11-06-2018

Op 11 juni 2018 overleed de Nederlandse tenor Hubert Delamboye op 72-jarige leeftijd in het Limburgse dorpje Margraten.

Hubert Delamboye werd op 7 juli 1945 als Hub Delamboye geboren. Hij kwam ter wereld in het dorpje Scheulder in het zuiden van de Nederlandse provincie Limburg. Vanaf zijn 8e jaar kreeg hij pianoles, hij speelde later ook saxofoon en klarinet, trad op in een jeugdorkest en zong in het kerkkoor. Hij ging naar de middelbare school om monteur te worden. Daarna studeerde hij piano aan het conservatorium van Maastricht en zang bij Leo Ketelaars.

1970

Hubert Delamboye zong aanvankelijk in het koor bij De Nederlandse Operastichting. Na zijn afstuderen in 1974 was hij tot 1976 als solist verbonden aan het Stadttheater von Bielefeld. Aansluitend werd hij door het Hessisches Staatstheater Wiesbaden geëngageerd. In Wiesbaden werd ook zijn zoon Enrico geboren, die later dirigent werd. Het repertoire van Hubert Delamboye bestond in het begin vooral uit Mozart, Donizetti, Verdi en Puccini. Wagner was binnen handbereik:

“Eerst kon ik er niks mee. Ik hoorde ‘Tristan und Isolde’ en ‘Der fliegende Holländer’ maar had er blijkbaar geen antenne voor. Twee maanden later stond ik op de bezettingslijst voor een kleine rol in ‘Tristan und Isolde’ en ben ik maar met studeren begonnen. Ach, het ging om beginrollen. Op die leeftijd kan je eigenlijk niks gebeuren” (Zuiderlucht; 8-10-2007)

Delamboye zou door middel van een gastcontract gedurende ruim dertig jaren aan het Hessisches Staatstheater Wiesbaden verbonden blijven.

1980

Hubert Delamboye maakte op 21 november 1984 zijn debuut bij de L’Opéra de Paris als Pedrillo in ‘Die Entführung aus dem Serail’ van Mozart. Hij zong er tot en met 10 december 1984 zes voorstellingen.

1985

Hubert Delamboye maakte op 9 april 1985 zijn debuut in De Munt Schouwburg van Brussel als Ein Hirt en Ein junger Seeman in ‘Tristan und Isolde’ van Wagner.  Gwyneth Jones was Isolde en Spas Wenkoff zong Tristan.

De grote doorbraak van Hubert Delamboye kwam in 1986. Tijdens de opvoering van ‘Der Ring des Nibelungen’ van Wagner in de Seattle Opera zong hij op 2 en 10 augustus 1986 de rol van Mime in ‘Das Rheingold’ en op 5 en 13 augustus Mime in ‘Siegfried’.

Zijn debuut bij De Nederlandse Opera maakte hij op 23 september 1986 met de rol van Macho / Friend 2 in de première van ‘Ithaka’ van Otto Ketting ter gelegenheid van de opening van het nieuwe Amsterdamse Muziektheater.

Op 18 mei 1987 was Delamboye terug in de L’Opéra de Paris en zong er tot en met 6 juni 1987 in acht voorstellingen van ‘Der fliegende Holländer’ van Wagner de rol van Der Steuermann. Ook was hij in 1987 terug in Seattle voor de herneming van Mime in ‘Das Rheingold’ en ‘Siegfried’.

Delamboye debuteerde in de Metropolitan Opera House van New York op 25 februari 1988. Onder leiding van James Levine vertolkte hij de rol van Mime in ‘Siegfried’. Op 12 oktober 1988 was hij terug in de Met en zong opnieuw onder leiding van Levine de rol van Mime in ‘Das Rheingold’.

In januari 1989 vertolkte Delamboye in Seattle de rol van Der Steuermann in ‘Der fliegende Holländer’.

Tijdens de Maifestspiele in Wiesbaden van 1989 zong hij de rol van Samson in ‘Samson et Dalila’ van Saint-Saëns.

1990

Hubert Delamboye zong bij Opera Forum op 13 januari 1990 de rol van Don José in ‘Carmen’ van Georges Bizet in de Twentse Schouwburg te Enschede.

Op 8 oktober 1991 trad hij op als Loge in ‘Das Rheingold’ in De Munt Schouwburg te Brussel.

1995

Hubert Delamboye was op 1 januari 1995 terug in de Twentse Schouwburg voor de rol van de Prins in ‘Rusalka’ van Antonín Dvořák bij de Reisopera.

Op 14 mei 1995 zong hij in Wiesbaden de rol van Tristan in ‘Tristan und Isolde’ van Wagner.

Hij zong op 10 september 1995 Herodes in ‘Salome’ van Richard Strauss in De Munt Schouwburg van Brussel.

Delamboye maakte zijn debuut bij de Salzburger Festspiele op 11 augustus 1997 als de Hauptmann in ‘Wozzeck‘ van Alban Berg. De muzikale leiding was in handen van Claudio Abbado en de regie was van Peter Stein.

Op 29 oktober 1997 was hij terug in Wiesbaden voor de rol van Paul in ‘Die tote Stadt’ van Korngold.

Delamboye maakte op 2 maart 1998 zijn debuut in de Wiener Staatsoper als Florestan in ‘Fidelio’. Hij zong de rol tot en met 21 juni 2003 in vijf voorstellingen in de enscenering van regisseur Otto Schenk.

