1.

Het Glyndebourne Festival gaf in juli en augustus 1986 een serie van vijftien opvoeringen van ‘Porgy and Bess’ van George Gershwin (1898-1937) en dezelfde cast trad op 4 en 7 februari 1988 nog op in concertante uitvoeringen van de opera in de Royal Festival Hall van Londen. Na deze concerten bracht EMI de musici naar de Abbey Road Studio’s van Londen en nam daar tussen 8 en 19 februari 1988 ‘Porgy and Bess’ voor de CD op. Deze studio-opname zou uiteindelijk dienen als soundtrack voor de video-versie die in 1993 verscheen.

De EMI-opname is gebaseerd op de try-out versie van ‘Porgy and Bess’, die werd gegeven op 30 september 1935 in het Colonial Theatre van Boston. Voor de wereldpremière op 10 oktober 1935 in het Alvin Theatre op Broadway in New York zou Gershwin driekwartier van de opera schrappen.

De solisten van deze opname geven uitstekend karakter aan hun rollen. De Jamaicaans-Britse bas-bariton Willard White zong de partij van Porgy ook al in de Decca-opname van augustus 1975 onder leiding van Lorin Maazel, maar klinkt hier 13 jaren later nog uitdrukkelijker. De Amerikaanse sopraan Cynthia Haymon was nog maar 29 jaar en zet vocaal een zinderende, losbandige Bess neer.

Cynthia Clarey is een doorleefde Serena en Gregg Baker een spannende Crown. Damon Evans is een gladde Sportin’ Life, die “It ain’t necessarily so” als één van de weinigen echt “Gospel” zingt. Harolyn Blackwell als Clara vertolkt “Summertime” zwoel en sensueel en je voelt gelijk de broeierige warmte van South Carolina. De Amerikaanse bariton Bruce Hubbard – die in 1991 op 39-jarige leeftijd zou overlijden – is een voortreffelijke Jake. Marietta Simpson is een imposante Maria.

Dirigent Simon Rattle heeft zeer eigenzinnige tempi, maar vat de Amerikaanse benadering prachtig. Het London Philharmonic speelt de ritmische veranderingen alsof het altijd al op Broadway heeft gestaan. Deze opname van de try-out versie bevat helaas niet het duet “Lonely Boy” van Bess en Serena uit de vierde scène van de tweede akte, maar de reprise van “Summertime” van Bess die Gershwin tijdens de wereldpremière ervoor omwisselde. Een opwindende en spontane uitvoering van ‘Porgy and Bess’ met theatraal karakter!
Warner Classics 0190295900649 (3CDs)

2.

Midden jaren zeventig verschenen bijna gelijktijdig de twee eerste complete opnamen van ‘Porgy and Bess’. De opname van RCA was gebaseerd op een productie van de Houston Grand Opera. Op 1 juli 1976 voor het eerst opgevoerd in de Houston Grand Opera, maakte de productie haar “opening night” op 25 september 1976 in het Uris Theater van New York en beleefde op Broadway bijna 130 uitvoeringen. De studio-opnamen van deze ‘Porgy and Bess’ werden op 22, 23 en 24 november 1976 gemaakt in RCA Studio A te New York. En net als bij de EMI-opname voel je het theatrale karakter.

De solisten zaten bijna allen in de original cast van 1976. De Amerikaanse bariton Donnie Ray Albert was hier nog maar 26 jaar en een boeiende Porgy. Ook de Amerikaanse sopraan Clamma Dale was hier nog jong – pas 28 jaar – en een mooie, maar niet heel opwindende Bess.

Larry Marshall is de beste Sportin’ Life op CD. Hij zou voor deze rol op Broadway Tony en Drama Desk Award nominaties in de wacht slepen en speelde de rol tot in de jaren negentig. Betty Lane als Clara geeft de meest hemelsmooie vertolking van “Summertime”. Andrew Smith zat niet in de original cast van 1976 en is een robuuste Crown en Wilma Shakesnider is een ontroerende Serena, die echter nogal sleept naar de noten. Alexander B. Smalls – niet te verwarren met Alexander Smallens, zie Bonus – is een lekker haantje als Jake. Carol Brice zat niet in de original cast van 1976 en is een sterke Maria, die niet met zich laat spotten.

Dirigent John DeMain was 18 jaren chefdirigent van het Houston Grand Opera Orchestra en leidt hen door een swingende lezing. Eveneens een opname waar de drama voelbaar is. Overigens is ook hier “Lonely Boy” vervangen door de reprise van “Summertime”.
RCA 88697985112 (3CDs)

3.

