27-05-2017

Op 24 mei 2017 is de Duitse alt Claudia Hellmann overleden.

Claudia Hellmann werd op 25 november 1923 in Berlijn geboren en studeerde daar zang bij Erika Garski. Zij maakte op 31 juli 1957 haar debuut tijdens de Salzburger Festspiele in de altpartij van de ‘Krönungsmesse’ van Mozart. Bij de Salzburger Festspiele zou zij tussen 1961 en 1965 en in 1967 als concertsoliste terugkeren en in 1965 de rol van Dryade in ‘Ariadne auf Naxos’ van Richard Strauss vertolken.

Claudia Hellmann was verbonden aan het Theater Münster tussen 1958 en 1960, aan het Staatstheater Stuttgart tussen 1960 en 1966, aan het Staatstheater Nürnberg tussen 1966 en 1975 en opnieuw in Stuttgart tussen 1975 en 1983.

Zij maakte haar operadebuut in 1958 tijdens de Bayreuther Festspiele als Wellgunde in ‘Der Ring des Nibelungen’, de 4. Edelknabe in ‘Lohengrin’ en de 1. Knappe in ‘Parsifal’. Zij zou in Bayreuth tot en met 1961 jaarlijks optreden, onder andere als Waltraute in ‘Götterdämmerung’ in 1960.

Overige gastoptredens brachten haar naar diverse belangrijke operahuizen in en buiten Duitsland. Zo gasteerde zij vanaf 1960 meerdere malen bij de Hamburger Staatsoper onder andere als Flora in ‘La Traviata’ en als Marcellina in ‘Le Nozze di Figaro’. Op 7 april 1062 maakte zij haar debuut in de Wiener Staatsoper als één van de Drei Mädchen in ‘Die Bluthochzeit’ van Wolfgang Fortner. Zij was in 1971 terug in de Wiener Staatsoper als Ludmila/Kathinka /Katinka in ‘Die verkauften Braut’ van Smetana.

In mei 1963 maakte zij haar debuut in het Teatro alla Scala van Milaan in drie cycli van ‘Der Ring des Nibelungen’ van Wagner. In een enscenering van Heinz Tietjen zong zij daar onder leiding van André Cluytens de rollen van Flosshilde in ‘Das Rheingold’, Grimgerde in ‘Die Walküre’ en Flosshilde in ‘Götterdämmerung’. In 1963 en 1967 trad zij nog op in de Munt Schouwburg van Brussel.

Tot haar repertoire behoorden verder nog de rollen van de Gräfin in ‘Der Wildschütz’ van Lortzing, Mary in ‘Der fliegenden Holländer’, Magdalene in ‘Die Meistersinger von Nürnberg’, de Mutter in ‘Hänsel und Gretel’, Annina in ‘Der Rosenkavalier’, Fidalma in ‘Il Matrimonio Segreto’ van Cimarosa, Quickly in ‘Falstaff’ van Verdi, Emilia in ‘Otello’ van Verdi en Frau von Hufnagel in ‘Der junge Lord van H.W. Henze.

Haar stem is vastgelegd op studio-opnamen. Zo zong zij de partij van Ismene in een studio-opname van de opera ‘Antigonae’ van Orff naast Inge Borkh (1963, DG) en werkte zij in de altpartij mee aan opnamen van ‘Magnificat’  en ‘Messe in F-groot’ van Bach (1964, Erato).

Claudia Hellmann overleed in Bad Feilnbach.

Lees in Trauer.de

Kijk op YouTube

© Bayreuther Festspiele