Nederlandse operazangers op DVD (deel 7)

De Nederlandse sopraan Eva-Maria Westbroek zong de afgelopen zes jaar slechts drie maal bij De Nederlandse Opera (DNO): in ‘Lady Macbeth of Mtsensk’ (2006), ‘La Fanciulla del West’ (2009) en ‘Les Troyens’ (2010). Het Nederlandse publiek moet Eva-Maria Westbroek nu al bijna drie jaar bij DNO missen en ook voor de komende jaren heeft DNO haar niet op de bezettingslijst gezet. Anders is het echter in New York en Londen.

DVD_CD_Trittico_Londen_2Eva-Maria Westbroek zingt ieder seizoen in één of twee producties van de Royal Opera House Covent Garden. Zij was in Londen te horen in ‘Lady Macbeth of Mtsensk’ (2006), ‘Die Walküre’ (2007), ‘La Fanciulla del West’ (2008), ‘Tannhäuser’ (2010), ‘Anna Nicole’ (2011) en ‘Il Trittico’ (2011). Deze productie van ‘Il Trittico’ is nu verschenen op DVD. Het was voor het eerst in vijftig jaar dat het drieluik van Giacomo Puccini (1858 – 1924) integraal werd gespeeld in de Royal Opera House. De enscenering was in handen van regisseur Richard Jones (1953, London) met wie Eva-Maria Westbroek in Londen al eerder ‘Anna Nicole’ en ‘Lady Macbeth of Mtsensk’ had gedaan. Eerder dan de overeenkomsten tussen de eenakters te zoeken, brengt Jones in het drieluikcontrasten aan. Hij doet een stapje achteruit en laat de opera’s voor zichzelf spreken.

De donkere crime passionel ‘Il Tabarro’ speelt zich af in fletse en matte kleuren. Eva-Maria Westbroek gaf met deze productie haar roldebuut en zingt zoals altijd betrokken, edelmoedig en met dramatische intensiteit. Zij schetst het hopeloze verlangen en de passie van Giorgetta met vurige stemkleuren en zij acteert fantastisch als een slonzige Debby Doohnan (‘Beautiful People’). De Italiaanse bariton Lucio Gallo is een starre, geconcentreerde echtgenoot Michele en de Letse tenor Aleksandrs Antonenko een sterke geliefde Luigi.

Jones laat de tweede eenakter ‘Suor Angelica’ zich afspelen in een sanatorium met zieke kinderen en er zijn zusters in plaats van nonnen. Het decor bestaat hier uit heldere, soms felle kleuren. De Albanese sopraan Ermonela Jaho is een enigszins lichtgewicht Suor Angelica met engelachtige tonen, maar zij gaat ook de grote momenten niet uit de weg. Haar “Senza mamma” is ontroerend. Helaas heeft Anna Larsson niet de Italianità voor de Principessa.

Het laatste deel ‘Gianni Schicchi’ is een geestig en surrealistisch verhaal over bedrog omtrent een testament. Jones geeft de opera een vreugdevolle enscenering met primaire kleuren. Lucio Gallo is geraffineerd en effectiever in zijn tweede rol van de avond, de titelrol van Schicchi. Het Engelse ensemble is virtuoos en schetst scherpe portretten.Francesco Demuro als Rinccio en Ekaterina Siurina als Lauretta zingen hun aria’s lyrisch. Aangrijpend is het de onlangs verongelukte bariton Robert Poulton te zien en horen als Marco.

Antonio Pappano geeft een les in verismo. Ieder orkestraal detail is prachtig gebeeldhouwd en de rechtvaardigheid van elke Puccini-noot wordt door hem bevestigd. Hij is een meester in zowel de tragedie, lyriek als de komedie. Het geluid van de voorstelling is prima opgenomen en het camerawerk is goed. Iedere DVD bevat een introductie door Antonio Pappano en op de laatste DVD is er nog tien minuten een kijkje achter de schermen met Lucio Gallo. In het begeleidende boekje is de rolverdeling, een essay en de synopsissen, maar geen trackindeling afgedrukt. (Opus Arte OA 1070 D)