***
© DNO
Amsterdam, 8 september 2019

Sfeerloze ‘Pagliacci’ / ‘Cavalleria Rusticana’ bij DNO

MUZIKAAL

1. Is men trouw aan de muziek of zijn er veranderingen? ***

De Nationale Opera (DNO) presenteert een nieuwe productie van het tweeluik ‘Pagliacci’ (Milaan, 1892) van Ruggiero Leoncavallo (1857-1919) en ‘Cavalleria Rusticana’ (Rome, 1890) van Pietro Mascagni (1863-1945). DNO houdt zich niet aan de meer traditionele volgorde van ‘Cav/Pag’, maar draait de opera’s om, zoals tegenwoordig wel vaker wordt gedaan. Ook deze volgorde is effectief, want de opening van de voorstelling met de proloog van Tonio uit ‘Pagliacci’ treft doel.

Er zijn helaas diverse coupures aangebracht. In ‘Pagliacci’ zijn 46 maten geschrapt uit het duet van Nedda en Silvio en in ‘Cavalleria Rusticana’ zijn Santuzza’s opmerking “Tacete!” en Lucia’s “Perchè m’hai fatto segno di tacere?” rondom het gebed “Inneggiamo” weggelaten. Barokopera’s zijn voor DNO heiliger dan heilig en dienen integraal gespeeld te worden, maar bij Italiaanse opera’s kan men schijnbaar doen en laten wat men wil.

2. Zijn de zangers rollendekkend? ***

– In ‘Pagliacci’ maakt de Amerikaanse tenor Brandon Jovanovich zijn rol- én DNO-debuut als Canio. Jovanovich heeft het Draufgängertum” voor Pagliaccio, maar hij mist de “money notes”. Zijn landgenote sopraan Ailyn Pérez is een wulpse Nedda, maar de topnoten waren voor een lyrische sopraan soms onzuiver. De Italiaanse bariton Mattia Olivieri is als Silvio vooral fysiek geloofwaardig. De Rus Roman Burdenko zong Tonio al in Zürich, Genève en St. Petersburg en zijn bariton is niet altijd even fraai open.

Ook treedt Burdenko na de pauze in ‘Cavalleria Rusticana’ op in de rol van Alfio – die hij ook al in Zürich en Genève vertolkte – en in diens “Il cavallo scalpita” is hij nogal onnauwkeurig. De Georgische mezzosopraan Anita Rachvelishvili vertolkte Santuzza al in april 2018 in Rome. Zij heeft een grote en in het borstregister indrukwekkende stem, maar haar Italiaans is vaak onverstaanbaar. In het duet met Alfio zong zij niet de hoge Bes, maar nam zij het – ongebruikelijke – alternatief een terts lager. De Amerikaanse tenor Brian Jagde heeft het juiste timbre voor Turiddu en zingt op één volume. De Tunesisch-Canadese mezzo Rihab Chaieb zong Lola vorig jaar al in de Met en maakt optisch duidelijk waarom Turiddu terugkeert naar zijn oude liefde. De Italiaanse Elena Zilio is zoals altijd opwindend als Mamma Lucia.

3. Is de dirigent betrokken bij het podium? ***

– De nieuwe DNO-chefdirigent Lorenzo Viotti maakt met ‘Pag/Cav’ zijn bijna twee jaar vervroegde debuut bij DNO als vervanger van Mark Elder, die de productie moest annuleren. ​Viotti draagt tijdens het dirigeren trendy sportschoenen. Hij geeft de inzetten van de zangers wisselend aan, waardoor hij voor de zangers niet voortdurend betrouwbaar is. Hij neemt soms trage, romantische tempi en mist accenten die Leoncavallo en Mascagni (luister naar hun eigen opnamen!) wel aanbrachten. Tijdens het Intermezzo van ‘Cavalleria Rusticana’ hield Viotti trouwens vertederend zijn handen thuis.