Dit was de eerste integrale studio-opname van ‘Porgy and Bess’ in stereo. Decca maakte de registratie in augustus 1975 in het Masonic Auditorium te Cleveland. Ook deze opname is gebaseerd op de complete 1935 try-out versie van ‘Porgy and Bess’ van Boston en ook hier is het duet “Lonely Boy” van Bess en Serena uit de vierde scène van de tweede akte helaas geschrapt.

Willard White zong hier – dertien jaren voor de EMI-opname – de partij van Porgy al op 31-jarige leeftijd. Zijn stem is helderder, maar zijn interpretatie nog niet zo doorleefd als bij Rattle. De Amerikaanse sopraan Leona Mitchell is een dunne, vlakke en soms onzuivere Bess.

De bijrollen zijn daarentegen uitmuntend. De Amerikaanse mezzo Florence Quivar is de beste Serena op CD en alleen haar schitterend tragische vertolking maakt al de uitgave de moeite waard. De Amerikaanse bas-bariton McHenry Boatwright is een legendarische “Big Boy” Crown en zong de partij ook op de vermaarde opname van hoogtepunten in mei 1963 naast Leontyne Price voor RCA. Francois Clemmons is een Sportin’ Life in jazz-stijl en besluit “It ain’t necessarily so” met een hoge D. Barbara Hendricks is een zilverachtige, maar ook enigszins stijve Clara, Arthur Thompson een zinderende Jake en Barbara Conrad een overtuigende Maria.

Dirigent Lorin Maazel en het Cleveland Orchestra benaderden ‘Porgy and Bess’ ambitieus, groots, intens en met liefde, maar soms stijf en Europees. De opname won in 1976 een Grammy voor Best Opera Recording.
Decca 478 5785 (3CDs)

4.

Deze mono-opname van ‘Porgy and Bess’ was de eerste poging tot een “complete” registratie van het werk. Het label Columbia nam de opera tussen 5 en 13 april 1951 in de Columbia 30th Street Studios in New York op. De uitgave liet muziek weg die Gershwin had geschrapt voor de wereldpremière en zo’n twee-derde van de opera – 130 minuten – bleef behouden.

De bas-bariton Lawrence Winters, is de beste Porgy op CD. Hij studeerde dan ook niet voor niets bij Todd Duncan (zie Bonus). Je hoort bij Winters de bezadigde, oude “kripple”. Kippenvel! Hij zong bij de Hamburgse Staatsopera van 1952 tot aan zijn vroegtijdige dood op 50-jarige leeftijd in 1965. De sopraan Camilla Williams is een volle Bess, echter zonder echte wulpsheid. Inez Matthews is een voorbeeldige Serena, vocaal zinderend en vol tragiek. Bariton Warren Coleman is een lekker ruwe Crown met een rafelig randje. Avon Long was Sportin’ Life is de 1942 revival van ‘Porgy and Bess’ (zie Bonus) en treft de intrigant voortreffelijk. June McMechen is een vlinder-jeugdige Clara.

Sommige leden van de bezetting van deze Columbia-opname zongen ook al mee bij de wereldpremière van ‘Porgy and Bess’. Edward Matthews was de visser Jake ook tijdens de wereldpremière én bij de revival op Broadway in 1942 en er zijn opnamen van hem in fragmenten uit 1935 en 1942 (zie Bonus). Als Jake is hij duidelijk “onder de plak” bij Serena. Matthews overleed in 1954 op 49-jarige leeftijd door een auto-ongeluk. Helen Dowdy is een Maria met autoriteit en zingt tevens de bijrollen van Lily en de Strawberry Woman, die zij ook tijdens de wereldpremière vertolkte. De andere zangers hier die ook tijdens de wereldpremière zongen waren Ray Yeates als Nelson en de Crab Man en John Rosamond Johnson als Frazier. Die laatste bracht ook zijn eigen J. Rosamond Johnson Chorus mee voor deze Columbia-registratie.

De opname kwam tot stand dankzij de wens van musicaldirigent Lehman Engel om Broadway shows uit te brengen, die nog niet op LP waren. Engel was het vaakst genomineerd voor een Grammy in de categorie Best Conductor and Musical Director en won er twee. Hij was “the right man for the job” en zijn lezing van ‘Porgy and Bess’ bezit de meeste zeggenschap van alle opnamen.

De uitgave wordt aangevuld met acht fragmenten uit ‘Porgy and Bess’, die op 12 en 13 september 1950 voor RCA werden opgenomen door twee witte zangers in het Manhattan Center te New York. Beide solisten zingen netjes en missen echter helaas het “Draufgängertum” van de zwarte uitvoerenden uit andere opnamen.

De mezzosopraan Risë Stevens zingt een romige, getransponeerde “Summertime” van Clara en “My man’s gone now” van Serena en bariton Robert Merrill zingt “A woman is a sometime thing” van Jake, “Oh, I got plenty o’ nuttin’” van Porgy, een “It ain’ t necessarily so” van Sportin’ Life (zonder Gospel of scat) en “Oh, Bess, oh, where’s my Bess” plus  “Oh, Lawd, I’m on my way” van Porgy. In het duet van Porgy en Bess “Bess, you is my woman now” is Stevens echter weelderiger dan wie ook.

