1.
De sopraan Maria Callas zong de rol van Leonora di Vargas in ‘La Forza del Destino’ van Giuseppe Verdi (1813-1901) zes maal op het toneel. De eerste keer was al in 1948 in Trieste en na de laatste keer op 26 mei 1954 in Ravenna nam zij tussen 17 en 27 augustus 1954 de partij op voor het label Columbia. De opname werd gemaakt in het Teatro alla Scala van Milaan, waar de herziene versie van ‘La Forza del Destino’ op 27 februari 1869 zijn wereldpremière had beleefd, ruim zes jaren na de wereldpremière van Verdi’s eerste editie op 10 november 1862 in Sint-Petersburg. Maria Callas geeft zoals altijd een psychologisch nauwkeurig gedifferentieerd beeld van haar rol. Haar Leonora is geen lijdzame vrouw, maar één van vlees en bloed, nu eens vurig verliefd, dan weer vroom en toegewijd. En ook de mannenrollen van de opname zijn ideaal bezet. Leonora’s geliefde Don Alvaro werd toevertrouwd aan de Amerikaanse tenor Richard Tucker, die als de volmaakte vertolker van de partij gold. De Joodse Tucker had gedreigd zich terug te trekken uit de opname, toen hij vernam dat de muzikale leiding in handen was van Herbert von Karajan, één van de belangrijkste dirigenten van het nationaal-socialisme. Von Karajan werd echter vervangen door Tullio Serafin en Tucker bleef. Tucker had de voorbeeldige tenorkleur voor Alvaro en vertolkt een nobele Virrey del Perú, wiens moeder de laatste afstammeling van Inca-vorsten was. Na deze opname werd Tucker overigens uitgenodigd Alvaro in 1955 in de Scala te zingen, maar het schema werd verplaatst en Tucker was uiteindelijk verhinderd. Hij zou pas in 1969 voor het eerst – en voor het laatst – in de Scala zingen. De Italiaanse bariton Carlo Tagliabue had de rol van Leonora’s broer Don Carlo al in 1941 opgenomen voor Cetra en verving hier bij Columbia dertien jaren later de verhinderde Tito Gobbi. De stem van de 56-jarige Tagliabue was hier uiteraard minder glansrijk dan dertien jaar eerder, maar hij laat horen hoe Verdi muzikaal gezongen, gefraseerd en geademd dient te worden. De Italiaanse bas Nicola Rossi-Lemeni biedt als edelmoedige pater Guardiano uitstekend theatrale wisselwerking met de Leonora van Callas. De zigeunerin Preziosilla wordt uitstekend gezongen door de dramatische, Bulgaarse mezzosopraan Elena Nicolai. Renato Capecchi is de beste buffo voor frater Melitone op CD en Plinio Clabassi is onovertroffen als Leonora’s vader Il Marchese di Calatrava. Het Orchestra del Teatro alla Scala staat onder leiding van Tullio Serafin, die – dus invallend voor Von Karajan – vakmanschap, wijsheid, theatraliteit en grote Italianità biedt, ondanks de diversiteit aan nationaliteiten van de zangers. Er zijn discrete coupures zoals in de eerste scène van de tweede akte.
Warner Classic 0825646340002 (3CDs)

2.
Een Italiaans team stond een jaar later in juli 1955 in de Accademia di Santa Cecilia van Rome voor een opname van ‘La Forza del Destino’. Renata Tebaldi schilderde hier met ronde lijnen, egale sopraan en romig timbre een melancholische, duldende Leonora di Vargas, kortom een perfecte non. De tenor Mario Del Monaco maakt indruk als Leonora’s geliefde Alvaro met zijn volle spintotenor en kracht, ook al is hij in de studio minder spontaan dan live. Maar luister naar zijn prachtige “O tu che in seno agli angeli”! Daarna heeft zijn rivaliteit met de Don Carlo van Ettore Bastianini grote uitwerking. Het jeugdige en weelderige timbre maken Bastianini tot de beste Carlo op CD. De mezzo Giulietta Simionato is een nogal sjieke zigeunerin Preziosilla en de bas Cesare Siepi is met zijn brallende “r” een serene Padre Guardiano. Fernando Corena biedt fraai contrast met zijn buffo Fra Melitone. Dirigent Francesco Molinari-Pradelli laat het Orchestra di Santa Cecilia gedetailleerd en kleurrijk, maar ook ietwat stug spelen, waardoor de theatraliteit enigszins ontbreekt.
Decca Originals 475 8681 (3CDs)

