw zingt hij als een vulkaan, die uitbarst. Opvallend hoe consistent Deutekom in haar interpretatie is.
Verona 1In de tweede akte is er eindelijk een volle bariton naast Deutekom. Renato Bruson zingt in “Appressati, Lucia” de rol van Enrico exact en met een fantastisch legato en goede focus. De finale van het duet is de meest complete uitvoering van alle opnamen met alleen in de laatste maten een coupure. In de finale II houdt Pavarotti zijn hoge Bes op “Ah” zo lang aan, dat het publiek al bij “Vi disperda” begint te juichen.
De waanzinsaria in de laatste akte zong Deutekom op haar eigen verzoek met de fantastische fluitist op het toneel. De hoge Es aan het einde is “slechts” vier maten, wellicht door de spanning. De opname is nu eens dichtbij, dan weer ver weg in de Arena. Als toegift op de CD het duet “Sulla tomba” met Alfredo Kraus uit Dallas 1972 onder leiding van Nicola Rescigno.

Hamburg – 1977 *****

Alfredo Kraus (Edgardo), Vicente Sardinero (Enrico), Harald Stamm (Raimondo); C. Paolo Peloso, dirigent
www.houseofopera.com

Cristina Deutekom zong de rol van Lucia een half jaar later in Hamburg. Het jaar 1977 was ook het jaar van haar befaamde debuut als Abigaille in ‘Nabucco’ in Florence onder leiding van Riccardo Muti. In de ‘Lucia di Lammermoor’ uit Hamburg zingt Deutekom tijdens de cabaletta na Lucia’s openingsaria de coloraturen opnieuw opvallend meer legato. Dit is haar tweede opname met Alfredo Kraus als Edgardo. Cristina Deutekom zei ooit met stomheid geslagen te zijn tijdens de repetities van ‘Lucia di Lammermoor’, omdat Kraus “Verrano a te sull’aure i miei sospiri ardenti” nu op één adem zong en zij ging oefenen totdat zij het ook kon. Luister naar het resultaat en tot slot van het duet een tien maten lange hoge Bes!
In de finale van de tweede akte vallen twee dingen op: Deutekom laat een lange stilte vallen voor “La mia condanna ho scritta!” en Kraus zet aan het einde van het sextet aan tot hoge Des, maar zingt hem uiteindelijk niet.
In de waanzinsaria van de derde akte zitten tijdens het duet met de fluit soms vreemde gaten op de opname. Het probleem van deze uitvoering is verder, dat de dirigent geen sfeer creëert. Tenslotte een waarschuwing: De opname is een semitoon te laag, overigens wazig, het geluid soms overbelast en soms ver weg.

Barcelona – 14 januari 1982 *****

Alfredo Kraus (Edgardo), Norman Philips (Enrico), Roberto Nalerio-Franchia (Raimondo); Elio Boncompagni, dirigent
www.houseofopera.com

Ruim tien jaar na haar eerste ‘Lucia di Lammermoor’ in Barcelona zong zij opnieuw in de Catalaanse hoofdstad en opnieuw met Alfredo Kraus. Het “Ancor non giunse!” zingt Deutekom prachtig beheerst. Het “Regnava nel silenzio” staat zo zeker als een rots door alle ervaring. Mogelijk door de dramatische rollen in 1982 – het was een topjaar voor Deutekom en zij maakte haar debuut in ‘Macbeth’, ‘Turandot’ en ‘Simon Boccanegra’ – klinken in “Quando, rapito in estasi” de coloraturen minder licht. In “Sulla tomba” is zij minder bescheiden en Kraus geeft weer een zangles in ademtechniek. Elio Boncompagni dirigeert log.
In het duet van de tweede akte “Appressati, Lucia” neemt Deutekom de tijd, zingt beheerst en met een Jordanese snik en neemt ook een aantal vrijheden. Ook hier wordt in de tweede akte het duet Lucia / Raimondo gezongen met coupures en een afsluitende hoge C van Deutekom. In de finale van de tweede akte toont tenor José Ruiz zich een prachtige Arturo. En aan het einde van het sextet gaat Kraus opnieuw met Deutekom mee naar de hoge Des.
Dit is een waarschijnlijk een radio-uitzending en tijdens het begin van de waanzinsaria van de derde akte zit een kraak, die echter al snel verdwijnt. Tijdens het duet met de fluit is de radiomicrofoon overbelast. Van alle waanzinsaria’s is dit Deutekoms meest ontspannen uitvoering. Luister hoe hartverscheurend zij “Ah! Vittima fui d’un crudel fratello” zingt! Deutekom neemt alle tijd en zingt rustig uit. Opvallend hoe zij medeklinkers benadrukt en de klank soms nasaal houdt. Ongelooflijk hoe haar stem, die zwaarder en rijper geworden is, niets aan flexibiliteit en hoogte heeft verloren.