Ook het Robert Shaw Chorale en het RCA Victor Orchestra onder leiding van dirigent Robert Russell Bennett kunnen geen swing in de muziek brengen. Naxos schrapte overigens het koornummer “Gone, Gone, Gone”, dat in 1950 wel opgenomen was.
Naxos 8.110287-88 (2CDs)

5.

Dit is de eerste opname van ‘Porgy and Bess’ waarin alle veranderingen zijn verwerkt, die George Gershwin voor de wereldpremière op Broadway aanbracht. Bovendien – om het nog gecompliceerder te maken – verschilt deze versie nog van de originele partituur, die na de wereldpremière werd uitgebracht. Het resultaat is een compacte, gefocuste uitvoering, meer musical dan opera en van de bekende nummers ontbreekt slechts de “Buzzard Song” van Porgy (terwijl twee weken na de wereldpremière dit lied onder supervisie van Gershwin wel op de plaat werd gezet, zie Bonus).

De opname werd tussen 26 februari en 1 maart 2006 gemaakt in de Andrew Jackson Hall van het Tennessee Performing Arts Center, in aansluiting op de semi-concertante uitvoeringen van ‘Porgy and Bess’ op 24 en 25 februari 2006 in hetzelfde Tennessee Performing Arts Center in Nashville.

De bezetting is nogal wisselvallig. Alvy Powell zong de rol van Porgy meer dan 2500 keer en dat laat zich horen. Hij is de ster van de opname. Marquita Lister is eeniets terijpe Bess. Monique McDonald zingt wollig en onverstaanbaar en soms onzuiver in de partij van Serena en de tragiek kinkt theatraal. Lester Lynch zong de rol van Crown ook in de Scala en is een vocaal gespierde bruut. Robert Mack is eenkeurige Sportin’ Life.

Nicole Cabell won een jaar eerder het BBC Cardiff Singer of the World Competition en geeft een enigszins onstuimige interpretatie van Clara’s “Summertime”. De Jake van Leonard Rowe fladdert alle kanten op en“A woman is a sometime thing” klinkt geforceerd. Linda Thompson Williams is een lekker directe Maria. Dirigent John Mauceri is meer een begeleider met het Nashville Symphony Orchestra dan echt een verwekker van ambiance, waardoor het geheel muzikaal helaas weinig uitstraling krijgt. De opname duurt ruim een half uur korter dan de opnamen van de try-out versie door Rattle, DeMain en Maazel. Toch als weergave van de wereldpremière-versie een interessante opname.
Decca B0007431-02 (2CDs)

BONUS:

1.

Decca nam in 1935, 1940 en 1942 fragmenten van ‘Porgy and Bess’ op met de originele bezettingen van de Broadway wereldpremière (1935) en van de Broadway revival (1942). Twee fragmenten werden op 13 november 1935 opgenomen door Edward Matthews onder leiding van dirigent Leo Reisman. Niet als Jake, die hij zong tijdens de wereldpremière, maar als Porgy in “I got plenty o’ nuttin’” en als Sportin’ Life in “It ain’t necessarily so”.

Daarna werden tien fragmenten opgenomen tijdens de sessie van 15 mei 1940 onder leiding van Alexander Smallens, de dirigent van de wereldpremière. De enige twee zangers waren Todd Duncan (Porgy in 1935 en 1942) en Anne Brown (Bess in 1935 en 1942). Duncan zong van Porgy “I got plenty o’ nuttin’”, de “Buzzard Song” en “I’m on my way” en van Sportin’ Life “It Ain’t Necessarily So”. Anne Brown zong Clara’s “Summertime” en Serena’s “My Man’s Gone Now” en Ducan en Brown zongen samen nog het duet “Bess, you is my woman now”.

De Broadway-revival van ‘Porgy and Bess’ opende op 22 januari 1942 en bestond tot en met 26 september 1942 uit 286 voorstellingen. Ondertussen stonden op 15 maart en 10 april 1942 Avon Long (Sportin’ Life in de revival) en Helen Dowdy (Lily en de Strawberry Woman) onder leiding van Leo Reisman in de Decca studio voor zes fragmenten uit de opera. Long zong de twee aria’s van Spontin’ Life, Jakes aria uit de eerste akte en “I got plenty o’ nuttin’” en Dowdy zong “Summertime” en in duet met Long “Bess, you is my woman”.

