1.
Deze uitvoering van ‘Siegfried’ uit 1949 was onderdeel van de allereerste complete studioregistratie van ‘Der Ring des Nibelungen’. De uitvoering werd “live” voor publiek in Wenen opgenomen, zoals ook dirigent Wilhelm Furtwängler vijf jaar later in Rome zou doen. In 1949 waren de rollen bezet met solisten van de Weense Staatsopera. De Duitse Heldentenor Günther Treptow zingt de titelrol. Het is de enige opname waarop Treptow in de complete live-uitvoering van ‘Siegfried’ te horen is. Treptow was lid van de paramilitaire Sturmabteilung en de Nazi-partij, totdat werd ontdekt dat hij van moederskant als niet-ariër zou gelden. Josef Goebbels verleende hem echter een “Sondergenehmigung” om weer op te treden.* Treptow is één van de grootste Heldentenoren aller tijden en hij zingt de mammoetpartij van de titelrol met een ongelooflijk donker timbre. Opvallend is zijn vermogen vocaal te differentiëren tussen de akten: robuust en met “Draumgängertum” in het eerste bedrijf, poëtisch in het tweede en nog fris in het laatste. Dit is ook de enige opname waarop de Weense, dramatische sopraan Gertrude Grob-Prandl in een complete live-uitvoering als de ‘Siegfried’-Brünnhilde te horen is. Grob-Prandl is één van de twee sopranen, die door Lanfranco Rasponi in de categorie “Huge Voices” werd geplaatst – de andere is Eva Turner – en wat een gigantische stem inderdaad! In Bayreuth en in de Met zong Grob-Prandl nooit. “In de Met hadden zij Birgit Nilsson en in Bayreuth had men Varney en Mödl, dus mij hadden zij zeker niet nodig,” vertelt zij Rasponi in zijn boek ‘The Last Prima Donnas’. Haar emissie, expressie en volume en haar egale, gestuwde en dramatische klank zijn sensationeel. Luister naar haar schitterende hoge Cs op “Lachender Spross” en “Lachender Tod”! “Bisher hat es ihresgleichen nicht mehr gegeben” staat in het CD-boekje. De Duitse bas-bariton Ferdinand Frantz was één van de meest imposante Wanderers van de jaren vijftig. Zijn egale bas-bariton, zijn gelijkmatige stemvoering en bijna belcanto-achtige lijnen zijn indrukwekkend. Rudolf Moralt was een neef van Richard Strauss en dirigent van de Weense Staatsopera van 1940 tot aan zijn dood in 1958. Met de Wiener Symphoniker geeft hij een betrouwbare, wellicht enigszins zakelijke lezing.
Myto MCD 00190 (3 CDs) / Gebhardt JGCD 0040-12 (12 CDs)
* Klee – Das Kulturlexikon zum Dritten Reich; Wer war was vor und nach 1945 (Frankfurt am Main: Fischer Verlag, 2007)
2.
Deze opname is gemaakt tijdens het Bayreuth Festival van 1957 en is één van de drie complete live-opnamen van ‘Siegfried’ onder muzikale leiding van Hans Knappertsbusch (de andere twee zijn uit Bayreuth 1956 en 1958). De Duitse dirigent was altijd gefascineerd door de details en daar nam hij zich de tijd voor. Knappertsbusch legt een onnavolgbare rust in zijn lezing. Nooit forceert hij in de climaxen en hoogtepunten, maar hij houdt altijd in met een menging van concentratie, spanning en kalmte. Wie van het grootse in Wagner houdt, vindt dat hier. De titelrol wordt gezongen door de Duitse Heldentenor Bernd Aldenhoff, die de jonge Siegfried drie seizoenen in Bayreuth zong. Het was ook de laatste rol die hij op het toneel zong in 1959 in Duisburg, voordat hij op 51-jarige leeftijd aan voedselvergiftiging overleed. Aldenhoff zingt solide tot hoog in het borstregister zoals een Heldentenor betaamt. Zijn onvermoeibare tenor bezit zwaartekracht en edelmetaal. Alleen heeft hij hier soms wat moeite met de trage tempi van Knappertsbusch. Astrid Varnay zong de ‘Siegfried’-Brünnhilde 93 keer. Haar brede sopraan, enorme “Durchslagkraft” en solide hoogte zijn overweldigend en haar gebruikelijke portamenti zijn hier minder overheersend. Luister naar haar prachtige frasering in “Ewig war ich”. Juist haar langgerekte lijnen zweven goed op de trage tempi van Knappertsbusch. Hans Hotter is een veteraan Wanderer. Er bestaan zo’n twaalf opnamen van Hotter in ‘Siegried’ en hij nam de rol in 1962 op in de studio onder leiding van Georg Solti. Zijn nasale klank is een kwestie van smaak, maar zijn karakterisering van de verinnerlijkte Wanderer is fantastisch. In de bijrollen is er geen zwakke schakel. De Duitse karaktertenor Paul Kuen is een schitterende – wellicht op CD de beste – Mime, de Duitse bas Josef Greindl is een zware en obscure Fafner en de Duitse bas-bariton Gustav Neidlinger een goed gedifferentieerde Alberich. Erda was de grote glansrol van de Hongaarse alt Maria von Ilosvay, zij zong de rol zes seizoenen in Bayreuth.
