1.

Fiddler On The Roof’ is een musical met muziek van Jerry Bock (1928-2010) en een van Sheldon Harnick (1924). Het scenario van Joseph Stein (1912-2010), is gebaseerd op het boek ‘Tevje de Melkboer’ (1894) van Russische auteur Sholem Aleichem (1859-1916). Het verhaal gaat over de pogingen van de melkboer Tevje als vader van vijf dochters in het dorpje Anatevka om de Joods religieuze en culturele tradities in stand te houden. Ondertussen voltrekt zich de uitzetting van de Joodse gemeenschap uit hun vestigingsgebied in het Keizerrijk Rusland. Het is een aangrijpende musical zonder happy end en met universele thema’s als tolerantie, tradities, grenzen en religie.

De eerste try-outs van ‘Fiddler On The Roof’ waren in juli 1964 in het Fisher Theatre van Detroit en de wereldpremière was op 22 september 1964 in het Imperial Theatre van New York. De originele cast kwam vijf dagen na de première in de RCA Victor’s Webster Hall Studio in New York bijeen om de musical voor de grammofoonplaat op te nemen. Al op 1 oktober 1964 werd de LP uitgebracht. De opname werd in 2003 door RCA in een luxe dubbel-CD uitgegeven.

De rol van Tevje werd tijdens de wereldpremièrereeks van ‘Fiddler On The Roof’ vertolkt door de Joods-Amerikaanse acteur en zanger Zero Mostel (1915-1977). Mostel was een zoon van Oost-Europese ouders en de ultieme belichaming van Tevje. Hij droeg in eigen persoon bij aan de kenmerken van zijn personage; Zo bedacht hij zelf de gemoedstoestand en intonatie van zijn rol en tevens de “cantorklanken” bij “If I were a rich man”. Een fenomenale creatie! Overigens ontbreekt hier vreemd genoeg Tevjes “Chavaleh”, terwijl het lied wel in de vocal score van Music Theatre International uit 1964 staat.

Tevjes echtgenote Golde werd vertolkt door Maria Karnilova met een heerlijk scherpe tong in “Tevye’s Dream” en “Do You Love Me?”. Ze kreeg voor deze rol een “Tony Award for Best Featured Actress in a Musical”. Julia Migenes is een prachtige Hodel, de op één na oudste dochter van Tevje. Zij vertolkte de rol 2,5 jaren gedurende de wereldpremièrereeks. Haar “Far from home I love” in de tweede akte is onovertroffen. Later zou Migenes operapartijen als Carmen, Lulu en Salome zingen. Haar geliefde, de student Perchik is Bert Convy en te horen in hun duet “Now I Have Everything” in de tweede akte. Convy overleed in 1991 op 57-jarige leeftijd aan een hersentumor.

Joanna Merlin vertolkt Tevjes oudste dochter Tzeitel en haar rol werd tijdens de wereldpremièrereeks in 1967 overgenomen door Bette Midler. Austin Pendleton was hier pas 24 jaar en als Zeitels geliefde, de kleermaker Motel Kamzoil uitbundig in “Miracle of miracles”. De vermaarde actrice Beatrice Arthur – dochter van een Joods-Oostenrijkse moeder en Poolse vader – is als de koppelaarster Yente kort te horen in “Tradition”, “The rumor” en de finale “Anatevka”. Paul Lipson is nog even te horen als de boekverkoper Avram, was bij de wereldpremière understudy voor Tevje én de slager Lazar Wolf en zong Tevje in zijn carrière zelf zo’n 2000 keer.

De Amerikaanse dirigent Milton Greene (1912-2000) arrangeerde en dirigeerde de muziek voor meerdere Broadway musicals van Bock en Harnick – ‘Fiorello!’, ‘The Rothschilds’ en ‘The Body Beautiful’ – en zorgt met zijn Joodse achtergrond – zoon van Samuel en Rebecca (Fuchs) Greenberg – voortdurend voor een juiste atmosfeer. De CD-uitgave van 2003 bevatte nog twee fragmenten, die tijdens de try-outs werden geschrapt, maar niet op de LP waren uitgebracht: Tevjes “When Messiah comes” en “How much richer could one man be”, hier gezongen door Sheldon Harnick.
RCA Victor 82876-51430-2 (2CDs)

2.

Na het succes van de musical werd ‘Fiddler on the Roof’ bewerkt tot een drie uur durende film, die op 3 november 1971 uitkwam. Op 25 augustus 1971 – dus ruim 2 maanden voor de filmrelease – was al de filmsoundtrack op de grammofoonplaat uitgebracht.

De Israëlische acteur en zanger Chaim Topol (1935) is wellicht door zijn accent en lagere, korrelige bas als Tevje vocaal nog treffender dan Mostel. Topol had Tevje in 1967 al tijdens de Londense première vertolkt en met de Londense cast voor CBS opgenomen. Voor de film werd gekozen voor de intiemere vertolking van Topol, aangezien men bang was dat het “larger-than-life” karakter van Mostel het publiek slechts “Mostel” zou tonen en niet zozeer “Tevje”. Topol kreeg voor zijn vertolking van Tevje terecht een Oscar nominatie.