4. Vormen de (koor- en) orkestleden onderling en samen een eenheid? ***

– Door de veranderlijke betrokkenheid van Viotti bij het toneel loopt het een enkele keer vocaal en orkestraal langs elkaar heen. Ook de enscenering draagt niet bij aan een fraai samenzang van het koor.

DRAMATURGISCH

5. Wordt er een verhaal verteld? **

– Deze enscenering is van de hand van de Canadese regisseur Robert Carsen (Toronto, 1954). Hoogtepunten in diens carrière waren ‘Der Ring des Nibelungen’ van Wagner in één weekend in Keulen en de Puccini-cyclus bij de Vlaamse Opera. Carsen voert in ‘Pag/Cav’ een uitstekende personenregie, waardoor er te allen tijde goede interactie is tussen de zangers. Een aantrekkelijke en sfeervolle vertelling biedt de voorstelling echter niet, want Carsen geeft niet de veristisch ruwe werkelijkheid van ‘Pag/Cav’, maar een meer realistisch, modern en sfeerloos beeld van de opera’s.

6. Komt de enscenering overeen met het libretto? **

– Vooral in ‘Cavalleria Rusticana’ is er dikwijls geen overeenstemming tussen de enscenering van Carsen en het libretto. De handeling klopt dan niet met de gezongen tekst en DNO heeft gemeend op die momenten de boventiteling te moeten aanpassen. Zo wordt “sancto giorno” ontkerkelijkt in “vandaag” en “A te la mala Pasqua” in “ik wens je een ellendige dag”… Zulke mishandelingen van de teksten verwacht men bij Opera Zuid, maar niet bij DNO.

7. Hoe is de esthetiek en functionaliteit van de vormgeving? ***

– Het decor van ‘Pagliacci’ en ‘Cavalleria Rusticana’ is saai, kaal en donker, net als in Carsens ‘Dialogues des Carmélites’, ‘Fidelio’ en ‘Die Walküre’. En net als in zijn doelloze ‘Carmen’ verschijnt er in ‘Cavalleria Rusticana’ een spiegel aan de achterwand. Dit “betrekken van het publiek bij de voorstelling” en zijn “theater-in-theater beschouwing” vormen Carsens signatuur, die bij tijd en wijle verrassend werkt. Deze handelingen zijn echter niet altijd op alle plaatsen van het auditorium goed te aanschouwen.

8. Hoe is de integratie regie – muziek? **

– De enscenering getuigt niet van veel muzikaal engagement. Zo laat Carsen Canio’s apotheose “Un grande spettacolo a ventitre ore” gedempt achter een masker zingen. Het schrappen van Santuzza’s en Mamma Lucia’s opmerkingen rondom het “Inneggiamo” ten dienste van het regieconcept is evenmin welklinkend. Bovendien is het Coro delle Campane knullig geënsceneerd.

ALGEMEEN

9. Is de productie onderscheidend of spraakmakend? ***

– De ensceneringen van Carsen slagen vaak door hun elegantie en esthetiek, zoals bij zijn ‘Falstaff’ voor DNO. De regie voor deze ‘Pag/Cav’ toont veel déjà vu met zijn gevierde Puccini-cyclus en ‘Dialogues des Carmélites’ en is kenmerkend voor Carsen, maar niet heel opzienbarend.

10. Is de productie artistiek innovatief? **

– Carsens “theater-in-theater beschouwing” en “betrekken van het publiek bij de voorstelling” zijn inmiddels gedateerd, gebruikt en achterhaald.

11. Is er Nederlandse betrokkenheid bij de productie (zangers, regisseur, ontwerpers, dirigent)? **

– Van de acht voorstellingen worden drie geleid door assistent-dirigent van DNO Aldert Vermeulen. Voor vocaal Nederlandse participatie moet men naar Berlijn, waar de Nederlandse sopraan Eva-Maria Westbroek de komende week optreedt in haar glansrol van Santuzza.

12. Hoe is het bezoekersaantal in verhouding tot de zaalcapaciteit? ***

– Tijdens de zondagmatinee waren er nog meer dan voldoende plaatsen onbezet.