Jan Derksen – Un Giubileo Immaginario

DVD_CD_Jan DerksenJan Derksen werd geboren op 14 juli 1931 (en niet 1932,  zoals Wikipedia en andere internetsites beweren). Derksen was één van de grootste Nederlandse baritons aller tijden. Zijn laatste optreden was in ‘I Due Foscari’ van Verdi in Veere (Zeeland) in de herfst van 2001 en hij overleed op 10 maart 2004. Tweeënhalf jaar geleden verscheen de schitterende CD-box ‘Jan Derksen zingt Verdi’ met 16 CDs en dit jaar heeft de Jan Derksen Stichting ter gelegenheid van Derksens 80ste geboortedag de CD-box ‘Un Giubileo Immaginario’ uitgebracht. De box bevat zes CDs met bijzondere opnamen van Derksen in zijn overige glansrollen en repertoire. De box werd op 26 maart 2011 aangeboden aan de sopraan Jennie Veeninga en is een prachtig document, dat iedere operaliefhebber in zijn kast zou moeten hebben staan.

CD 1
De eerste CD begint met opnamen van Derksen toen hij 26 jaar oud was. Waarschijnlijk zijn dit de eerste opnamen van de Nederlandse bariton. In 1958 werden in studio in Hilversum hoogtepunten uit de opera ‘Così fan tutte’ van Mozart opgenomen met Elly Ameling als Fiordiligi en Sophia van Sante als Dorabella. Derksen zong daar als Guglielmo in het trio “Soave sia il vento” en de aria van Alfonso “Non siate ritrosi”. Zo ontspannen als hij hier deze aria zingt hoort men het zelden. Een juweel!
Ook in het jaar 1958 nam Derksen met de rol van Papageno deel aan de integrale radio-opname van ‘Die Zauberflöte’ van Mozart in de KRO-studio te Hilversum. Een bijna compleet Nederlandse bezetting – behalve de Tamino van Fritz Wunderlich – zingt hier onder leiding van Bernhard Haitink. Eerder verschenen de hoogtepunten op een verzamel CD van het label Gala. Luister naar Derksen in de finale van de tweede akte “Nun, wohlan, es bleibt dabei”, één van de meest aangrijpende vertolkingen ooit.
Nog een andere Mozart-rol van Derksen was de titelrol in ‘Don Giovanni’, waarmee hij in Duitsland veel succes had. Maar de Nederlandse Opera heeft – ondanks vele verzoeken van Derksen – hem nooit die rol willen geven.
Bijna 25 jaar later zong Derksen in 1982 bij De Nederlandse Opera in ‘Lucia di Lammermoor’ van Donizetti. Op deze CD staan de twee grote scènes uit de eerste akte en de Wolf’s Crag scène uit de derde akte. In de opening van de eerste akte zingt Derksen met de fantastische Raimondo van de donderend resonerende bas Pieter van den Berg. Heerlijk ook Enrico’s aria door Derksen in de eerste akte met daarna een waanzinnige hoge A in het bruggetje en tenslotte zijn knallende cabaletta. En het publiek is door het dolle heen! Ook schitterend in eerste akte zijn duet met de Lucia van Joan Sutherland, die natuurlijk haar echtgenoot dirigent Richard Bonynge had meegebracht. Aan het einde van het duet “Se tradirmi tu potrai” zingt Derksen Sutherland onder de tafel, tot slot met zijn geweldadige hoge G, zijn handtekening. Tenslotte nog het ruim tien minuten durende Wolf’s Crag duet aan het begin van de derde akte. (in het CD boekje abusievelijk tweede akte genoemd). Tenor Adriaan van Limpt zingt hier een ongeëvenaarde Edgardo! Luister naar zijn open, heldere “Nel varcar la soglia orrenda”! Jammer genoeg zijn enige bijdrage aan deze CD en hij zong toch zo vaak samen met Derksen. Een schitterende uitvoering van ‘Lucia di Lammermoor’, waarvan overigens nog een complete videoregistratie in omloop is!

CD2
Ter vergelijking staan op de tweede CD twee andere uitvoeringen van het duet “Appressati, Lucia” uit ‘Lucia di Lammermoor’ met Derksen. Eerst de uitvoering op 1 januari 1973 met de Zuid-Afrikaanse sopraan Sonja Poot, die in de jaren zeventig veel in Nederland zong. Daarna een opname van op 26 september 1975 in de Amsterdamse Stadsschouwburg onder leiding van Carlo Franci met Cristina Deutekom, haar enige bijdrage aan deze CD. In vocaal en interpretatief opzicht met haar grote, ronde en egale dramatische coloratuursopraan één van de grootste, naoorlogse Lucia’s.
De CD besluit met fragmenten van ‘Il Barbiere di Siviglia’ van Rossini. De opname is van een televisieregistratie, die in 1966 werd gemaakt in Hilversum onder leiding van Anton Kersjes. Deze uitzending betekende Derksens doorbraak in Nederland. Derksen heeft de rol van Figaro in Duitsland in het Duits en in het Italiaans gezongen en op deze opname wordt in het Nederlands gezongen! Een complete Nederlandse bezetting zingt ‘De Barbier van Sevilla’ verstaanbaar in het Nederlands met geweldige vertalingen, zoals “Als de wijn is in de man, is de wijsheid in de kan” en “zo komt alles voor de bakker”. Het was Derksens eerste samenwerking met Cora Canne Meyer en zij is een schitterende Rosina. Guus Hoekman is Don Basilio, Henk Smit is Bartolo en Arjan Blanken een verrassend schitterende Almaviva, waar menig tenor tegenwoordig jaloers op zou zijn. De hoogte en coloraturen zijn vrij en klinken ontspannen. En Derksen is natuurlijk ‘s werelds beste Figaro! Zijn spetterende “Largo al factotum” was zijn paradepaartje en ook alle scènes van zijn Figaro staan op deze CD. Dit is één van die opnamen, die je mee zou nemen naar een onbewoond eiland.

