***
© Opéra Royal de Wallonie
Luik, 24 september 2019

‘Madama Butterfly’ ontpopt zich in Luik als surprise

De opera ‘Madama Butterfly’ wordt ieder jaar wel ergens in de Benelux gespeeld. Voor de laatste opvoering van het werk door de Koninklijke Opera van Wallonië van de Belgische stad Luik moet men alweer 18 jaren terug naar de enscenering van Claire Servais uit 1997. De nieuwe productie van ‘Madama Butterfly’ in Luik was de afgelopen zomer al tijdens het Festival Pucciniano in het Teatro all’Aperto van Torre del Lago te zien.

Regisseur en intendant van Luik Stefano Mazzonis di Pralafera toont ‘Madama Butterfly’ (1904) van Giacomo Puccini (1858-1924) in de eerste akte nog met kimono’s, een rijstpapieren huisje, de luitenant-ter-zee Pinkerton in het wit en een boeddha-beeld. Het is traditioneel, sfeervol, luchtig, maar ook doorsnee, fantasieloos en tam.

Erg geweldig wordt er voor de pauze ook niet gezongen. De Russische sopraan Svetlana Aksenova vertolkte in Amsterdam onlangs nog Elisabeth in ‘Tannhäuser’ en mist het aandoenlijke, breekbare, innemende van de 15-jarige Cio-Cio-San en haar fijngevoeligheid en verlegenheid in de eerste akte. Vocaal klinkt Aksenova hier uiterst onzeker. Haar landgenoot Alexey Dolgov schetst Pinkerton niet overtuigend arrogant, harteloos of onsympathiek ook al bezit hij een fraai open geluid met een goede hoogte. Was zijn “Milk-Punch, o Vodka” in de eerste akte overigens opzettelijk of bij vergissing?

De Italiaanse bariton Mario Cassi zingt de gelaten Sharpless met ronde, eenkleurige, niet erg verstaanbare, maar solide stem. De Zwitserse mezzosopraan Sabina Willeit treft Suzuki prima en ook de overige rollen waren goed bezet. De Italiaanse dirigente Speranza Scapucci is helaas te afwachtend en volgt de zangers slechts zonder hen te steunen en te stuwen met het Orchestre Opéra Royal de Wallonie-Liège. Hierdoor vallen er gaten in de muziek en komt het werk zelden echt van de grond.

Anders wordt de voorstelling echter na de pauze. Dan bevindt men zich plotseling in het Luxury Home van Cio-Cio-San, dat doet vermoeden dat zij inmiddels naar Santa Monica in Californië is verhuisd. Pinkerton, zijn nieuwe vrouw en Sharpless landen in een heus onverwacht effect met een helikopter op het dak van het huis. Maar als Kate Pinkerton uiteindelijk de zoon van Cio-Cio-San uit de kinderwagen wil halen, komt zij voor een verrassing te staan… Een sterk open einde dat uitnodigt tot nadenken.

Helaas nam Scapucci zeer vreemde tempi. Zo was de finale ‘andante energico’ zo snel, dat het in dansmuziek ontaardde. Een dirigent die verrassend of zelfbedacht wil zijn, maakt muziek niet altijd beter. Maar Svetlana Aksenova overtuigt als Butterfly in de laatste twee akten door een vocale benadering die beter past bij de volwassen en waardige Cio-Cio-San. Door haar en door de regie ontpopt deze ‘Madama Butterfly’ zich ten slotte in een verrassend goede productie.