Music & Arts CD-255 (4) (4 CDs) / Walhall WLCD 0218 (4 CDs)
3.
Net als ‘Der Ring der Nibelungen’ van Rudolf Moralt is deze opname gemaakt in de studio met publiek. In oktober en november 1953 voerde een team van Duits-Oostenrijkse zangers onder muzikale leiding van Wilhelm Furtwängler in de RAI-studio van Rome de complete ‘Ring’ uit met de intentie de opnamen op de Italiaanse radio uit te zenden. Het is een uitzonderlijk document. De kunst van Furtwängler van het grootse en de climaxen naar de gloedvolle hoogtepunten zijn uniek. Hij is gericht op de eenheid van het werk en toont de verhevenheid en kracht van Wagners muziek. De Duitse tenor Ludwig Suthaus was één van Furtwänglers favoriete zangers. Ook hij zingt de titelrol als een echte Heldentenor. Suthaus heeft een ietwat log en melancholisch geluid, maar is onvermoeibaar en uitstekend verstaanbaar. De Duitse bas-bariton Ferdinand Frantz is net als bij Moralt een expressieve Wanderer. De Duitse Martha Mödl zingt hier Brünnhilde. Mödl was eigenlijk een mezzosopraan, die zich in het dramatische sopraanvak had geperst. Haar onstuimige inzet van stem en persoonlijkheid en haar intensieve voordracht maken goed wat aan zekerheid van de stem en hoogte ontbreekt. Maar de hoge noten gaat zij niet uit de weg. De Weense tenor Julius Patzak is een lekker lijzige en agressieve Mime en hij zingt ongelooflijk nauwkeurig. De Weense Alois Pernerstorfer is een scherp karakteriserende Alberich, de Duitse mezzosopraan Margarete Klose is een lekker bezadigde Erda en Josef Greindl opnieuw een heerlijk zwarte Fafner.
EMI CZS 7 67131 2 (4 CDs) / EMI CZS 7 671123 2 (13 CDs)
4.
Dit is een live-opname van een uitvoering op 28 juli 1960 tijdens het Bayreuth Festival. De Duitse tenor Hans Hopf wordt met Hans Beirer gezien als één van de laatste Heldentenoren. Bayreuth hoorde hier voor het eerst zijn Siegfried. Hopf begon als Mozarttenor en wat een verschil als je zijn fragmenten van ‘Lohengrin’ uit 1945 naast deze opname van ‘Siegfried’ legt. De natuurstem van Hopf was uitgegroeid tot een imposante Heldentenor. Hij is een zinderende Siegfried en ook de werking van zijn prachtig tedere momenten in de tweede scène van de tweede akte is groot. De Duitse bariton Hermann Uhde is een fenomenale Wanderer. Zijn scherpe, metalen stem, vaste toon, heldere dictie en sterke karakterisering maken hem tot één van de meest indrukwekkende, naoorlogse Wanderers. Uhde stierf vijf jaar later op het operatoneel in Kopenhagen tijdens een gastoptreden. De Zweedse sopraan Birgit Nilsson schreef in haar biografie ‘La Nilsson’ over haar desastreuze eerste ‘Siegfried’-Brünnhilde, toen zij in 1949 voor de rol in Stockholm inviel. Bij de Bayreuther Festspielen zong zij in de jaren zestig zes seizoenen in ‘Siegfried’ en op 28 juli 1960 hoorde Bayreuth voor het eerst haar ‘Siegfried’-Brünnhilde. Hier is Nilsson op de top van haar kunnen en zingt zij met absolute zekerheid en een betrokkenheid die men niet altijd van haar hoort. Zij heeft niet de breedte en laagte van Flagstad of Varnay, maar haar hoogte is stalend en jubelend, uitstekend geschikt voor deze hoogste van de drie ‘Ring’-Brünnhildes. Dankzij Birgit Nilsson was er sinds 1960 in Bayreuth een vrije dag tussen ‘Siegfried’ en ‘Götterdämmerung’. Rudolf Kempe houdt een schitterende balans tussen het geheimzinnige en gevoelige van ‘Siegfried’. De opname is van prima kwaliteit.
Myto 00272 (4 CDs) / Audiophile Classics APL 101.846 (14 CDs)
5.