Na de Broadway-revival van ‘Porgy and Bess’ in 1942 bracht Decca op 23 mei 1942 zeven leden van die bezetting bijeen en nam acht fragmenten op die nog niet op de uitgave van 1940 waren verschenen. Ook deze Volume Two stond onder muzikale leiding van Alexander Smallens. Interessant hier Harriet Jackson als Clara in een extroverte vertolking van een fragment uit “Summertime”. Edward Matthews is te horen als Jake en Todd Duncan en Anne Brown in nog twee duetten van Porgy en Bess. Verder opnieuw Avon Long als Sportin’ Life, Helen Dowdy als de Strawberry Woman, William Woolfolk als de Crab Man en Georgette Harvey als een lekker onbeschroomde Maria.

Op CD2 staan negen fragmenten van opnamesessies van ‘Porgy and Bess’, die het label Victor op 14, 23 en 30 oktober 1935 – onmiddellijk na de wereldpremière van ‘Porgy and Bess’ op 10 oktober 1935 – maakte. De registraties waren in de Victor-studio van New York onder supervisie van Gershwin zelf. De solisten waren de witte zangers Lawrence Tibbett en Helen Jepson. Alexander Smallens dirigeerde de sessies op 14 en 23 oktober en Nathaniel Shilkret dirigeerde “My Man’s Gone Now”, het enige fragment dat op 30 oktober 1935 werd opgenomen. Tibbett is een schitterende Jake, Porgy én Sportin’ Life en doet niet onder voor de zwarte zangers! Interessant ook dat de Buzzard Song werd opgenomen, terwijl Gershwin het lied voor de wereldpremière zou hebben geschrapt.

Ten slotte nog vier fragmenten uit ‘Porgy and Bess’ die Paul Robeson op 14 en 21 januari 1938 opnam. Niet heel opwindende interpretaties helaas en niet de muziek van Porgy, maar “Summertime”, de twee aria’s van Jake en “It ain’t necessarily so”. Deze uitgave van Naxos is een must voor elke operaliefhebber en een uniek document voor de uitvoeringspraktijk van ‘Porgy and Bess’.
Naxos 8.110219-20 (2CDs)

2.

Het bekende reisgezelschap van producer Blevins Davis en regisseur Robert Breen had op 9 juni 1952 de première van een nieuwe productie van ‘Porgy and Bess’ gegeven tijdens de State Fair of Texas in Dallas en deed vervolgens Chicago, Pittsburgh en Washington aan. Een subsidie van de U.S. State Department maakte een Europese tour mogelijk langs Wenen, Londen, Parijs en de Berliner Festwochen. De uitvoering op 21 september 1952in het Titania Palast van Berlijn werd door de Duitse radio uitgezonden en de banden van de omroep maakten een CD-uitgave mogelijk. Het is de enige bekende opname van die productie en de eerste live-opname van ‘Porgy and Bess’. De uitvoering volgt de wereldpremière-versie en uiteindelijk duurt zij twee uur en twintig minuten.

Porgy was de glansrol van William Warfield. In uitvoeringen van ‘Porgy und Bess’ trad hij later nog op in New York in 1961 en Wenen in 1965 en 1974. Naast zijn echtgenote Leontyne Price als Bess zet hij hier een zachtaardige Porgy neer. Warfield en Price waren aan de vooravond van de Europese toer getrouwd in de Abyssinian Baptist Church van Harlem waarbij velen van de cast aanwezig waren. Deze uitgave is de eerste opname van Leontyne Price in een complete rol. Zij is een ideale als Bess, weelderig, vol en zwoel. Haar temperament, de vitaliteit en het natuurlijke zijn onovertroffen. Warfield en Price zouden elkaar ook treffen in de legendarische studio-opname van hoogtepunten uit ‘Porgy and Bess’ voor RCA in mei 1963.

De opname is mede interessant vanwege de Sportin’ Life van de bekende Amerikaanse jazzzanger, orkestleider en “hi-de-ho man” Cab Calloway. Hij vertolkt de partij met zijn karakteristieke, excentrieke manier van scat-zang, die hij van Louis Armstrong had geleerd. Helen Thigpen is een lichte Serena met een snel vibrato en John McCurry is vocaal niet een heel krachtige Crown. Helen Colbert is een onstuimige, jeugdige Clara en Joseph James is een goedige Jake. Georgia Burke is een donderende Maria en verder opnieuw Helen Dowdy als de Strawberry woman en Ray Yates als de Crab Man, allebei al aanwezig bij de wereldpremière.

Het RIAS-Unterhaltungsorchester en het Eva Jessye Choir – ook het hoor van de wereldpremière – staat onder leiding van Alexander Smallens, ook de dirigent van de wereldpremière. in een opwindende voorstelling. Men bidt, danst, huilt, scheldt schreeuwt, stampt, zeurt en zingt. Een unieke opname!
Audite 23.405 (2CDs)