*****
© Jiyang Chen
Antwerpen, 13 december 2018

Eerlijke emotie van Jakub Józef Orliński in Antwerpen

De carrière van de jonge countertenor Jakub Józef Orliński heeft in korte tijd een enorme ontwikkeling gemaakt. Inmiddels zong hij in de Carnegie Hall van New York, de Barbican en Wigmore Hall van Londen, Salle Gaveau van Parijs en het Auditorio Nacional de Musica van Madrid en binnenkort zijn er belangrijke optredens in Théâtre des Champs-Elysées van Parijs, het Glyndebourne Festival en het Gran Teatre del Liceu van Barcelona. Het Festival van Vlaanderen wist het aanstormende, Poolse talent nog te strikken voor een klein recital in Antwerpen.

Het concertprogramma van het Augustinus Muziekcentrum (AMUZ) wordt samengesteld op basis van de criteria van de authentieke uitvoeringspraktijk. Dit wordt gerealiseerd in de voormalige St.-Augustinuskerk – kloosterkerk van de paters Augustijnen – te Antwerpen, dat is uitgerust met de infrastructuur van een volwaardige concertzaal. Voor een uitverkochte zaal presenteerde Jakub Józef Orliński met het ensemble Il Pomo d’Oro enkele fragmenten van zijn eerste solo-CD ‘Anima Sacra’.

Het programma met werken van 18e-eeuwse componisten opent met het antiphon ‘Alma redemptoris’ van Johann David Heinichen. Helder en sereen verklinkt Orliński met zijn aangename countertenor de hymne aan Maria. Contrasterend vertolkt hij het volgende adagio recitatief doordringend en in de finale aria vervolgens biedt hij honigzoete tonen. De dalende en stijgende melisma’s van “peccatorum” zingt Orliński vol bittere spijt, maar vredig besluit hij het larghetto met lyrische klanken.

Niet op Orliński’s CD’s en daarom des te interessanter om in de concertzaal te horen was de bekende compositie op de psalm ‘Nisi Dominus’ van Antonio Vivaldi. In dit negendelige werk met zijn variatie aan stijlen en sferen bewijst Orliński zijn veelzijdigheid. De opening zingt hij levendig en stralend in de stijl van een kerkaria met schitterend strakke coloraturen en in het ‘Surgite’ met afwisselend snelle, verrijzende en langzame, overdenkende passages toont Orliński diepe, eerlijke emotie. Hij fraseert in ‘Cum dederit’ prachtig welhaast instrumentaal met lange legato lijnen en creëert hier samen met het gedempte – zonder lood – Il Pomo d’Oro een fraai dromerige sfeer. Het ‘Gloria’ is het hoogtepunt. Met zijn opvallend grote stem en egale klank verwezenlijkt Orliński een zwaarmoedige stemming. En in het slot laat hij horen hoe ongelooflijk veel kleuren mogelijk zijn op ‘Amen’.

De aria “S’una sol lagrima” uit het oratorium ‘Gesù al Calvario’ van de Tsjechische componist Jan Dismas Zelenka vertelt het passieverhaal door de ogen van Jezus zelf. Het recitatief “Smanie di dolci affetti” is weggelaten, maar staat wel op Orliński’s CD ‘Anima Sacra’. Mooi in deze aria het vraag-en-antwoord-spel van zanger en ensemble en Orliński is hier vele malen expressiever dan in zijn opname van de aria op CD. Tot besluit van het korte programma de aria “Mea tormenta properate!” uit het oratorium ‘Sanctus Petrus et Sancta Maria Magdalena’ van Johann Adolf Hasse. Orliński zingt de aria heerlijk verwoed met de bevlogenheid van de jeugd.

Het voortreffelijke, negenkoppige ensemble van Il Pomo d’Oro onder leiding van violiste Zefira Valova voerden bovendien nog de ‘Sonata a quattro in F’ van Alessandro Scarlatti en het “allegro” uit de ‘Sinfonoa a 8 concertanti in a, ZWV 189 van Zelenka uit. Twee oorspronkelijk aangekondigde, vocale werken van het programma werden helaas niet gespeeld; ‘Tam non splendet’ van Nicola Fago en ‘Laudamus te’ van Domenico Sarro waren om onduidelijke redenen weggelaten.

In het toegift “Vedrò con mio diletto” uit ‘Il Giustino’ van Vivaldi liet Jakub Józef Orliński ten slotte zijn unieke talent horen. Hier bezorgde zijn enorme muzikaliteit – als een Frank Sinatra zingend over de maten heen – nog ruim vijf minuten kippenvel. Luister naar de radio-uitzending van het concert op woensdag 19 december 2018 om 20.00 uur tijdens het programma Klara Live.