Dit is een opname van een radio-uitzending van een matinee live-uitvoering op 30 januari 1937 in de Metropolitan Opera House van New York. Het is de enige opname waarop Lauritz Melchior in de complete live-uitvoering van ‘Siegfried’ te horen is en daarom alleen al interessant. De Deen Melchior zong alle grote Heldentenorpartijen van de Met in de jaren dertig en veertig en hij was er tussen 1926 en 1950 in 519 voorstellingen in Wagnerrollen te horen. Volgens zijn autobiografie ‘Tristanissimo’ zong bij de titelrol in ‘Siegfried’ tussen 1925 en 1948 128 maal. Melchior was – net als Ramón Vinay – een bariton, die de overstap had gemaakt naar de partijen voor Heldentenor en daardoor kruipt hij relatief vroeg in zijn kopregister. Dientengevolge klinkt hij minder open in de hoogte dan de voorgenoemde Heldentenoren Aldenhoff, Hopf, Suthaus en Treptow. Luister naar Melchiors buitengewoon warme stem, hoe hij lijnen lyrisch modelleert en de fijngevoelige aspecten van de dramatische situaties meesterlijk aanpakt. Zijn stem is tegenwoordig het voorbeeld van de Heldentenor en wellicht de oorzaak ervan, dat dit stemtype zo goed als uitgestorven is. Melchiors vaste partner in de Met was de Noorse sopraan Kirsten Flagstad. Zij zong in de Met in 260 uitvoeringen en dit is haar tweede uitvoering van ‘Siegfried’ in de Met, acht dagen na haar Met-roldebuut. Flagstad maakt met haar donkere en majesteitelijke sopraan buitengewoon bloeiende frasen. Ongelooflijk hoe zij na een heroïsche frase vervolgens een delicate lijn kan zingen. Haar dictie is magnifiek en haar muzikaliteit fantastisch. De laatste hoge C octaveert zij overigens zoals de partituur toestaat. Dit is ook de enige opname waarop de Hongaars-Joodse bas-bariton Friedrich Schorr in een complete live-uitvoering als Wanderer te horen is. Schorr geldt als één van de belangrijkste Wagnerzangers van de 20ste eeuw. Hij zong vanaf 1924 in de Met in ruim 450 uitvoeringen en nam in 1943 afscheid van de Met met de rol van de Wanderer. Luister naar zijn grote, krachtige en vaste bas-bariton en zijn indrukwekkende expressie, klankkleur, legato en mezzavoces. Schitterende bijdragen zijn er ook van de Weens-Joodse bas Emanuel List als Fafner in de tweede akte en de Zweedse mezzosopraan Kerstin Thorborg als Erda in de derde akte. Artur Bodanzky dirigeerde in de Met tot zijn overlijden in 1939. Zoals altijd is hij in Wagner wat zwaar op de hand en de snelle tempi en vele coupures zijn typerend voor hem. Een schitterende uitgave voor hen die door de technische tekortkomingen van een opname heen kunnen luisteren.
Archipel ARPCD 0006 (3 CDs) / Naxos «Historical» 8.110211-13 (3 CDs)
BONUS:
De DVD ‘Max Lorenz: Wagner’s Mastersinger, Hitler’s Siegfried’ vertelt het interessante verhaal van één van de grootste Heldentenoren aller tijden en waarschijnlijk de beste Siegfried ooit. Bijgevoegd is een bonus CD met de complete eerste akte (weliswaar met coupures) en fragmenten uit de tweede scène van de tweede akte van de uitvoering van ‘Siegfried’ van 4 oktober 1938 uit Buenos Aires. De opname is van onschatbare waarde, want – ook al is hij hier nog niet op zijn hoogtepunt – het is de enige registratie van de eerste akte van ‘Siegfried’ met Max Lorenz. Maar ook is het de enige opname van een uitvoering van ‘Siegfried’ onder muzikale leiding van Erich Kleiber en met de bariton Herbert Janssen als een wereldwijze Wanderer. Een belangrijk document!
Medici Arts 2056928 (1 DVD + 1 CD)
Bij het Wagner Festival in Paris in 1930 was de Duits-Joodse sopraan Henriette Gottlieb één van de Walküren naast Frida Leider en Nanny Larsen-Todsen. Het platenlabel Pathé besloot tot de opname van omvangrijke scènes uit ‘Der Ring des Nibelungen’ in de studio met de bezetting van het Festival en Franz von Hoesslin als dirigent. Henriette Gottlieb nam toen de Brünnhilde-partijen in alle drie ‘Ring’-werken voor haar rekening. Waarschijnlijk vanwege haar geringe lengte heeft zij de rol nooit op de bühne gezongen. Na 1934 kon Henriette Gottlieb door de machtsovername van de Nazi’s in Duitsland niet meer optreden. Zij bleef in Berlijn wonen en werd op 24 oktober 1941 met haar echtgenoot opgepakt en naar het concentratiekamp Łódź in bezet Polen gedeporteerd, waar zij op 2 januari 1942 onder onmenselijke omstandigheden allebei zijn omgekomen. De (derde) scène van Brünnhilde in de derde akte is hier tot de helft teruggebracht en men hoort gedurende een kwartier een jubelende Henriette Gottlieb (met alle hoge Bs en Cs) bijgestaan door Walter Kirchhoff als een vurige Siegfried. Verder is de hier pas 30-jarige Ludwig Weber te horen als een werkelijk fenomenale Wanderer. Een must-have voor alle Wagnerliefhebbers!
Gebhardt JGCD 0016-3 (3 CDs)