CD 3
Helaas staat het finale terzet van de tweed akte – de laatste drie minuten van de opname van ‘Il Barbiere di Siviglia’ – op de derde CD en breekt plotseling af.
Op de rest van deze CD hoort men Derksen in het Franse repertoire. Een aanbieding om de vier slechterikken in ‘Les Contes d’Hoffmann’ te zingen, sloeg Derksen ooit af wegens zijn moeite met de Franse taal. Hier hoort men hem in de opkomst van Thibaut uit ‘Les Dragons de Villars’ van Maillart in een studio-opname uit 1961 in Hilversum onder leiding van Albert Wolff met Sophie van Sante als Georgette.
Ook nam hij in de Hilversumse studio uit 1959 fragmenten uit ‘Fortunio’ van Messager op. Naast Elly Ameling als Jacqueline – met haar mooie uitspraak van het Frans – hoort men de moeite die Derksen met het Frans had.
Ook naast de fraai Franse Carmen van Cora Canne Meyer op de opname van ‘Carmen’ van Bizet uit de Stadsschouwburg van 1979 valt zijn steenkool Frans op in de (complete) partij van Escamillo.
De CD besluit met fragmenten van ‘Carmina Burana’ van Orff – een zeer populair werk in Nazi Duitsland na de première in 1937 in Frankfurt – uitgevoerd in het Concertgebouw in 1967. Derksen geeft een levendige lezing van de baritonpartij en is zelfs even in falset te horen in “Dies, nox et omnia”, iets wat hij niet graag en nauwelijks deed.

CD4
De hele vierde CD is gewijd aan de opera ‘Tosca’ van Puccini en maakt een operaliefhebber melancholisch. Het was de tijd van De Nederlandse Opera – het pre-Audi tijdperk – waarin Nederlandse zangers samen fantastische opera’s maakten. De komst van de Stopera, Jan van Vlijmen en Pierre Audi betekende dan ook het einde van Jan Derksens carrière. In het totale regietheater met een ondergeschikte personenregie en geschikt op uiterlijk was geen plek voor iemand van zijn grandeur.
Derksens Scarpia was beroemd en wellicht ongeëvenaard en er bestaan zover bekend drie integrale opnamen van ‘Tosca’ met hem. Op het label Globe verscheen al een uitvoering met Derksen en Gré Brouwenstijn uit 1969, er is een opname uit 1974 met hem en Gerry de Groot en op deze CD-box fragmenten van de DNO ‘Tosca’ uit 1973 ook met Gerry de Groot in de titelrol. De complete Scarpia-partij staat op deze CD. Hier is een compleet Nederlandse bezetting met naast Gerry de Groot de tenor Jan Blinkhof als een schitterende Cavaradossi. En bij Derksen is Scarpia’s manipulatie in elke noot en elk detail voelbaar. De CD wordt nog aangevuld met de finale (bijna 20 minuten) uit de tweede akte ‘Tosca’ van 1976 uit Utrecht met Jennie Veeninga als een fenomenale Tosca.

CD5
De andere Puccini-opera waarmee Derksen wordt geïdentificeerd was ‘Il Tabarro’ (ook de naam van Derksens woonboot in Amsterdam). De integrale uitvoering van DNO in 1977 onder leiding van Edo de Waart is staat op deze CD en is een juweel. Derksen maakt het verdriet van Michele voelbaar in elke stembuiging en elk woord en zijn emotionele laatste monoloog gaat werkelijk onder je huid zitten.
Deze vijfde CD wordt aangevuld met de cyclus ‘Lieder eines fahrenden Gesellen’ van Mahler. Deze opname van 1973 uit Hilversum onder leiding van Hubert Soudant laat Derksens veelzijdigheid horen. Introvert vertolkt hij de opstandige en verliefde jongeling. En technisch is Derksens Mahler exemplarisch!

CD6
De laatste CD staat in het teken van de opera ‘Wozzeck’ van Berg. De grote scènes uit de DNO-opvoering van 1973 laat Derksen horen in één van zijn glansrollen. Fantastisch in de eerste akte de interactie tussen Pieter van den Berg als de dokter en Derksen. En Jan Blinkhof heeft een prima hoogte voor de Tambourmajor. Tot besluit van deze CD (slechts) een klein fragment uit de eerste akte van de opera ‘Naima’ van Loevendie ten tijde van de wereldpremièrereeks in juni 1985 in Carré. Jan Derksen is de Hunchback naast Naima van Jard van Nes.

Uiteraard zijn er ook opnamen van Jan Derksen, die niet meegenomen zijn in deze CD-box. Zo ontbreekt de opname in Hilversum van ‘Gli Zingari’ van Leoncavallo in 1964, van ‘L’Arlesiana’ van Cilea in Hilversum uit 1967, natuurlijk zijn ‘Houdini’ van Peter Schat van de wereldpremière in 1977 met Jennie Veeninga en zijn tenorpartij in ‘I Pagliacci’ van Leoncavallo uit 1982 met Thea van der Putten. En de puriteinen betreuren natuurlijk, dat op deze box fragmenten staan en geen integrale opname van ‘Die Zauberflöte’, ‘Lucia di Lammermoor’, ‘Il Barbiere di Siviglia’ en ‘Tosca’. Maar een box als deze kan niet volledig zijn en het geeft reden toch hopelijk een vervolg. (Jan Derksen Stichting JDS 100.001)