Op 16 juli 1998 was hij terug bij de Salzburger Festspiele als Tichon Ivanyc Kabanov in ‘Katja Kabanova’ naast Henk Smit als Savjol Prokofjevic Dikoj.

De rol van Paul in ‘Die tote Stadt’ zong Delamboye op 29 mei 1999 opnieuw bij de Oper Köln.

Op 27 juni 1999 was hij te horen in de Nationale-Nederlanden Zaal te Eindhoven in de rol van Pollione in ‘Norma’ van Bellini naast Nelly Miricioiù in de titelrol.

Hij was op 4 september 1999 terug bij de Reisopera en zong in het Lucent Danstheater van Den Haag de rol van Tristan in ‘Tristan und Isolde’.

2000

Hubert Delamboye zong tussen 10 april en 2 mei 2000 acht maal de rol van Aegisth in ‘Elektra’ van Richard Strauss bij DNO. Ook bij DNO gaf hij tussen 5 en 30 mei 2000 tien optredens als Tichon Ivanyč Kabanov in ‘Kátja Kabanová’ van Leoš Janáček.

Op 2 okt 2000 keerde hij terug naar de Wiener Staatsoper als Ein Berufener in het oratorium ‘Die Jakobsleiter’ van Arnold Schoenberg. Hij zou er de partij tot en met 18 december 2002 twaalf maal vertolken.

Zijn debuut in het Royal Opera House Covent Garden van Londen was op 29 januari 2001 in de rol van Bernardo Novagerio in ‘Palestrina’ van Pfitzner. Onder leiding van dirigent Christian Thielemann trad hij op in de enscenering van regisseur Nikolaus Lehnhoff.

Bij de Reisopera vertolkte hij op 5 juli 2001 de rol van Florestan in ‘Fidelio’ van Beethoven in het Concertgebouw van Amsterdam.

Als Tichon Ivanyč Kabanov in ‘Kátja Kabanová’ was hij op 30 oktober 2001 te bewonderen in De Munt Schouwburg Brussel.

Op 10 februari 2002 zong hij de rol van Erik in ‘Der fliegende Holländer’ in de Hamburgische Staatsoper naast Simon Estes in de titelrol, Kurt Moll als Daland en Elizabeth Connell als Senta.

Delamboye zong op 23 april 2002 in Genua de rol van Liliaque Pêre in ‘Boulevard Solitude’ van Henze.

Zijn zoon Enrico was inmiddels sinds 2000 als Kapelmeister en Solorepetitor verbonden aan de Hessisches Staatstheater Wiesbaden. Hij dirigeerde daar op 22 juni 2002 een uitvoering van ‘Andrea Chenier’ van Giordano, waarin vader Hubert de titelrol zong.

In het seizoen 2002/2003 zong Hubert Delamboye de partij van Loge in ‘Das Rheingold’ in Keulen.

Hij trad tussen 22 september en 9 oktober 2003 zeven maal op in de rol van Prins Vassily Ivanovich Shuisky in ‘Boris Godoenov’ van Moessorgsky in Covent Garden te Londen. Hij zong er naast onder anderen Olga Borodina, Sergei Larin en John Tomlinson.

2005

Hubert Delamboye trad bij de L’Opéra de Paris tussen 14 mei en 12 juni 2005 negen maal op als Filka Morosov (Luka Kuzmich) in ‘Uit het Dodenhuis’ van Janácek.

In 2007 trad hij in Genève op als Bacchus in ‘Ariadne auf Naxos’ van Richard Strauss onder leiding van dirigent Jeffrey Tate.

Tussen 1 en 29 juni 2008 vertolkte hij bij DNO in het Muziektheater te Amsterdam negen keer de rol van Le Lépreux in ‘Saint François d’Assise’ van Olivier Messiaen. De partij bracht hem op voor een concertuitvoering op 7 september 2008 naar de Royal Albert Hall van Londen.

Als Herodes in ‘Salome’ schitterde hij in 2009 in Aken.

2010

Hubert Delamboye zong tussen 6 en 31 oktober 2011 bij DNO nogmaals negen maal de rol van Aegisth in ‘Elektra’ van Richard Strauss.

Hij had een operacarrière van zo’n veertig jaren met verder partijen als Tamino in ‘Die Zauberflöte’ van Mozart, de titelrol in ‘Lucio Silla’ van Mozart, Max in ‘Der Freischütz’ van Weber, de titelrol in  ‘Les Contes d’Hoffmann’ van Offenbach, de titelrol in ‘Otello’ van Verdi, Cavaradossi in ‘Tosca’ van Puccini, Canio in ‘Pagliacci’ van Leoncavallo, Nureddin in ‘Der Barbier von Bagdad’, Alva in ‘Lulu’ van Berg, de titelrol in ‘Rienzi’ en Siegmund in ‘Die Walküre’.

Andere operahuizen waarin Hubert Delamboye optrad waren in Tokyo, Berlijn, München, Turijn, Salzburg, Bregenz en Zürich en hij werkte er met bekende dirigenten als Kurt Masur en Nikolaus Harnoncourt en regisseurs als Jean-Pierre Ponnelle, Giorgio Strehler en Herbert Wernicke.

Hubert Delamboye overleed op 11 juni 2018 na een langdurige ziekte op 72-jarige leeftijd in zijn woonplaats Margraten in Limburg. Hij wordt in Margraten begraven op 16 juni 2018.