11-12-2017

De Italiaanse dirigent Victor de Sabata overleed op 11 december 1967.

Victor de Sabata werd op 10 april 1892 geboren in Trieste als zoon van een katholieke vader en Joodse moeder. Rond 1900 verhuisde de familie naar Milaan, waar hij aan het conservatorium Giuseppe Verdi cum laude afstudeerde in compositie, piano en viool. Zijn eerste opera ‘Il Macigno’ beleefde op 31 maart 1917 zijn wereldpremière in het Teatro alla Scala van Milaan.

In 1918 werd De Sabata benoemd tot dirigent van de Monte Carlo Opera. Daar dirigeerde hij onder andere in 1925 de wereldpremière van ‘L’Enfant et les Sortilèges’ van Ravel. De Sabata maakte zijn debuut in de Scala als dirigent in het seizoen 1921/1922 en werd er chefdirigent in 1930 als opvolger van Toscanini. In 1939 was De Sabata de tweede niet-Duitstalige dirigent – na Toscanini – bij de Bayreuther Festspiele en dirigeerde er ‘Tristan und Isolde’. Het is onduidelijk waarom de Joodse De Sabata in Nazi-Duitsland kon dirigeren.

Volgens de zoon van Benito Mussolini was De Sabata een persoonlijke vriend van de Italiaanse dictator en gaf hij diverse concerten in diens Villa Torlonia. George Richard Marek schrijft in zijn biografie over Toscanini dat de vriendschap van De Sabata en Mussolini een reden was voor de breuk tussen De Sabata en Toscanini.

Na de Tweede Wereldoorlog breidde de carrière van De Sabata zich ook internationaal uit en dirigeerde hij diverse malen in Londen, New York en andere Amerikaanse steden. In 1950 werd hij tijdelijk vastgehouden op Ellis Island vanwege de nieuwe McCarran Act in verband met zijn werk in Italië tijdens het regiem van Mussolini.

In opera werkte De Sabata na de oorlog met Maria Callas en Renata Tebaldi en zijn opname van de opera ‘Tosca’ van Puccini uit 1953 met Maria Callas is wereldberoemd. In dat jaar kreeg De Sabata echter een hartaanval, die zijn carrière beperkte. Hij verzoende zich in deze periode met Toscanini tijdens de productie van ‘La Vestale’ van Spontini in 1954 in de Scala.

Daarna dirigeerde De Sabata nog twee maal. In de studio leidde hij de opname van het ‘Messa da Requiem’ van Verdi in juni 1954 voor HMV en zijn laatste optreden was tijdens de begrafenisplechtigheden van Arturo Toscanini op 18 februari 1957 met het ‘Marcia Funebre’ uit de Eroica Symfonie van Beethoven in de Scala gevolgd door het ‘Requiem’ van Verdi in de kathedraal van Milaan.

De laatste jaren van zijn leven wijdde Victor de Sabata aan het componeren. Hij overleed op 11 december 1967 in de gemeente Santa Margherita Ligure van de Italiaanse provincie Genua.