3.
Ook in Rome nam RCA in juli en augustus 1964 met een Amerikaans team ‘La Forza del Destino’ in de RCA Italiana Studios op. Vijf Verdi-specialisten kwamen bijeen. Leontyne Price zou de partij van Leonora twaalf jaren later opnieuw voor RCA opnemen onder leiding van James Levine in Londen, maar haar spinto is hier weelderiger en haar borstregister ronder. En haar portrettering en ataquen zijn opwindend! Opnieuw – tien jaren na de Columbia-opname – Richard Tucker in zijn glansrol van Alvaro met de ideale combinatie van lyrische schoonheid en viriliteit. Tucker verstopte tijdens het eerste optreden van Robert Merrill als Carlo in ‘La Forza del Destino’ in de Met op 1 februari 1960 voor de tweede scène van de derde akte als grap in de koffer een naaktfoto van “Leonora”. Merrills interpretatie van Carlo is zoals altijd stevig en strak. De hier 33-jarige mezzosopraan Shirley Verrett stond hier voor haar grote internationale doorbraak en is een smaakvolle Preziosilla. Met haar verleidelijke timbre zorgt zij voor attracties. De bas Giorgio Tozzi biedt vaderlijke autoriteit in de rol van Guardiano. Zijn Padre bezit pathos en wijsheid. De Amerikaanse bas Ezio Flagello is een heerlijk sputterende Fra Melitone. De hier 34-jarige Thomas Schippers brengt met het RCA Italiana Orchestra dramatiek in de partituur. Hij is expressief in elk detail van de muziek en stuwt het drama naar het onoverkomelijke einde.
RCA Victor GD 87971 (3CDs)

4.
Het label Cetra nam in mei 1941 in Turijn ‘La Forza del Destino’ op 35 plaatkanten voor 78-toeren op met een team van Italiaanse zangers. Het ensemble was prachtig uniform. Leonora was de sopraan Maria Caniglia, die ten tijde van deze opname al een grote carrière in Italië had en voor de opname terug was in de stad waar zij in 1930 haar professionele operadebuut had gemaakt als Chrysothemis in ‘Elektra’. Caniglia was een temperamentvolle zangeres en ze schuwt haar borstregister niet. Haar interpretatie van Leonora is expressief en afwisselend devoot en verliefd. Galliano Masini was niet een zeer subtiele Alvaro, maar een indrukwekkende spinto met een vurige, gepeperde tenor. Carlo Tagliabue zingt Don Carlo – hier dertien jaren vóór de Columbia-opname – met volle en warme bariton en autoriteit. De mezzo van Ebe Stignani is dramatisch, egaal, groot, rijk en flexibel en zij zingt Preziosilla met grandeur. Tancredi Pasero was met Nazzareno De Angelis en Ezio Pinza één van de belangrijkste Italiaanse bassen van het interbellum. Zijn Padre Guardiano bezit zeggenschap en grootmoedigheid. Saturno Meletti schetst Fra Melitone scherp en met ironie. Dit is de enige opname van een integrale opera door dirigent Gino Marinuzzi, die onder andere in 1917 de wereldpremière van ‘La Rondine’ van Puccini had gedirigeerd in Monte Carlo. Marinuzzi en het Orchestra EIAR Torino geven een gevoelvolle en nadrukkelijke lezing van de partituur. Er zijn diverse coupures, waaronder het grote duet van Alvaro en Carlo in de derde scène van de derde akte. Hiermee blijft de onthulling en confrontatie tussen hen uit. Desalniettemin een interessant document voor hen die door de verouderde opnametechniek heen kan luisteren.
Naxos Historical 8.110206/7 (2CDs)

5.
RCA kon niet genoeg krijgen van ‘La Forza del Destino’ na de opnamen met de dirigenten Fernando Previtali (1958) en Thomas Schippers (1964). Ook de derde opname werd in de zomer gemaakt en wel tussen 31 juli en 10 augustus 1976 in de Walthamstow Town Hall van Londen. Een betere Leonora dan Leontyne Price kon men nog niet vinden en inderdaad is zij na twaalf jaren nog spannend in de rol. Haar borstregister is inmiddels af en toe dof of gevoileerd, maar in de hoogte zijn de fluwelen klank en de glans nog altijd intact. De Spaanse tenor Plácido Domingo zou de partij van Alvaro tien jaren later voor EMI nog beter zingen en is hier al een nobele Alvaro met pathos. De bariton Sherrill Milnes als Don Carlo is helder, jeugdig en toch kernachtig. Hij schenkt zorgvuldig aandacht aan de dynamische en expressieve notaties van Verdi. Fiorenza Cossotto is een vurige Preziosilla en haar zinderende “Rataplan” vormt de boeiende finale van de derde akte. De bas Bonaldo Giaiotti is een waardige en sympathieke Padre Guardiano, die zich helemaal thuis voelt onder de notenbalk. De Franse bariton Gabriel Bacquier maakt een passende parodie van Fra Melitone en de Duitse bas Kurt Moll is een felle vader Calatrava. James Levine dirigeert hier levendig en vuurt de solisten en het London Symphony Orchestra aan. Hij toont gevoel en geeft accenten. Je voelt het theater achter de noten.
BMG RCA Victor Red Seal 74321 39502-2 (3CDs)

Bonus:

1.
De opvoering van ‘La Forza del Destino’ op 14 juni 1953 in Florence staat bij liefhebbers bekend als één van de grootste momenten in de geschiedenis van de naoorlogse Italiaanse opera. De motor achter deze voorstelling was de dirigent Dimitri Mitropoulos. Zijn opwindende lezing was ongeëvenaard! Mitropoulos heeft een verbluffende grip op het drama, de tempi en het goddelijk spelende Orchestra del Maggio Musicale Fiorentino. Hij spoort de zangers aan en volgt ze – in plaats van tegenwoordig andersom – en hij zorgt voor theatrale opwinding. Luister alleen al naar de ouverture en het ovationele applaus daarna! Een belofte voor wat vervolgens komt. En de finale “La vergine degli Angeli” van de tweede akte is van een hemelse schoonheid. Leonora werd door Renata Tebaldi hier veel uitdrukkelijker geschetst dan op de studio-opname van 1955. Haar fraseringen, lange lijnen, exuberante klank en voorbeeldige uitdrukkingskracht voeden de verhalen dat Callas haar uit de Scala zou hebben verjaagd. Voorwaar zong Tebaldi na haar Scala ‘La Forza del Destino’ van het seizoen 1954/55 nog maar in twee Scala-producties. Mario del Monaco is hier als Alvaro eveneens minder stug dan in de studio-opname en opvallend meer opgaand in de dramatische situatie. Ook Cesare Siepi als Guardiano en Renato Capecchi als Melitone profiteren van het leiderschap van Mitropoulos. De hier slechts 32-jarige Aldo Protti was een betrouwbare Verdi-specialist en lofwaardig als Don Carlo en Fedora Barbieri is heerlijk ordinair als de zigeunerin Preziosilla, de beste op CD. Een zinderende uitvoering, die iedere operaliefhebber in de kast moet hebben!
Archipel ARPCD 0126 (3CDs)

2.
Er bestaan vier opnamen van de Italiaanse tenor Franco Corelli als Alvaro in ‘La Forza del Destino’. De uitvoering van de Met uit 1968 onder leiding van Molinari-Pradelli met Price en Merrill is in 2004 uitgebracht op Myto en al lang niet meer leverbaar. Dan is er de uitvoering uit Philadelphia van 14 april 1965 met Eileen Farrell, Anselmo Colzani onder leiding van Anton Guadagno, die op Myto en Standing Room Only verscheen met een zeer matige geluidskwaliteit. En verder is er de uitgave van de uitvoering op 6 februari 1965 in de Met waarop Corelli zong onder leiding van Nello Santi naast een schitterende Gabrielle Tucci en Bastianini (één van zijn laatste optredens voor zijn overlijden op 44-jarige leeftijd), die op Myto en Gala verscheen. Ten slotte werd de uitvoering van 15 maart 1958 in Napels op film bewaard. De 36-jarige Franco Corelli is hier op de top van zijn kunnen. De Prins der Tenoren zingt gepassioneerd als een “powerhouse” met helder timbre en zinderende hoge noten. Naast Corelli hoort men alweer Renata Tebaldi en opnieuw Ettore Bastianini. De legendarische bas Boris Christoff zong de rol van Padre Guardiano gedurende zijn hele carrière en geeft hier één van zijn meest beroemde interpretaties van de geliefde pater. De Mexicaanse mezzo Oralia Domínguez is een woeste Preziosilla en opnieuw Renato Capecchi als Fra Melitone. Alles weer onder de betrouwbare leiding van Francesco Molinari-Pradelli.
Hardy Classic HCA 6014 (3CDs) / Hardy Classic Video HCD 4002 (1DVD)

3.
‘La Forza del Destino’ werd op 5 juli 1962 door De Nederlandse Opera in het kader van het Holland Festival opgevoerd in het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen te ’s-Gravenhage. Een geluidsopname is bewaard gebleven. De Nederlandse sopraan Gré Brouwenstijn zong de rol van Leonora di Vargas innemend en met toewijding. Er bestaat nog een live-opname van Brouwenstijn als Leonora in Buenos Aires uit 1960 naast – een nog vurigere – Richard Tucker, maar in Nederland zong zij in ‘La Forza del Destino’ met een andere Joodse tenor. Het is de enige opname van Jan Peerce in de integrale partij van Alvaro en zijn Alvaro spat van de CD! Zijn extroverte interpretatie en Draufgängertum zijn geweldig! De Australische bariton John Shaw biedt een echte Verdi-bariton voor de rol van Don Carlo en de Italiaanse alt Rena Garazioti is een uitstekende Preziosilla. Aan einde van “Venite all’indovina” gaat zij naar een hoge D! De Hongaarse bas György Littasy is een indrukwekkende Padre Guardiano en – ja, daar is hij weer – Renato Capecchi is in zijn element als Fra Melitone. Peter van der Bilt is een fantastisch vaderlijke Il Marchese di Calatrava. Jos Borelli als Un Alcalde en Wim Koopman als de Joodse marskramer Trabuco zijn te horen in de eerste scène van de tweede akte, maar Trabuco’s antisemitische “A buon marcato” is gelukkig uit de derde akte geschrapt. Henk Smit is aan het begin van zijn carrière te bewonderen als de militaire chirurg in de tweede scène van de derde akte. Alberto Erede is een betrouwbare dirigent, maar geeft met het Orkest van de Nederlandsche Opera een nogal bloedeloze lezing. Er is flink gesnoeid in de opname opdat zij op twee CDs past. Ook hier is de eerste helft van de derde scène van de derde akte geschrapt.
Osteria OS 1002 (2CDs)