De actrice Norma Crane is bescheiden als zijn echtgenote Golde. Zij overleed twee jaren na de film op 44-jarige leeftijd aan borstkanker. Rosalind Harris had de rol van Tzeitel op Broadway overgenomen van Bette Midler. Eind jaren tachtig zou zij Golde nog vertolken naast Topol in een tournee door de VS. Haar geliefde Motel werd gezongen door Leonard Frey, die bij de wereldpremière understudy was geweest voor de rollen van Perchik én Motel Kamzoil. Voor zijn vertolking van Motel in de film kreeg Frey een Oscar-nominatie voor de beste bijrol.

Paul Michael Glaser – vanaf 1975 Starsky in de televisieserie ‘Starsky & Hutch’ – is de Bolsjevik revolutionair Perchik. Zijn duet met Hodel “Now I have everything” is helaas weggelaten. Het was in eerste instantie vervangen door een nieuw lied van Bock voor Perchik “Any day now”, dat uiteindelijk toch werd geschrapt uit de film én soundtrack. Op de Special Edition DVD uit 2004 is de geluidsopname van Perchiks nieuwe lied – gezongen dus door Paul Michael Glaser – wel uitgebracht! Glaser zou overigens later in zijn carrière nog Tevje vertolken. Zijn geliefde Hodel wordt bedeesd vertolkt door Michele Marsh.

De kleine Molly Picon (1898-1992) vond men voor de film als Yente beter passen dan de lange Beatrice Arthur. Picon is hier kort te horen in de finale. Op de Decca-opname van 1968 is zij te horen als Golde (zie 3). De Britse actrice Ruth Madoc is hilarisch als Fruma-Sarah, de weduwe van Lazar Wolff, die in “Tevye’s Dream” uit het hiernamaals Tevje en Golde angst aanjaagt. Niemand minder dan Isaac Stern is de violist met een prominente rol.

Helaas is veel muziek geschrapt. Behalve het reeds genoemde duet tussen Hodel en Perchik is ook “The rumor” weggelaten. In “Tradition” ontbreken de dialogen tussen Reb Nachum en Lazar Wolf en tussen Yente en Avram, waardoor deze proloog minder illustratief is. Daarentegen wél het hartverscheurende lied “Chavaleh”, het lied dat Tevje zingt over de dochter die hij heeft verloren aan de Russische jongen Fjedka en ontbrak op de opname van de wereldpremière. Door de extra instrumentale sfeermuziek is de soundtrack toch nog 60 minuten. De Amerikaanse dirigent John Williams won een “Oscar for Best Score/Adaptation”.
EMI 46091 (1CD)

3.

Decca maakte tussen juni en september 1968 in de Kingsway Hall van Londen een opname van ‘Fiddler On The Roof’ en de opname verscheen in 1996 op CD. Een vertelling door Jacob Kalich van het verhaal werd tussen de liederen voorgedragen door Robert Merrill en Molly Picon.

De Amerikaanse bariton Robert Merrill (1917-2004) zong de partij van Tevje. Merrill werd als Moishe Miller in het New Yorkse Brooklyn geboren als zoon van Pools-Joodse immigranten. Hij vertolkte de rol in diverse, Amerikaanse producties, waaronder bij de Los Angeles Civic Light Opera in 1974. Heerlijk zijn rijke bariton in de partij met een fantastisch legato en prachtige lijnen. Luister naar zijn cantorfrasen in “If I were a rich man”, weergaloos!

Briljant is hier de legendarische, Amerikaanse actrice Molly Picon (1898-1992) als zijn echtgenote Golde, hier drie jaar voor haar filmrol als Yente. Zij werd als Malka Opiekun eveneens als kind van Pools-Joodse immigranten geboren in New York. Op 6-jarige leeftijd had zij al opgetreden in het Jiddische theater en haar eerste films maakte zij in de jaren twintig in Europa. Haar Golde is hartverwarmend en breekbaar en niet zo dol en dwaas als zoveel interpretaties. Een haar dialogen met Jiddisch accent zijn onweerstaanbaar! Ook de bijrollen zijn prima – ook al zo nu en dan te volwassen klinkend – bezet door minder bekende namen.

De volgorde van de fragmenten is helaas verschoven. Zo hoort men “Matchmaker” na de “Sabbath prayer” en zijn “Do You Love Me?” en “Far From the Home I Love” omgedraaid. Het duet “Now I Have Everything” en het ensemble “The Rumor” zijn  geschrapt. “Tradition” is minder illustratief dan in de opnamen met Mostel en Topol. Gelukkig is Tevjes “Chavaleh” gehandhaafd. Het London Festival Orchestra speelt onder leiding van de Engelse dirigent Stanley Black – zoon van Poolse en Roemeense Joden – met heerlijke Schmalz. Een onontbeerlijk opname voor elke CD-verzameling van zangliefhebbers!
Decca 448949 (1CD)

4.

