oktober 2013

De sopraan Victoria de los Ángeles werd op 1 november 1923 in Barcelona geboren. Zij studeerde op 18-jarige leeftijd af van het conservatorium van haar geboortestad na een opleiding van slechts drie jaar en maakte haar professionele operadebuut in 1944 in Lissabon. Op haar 21ste zong zij voor het eerst in het Teatro del Liceu van Barcelona als de Gravin in ‘Le Nozze di Figaro’ van Mozart. Haar carrière beleefde haar hoogtepunt in de jaren vijftig en zestig. Toen haar optredens in opera’s minder frequent werden, gaf de sopraan steeds meer recitals zelfs tot in het jaar 2000. Victoria de los Ángeles overleed op 15 januari 2005 in Barcelona en ligt bij haar man en één van haar twee zoons begraven in het familiegraf Magriña (Barcelona, Cementiri de Montjuic, Via Sant Sever, Agrupación 5ª. Nicho especial 197. Primer Piso).

Victoria de los Ángeles wordt tot de belangrijkste klassieke zangers van de twintigste eeuw gerekend. Zij was één van de slechts zes stemmen, waarvoor Giacomo Lauri-Volpi in zijn boek ‘Voci Parallele’ geen equivalent kon vinden. Zij was waarschijnlijk de beste all-round zangeres van de tweede helft van de twintigste eeuw. Diegenen die zo gelukkig zijn geweest om haar persoonlijk te hebben ontmoet, weten dat achter deze fantastische zangeres een buitengewoon bescheiden, eenvoudige en menselijke antidiva school. Haar gevoeligheid, oprechtheid, muzikaliteit en intelligentie waren ontdaan van al het uiterlijke, gemaniëreerde en theatrale en haar mooie, warme, eerlijke en pure stem maakten haar bijzonder geschikt voor de lyrische operarollen als Marguerite, Manon en Mimì en voor intieme recitals.

De Catalaan Manuel Capdevila i Font was een goede vriend van Victoria de los Ángeles tot aan haar dood. Aan hem gaf daarom het Liceu de opdracht een boek te schrijven, waarin alle optredens van Victoria de los Ángeles zouden worden vastgelegd. Capdevila besteedde vijf jaar aan het voltooien van het boek ‘La Carrera de Victoria de los Ángeles’. Volhoudend, nauwgezet en met respect ging hij te werk en het resultaat is een boek met een uitvoerige, chronologische beschrijving van de 2452 optredens van Victoria de los Ángeles in opera’s en concerten.

Het boek geeft ook een nauwkeurig overzicht van de landen en de steden, waarin Victoria de los Ángeles zong. Het is fascinerend te zien hoe vaak zij in Nederland zong. In 1950 gaf zij haar eerste twee recitals in Nederland, namelijk in de Kleine Zaal van het Concertgebouw in Amsterdam en in De Kurzaal in Scheveningen. Een jaar later was zij terug in Scheveningen voor twee concerten. In 1953 zong zij in Den Haag en in Amsterdam telkens twee maal de rol van Salud in ‘La Vida Breve’ van De Falla en in beide steden nog een recital. Pas in 1961 was zij terug voor één concert in Den Haag en drie in Amsterdam met ‘Shehérazade’ van Ravel en ‘El Amor Brujo’ van De Falla. Op 4 oktober 1963 zong zij onder leiding van Bernard Haitink vier aria’s in het Concertgebouw te Amsterdam. Ruim een maand later gaf zij twee optredens in Amsterdam met het Concertgebouworkest onder leiding van Pierre Monteux en één optreden in Den Haag en daarnaast nog in beide steden een recital met Gerald Moore aan de piano. Pas in 1972 was zij weer in Nederland voor vier recitals (Amsterdam, Eindhoven, Rotterdam en Den Haag). In 1976 gaf zij met pianist Geoffrey Parsons een recital in de Sonesta Koepelzaal te Amsterdam en haar laatste optreden in Nederland was ook daar met hem op 12 april 1985.

Het boek bevat verder nog een uitgebreide lijst met de dirigenten, pianisten, zangers en andere musici, waarmee Victoria de los Ángeles werkte. Ook is er een lijst van haar repertoire in opera, aria’s, liederen en orkestwerken. Zo is te zien, dat zij 34 operarollen zong en valt op, dat zij slechts twee keer de rol van Carmen live zong. De rollen van Suor Angelica, Dido en Amelia in ‘Simon Boccanegra’ zong zij alleen maar in de studio. Haar laatste rol was Mélisande in ‘Pelléas et Mélisande’ van Debussy in 1980 in Madrid (hiervan bestaat een televisieregistratie).

Daarnaast is er in het boek nog bijlagen met foto’s en een discografie. Tenslotte bevat het boek nog een aardige appendix met quotes van haar collegae. Capdevila haalde de citaten uit boeken, krantenartikelen en briefwisselingen, die zich bevinden in de archieven van de Victoria de los Ángeles Foundation in Barcelona. Zo schrijft de sopraan Elisabeth Schwarzkopf aan Victoria de los Ángeles: “I felt I would never be your kind of Mimì” en Schwarzkopf was blij – uit oogpunt van concurrentie – dat Victoria de los Ángeles nooit de Maschallin zong. Het boek is drietalig; Spaans, Catalaans en Engels. In het Engels zijn er veel typo’s, maar wie valt hierover bij het zien van zoveel liefdevol werk. ‘La Carrera de Victoria de los Ángeles’ is een boek, waarin je onderdompelt en na uren bladeren weer bovenkomt in de realiteit. Het is een schitterend eerbetoon aan één van de belangrijkste zangeressen van de vorige eeuw.

2013; €36,00
ISBN 9-788494-106972
677 pp, hardcover
Témenos Ediciones, Barcelona