De Nederlandse première van ‘Fiddler On The Roof’ vond plaats op 21 december 1966 in het Theater Carré van Amsterdam. De Nederlandse vertaling van de liedjes was gemaakt door Emile Lopez. De musical werd tot en met 1968 in totaal 586 keer gespeeld onder de titel ‘Anatevka’. Er werd in 1966 ook een opname gemaakt van 13 liedjes uit de musical met de Nederlandse bezetting en deze opnamen verschenen in 1999 op CD.

De Nederlandse zanger en acteur Lex Goudsmit (1913-1999) was Tevje. Met zijn Joodse achtergrond – zijn vader was een Joodse diamantbewerker, zijn moeder was rooms-katholiek – voelde hij het karakter van Tevje schitterend aan. Hij speelde Tevje zo’n 1100 keer in Nederland én in Londen. De originele West End productie in Londen opende op 16 februari 1967 in Her Majesty’s Theatre en Lex Goudsmit nam de rol daar over tussen 18 augustus 1969 en 14 februari 1970. De befaamde Joodse actrice Enny Mols-de Leeuwe (1898-1982) was zijn echtgenote Golde, heerlijk geestdriftig in het duet “Hou jij van mij?”.

De hier pas 24-jarige Jenny Arean toont haar talent als Hodel in “Ver van mijn eigen huis”. Als haar geliefde Perchik is de hier 27-jarige Manfred de Graaf – zelf zoon van een Joods-Roemeense vader – te horen in het duet met Hodel “Ja, nu ik alles heb”. Jenny Areans toenmalige echtgenoot Huib Rooymans – zij trouwden in 1964 – vertolkt Motel Kamzoil en is te horen in “Wonder, o, wonder”. 

Carry Tefsen was hier met pas 28 jaar aan het begin van een grote acteercarrière en als Fruma-Sarah is zij heerlijk hysterisch in “Tevjes droom”. Johan Boskamp (1891-1976) is in de finale nog even te horen als de boekhandelaar Avram. Later zou hij nog de slager Lazar Wolf zingen. Lazar Wolf wordt op deze opname vertolkt door de Joods-Nederlandse zanger Tabe Bas (1927-2009). Bij de Nederlandse componist en dirigent Hugo de Groot (1897-1986) was de muzikale leiding in prima handen. Een heerlijk stukje Nederlands nostalgie! Ook hier ontbreken in de laatste akte “The rumor” – in de Nederlandse vertaling “Ik hoor net…” – en Tevjes “Kleine Chavaleh”, die beide niet opgenomen werden, maar wel tijdens de Nederlandse première werden uitgevoerd.
BMG 74321 644432 (1CD)

5.

Een productie van ‘Fiddler On The Roof’ van Joop van den Ende ging in het seizoen 1998/1999 op tournee door Nederland. De première was op 23 september 1998 in Koninklijk Theater Carré van Amsterdam. De vertaling van de originele teksten was van de hand van de schrijver Koen van Dijk.

De bariton Henk Poort had vanaf februari 1991 in Nederland al twee seizoenen de rol van Jean Valjean in de musical ‘Les Miserables’ vertolkt en was nu terug als Tevje. Hij zet de melkboer geloofwaardig neer en is ontroerend in “Kleine Chavaleh”. Poort zou de rol nog hernemen tussen december 2008 en mei 2009 in een nieuwe theatertournee van Mark Vijn Theaterproducties.

Zijn Golde werd vertolkt door Bea Meulman. Zij portretteert een wijze echtgenote in het “Sabbath-Gebed”, “De droom”, “Zonlicht, maanlicht” en “Hou je van mij”. Tien jaar later zou zij in de productie van Mark Vijn de rol van Yente vertolken. Bea Meulman overleed op 6 juli 2015 op 66-jarige leeftijd aan kanker. Carry Tefsen was 32 jaren na haar Fruma-Sarah terug in de musical en is als Yente in de ensembles te horen. De acteur Jules Croiset is in “L’Chaim” te horen als Leiser Wolf en Marianne Koopman is deftig als zijn overleden echtgenote Fruma-Sarah in “De droom”.

Dick Cohen is Motel Kamzoil in “Wonder aller wonderen” en Anne-Mieke Ruyten als zijn geliefde Tzeitel imiteert in “Koppelaar” Yente met een heerlijk Amsterdams accent. Maaike Widdershoven als Hodol zingt “Weg van mijn huis, mijn hart” en Bart Oomen is als haar geliefde Perchik te horen in het duet “Waar alles om draait”. Dirigent René Op den Camp kon helaas de nostalgische sfeer van Anatevka niet vangen. Zo is de proloog “Traditie” echt te snel en wordt draaiorgelmuziek en bovendien zijn de “Bruiloftsdans” en “Ik hoor net..” geschrapt.
Endemol ENCD 7128 (1CD)