***
© DNO
Amsterdam, 18 maart 2017

Niets onheilspellends aan DNO ‘Wozzeck’

MUZIKAAL

1. Is men trouw aan de muziek of zijn er veranderingen? *****
– De Nationale Opera (DNO) brengt voor het eerst in bijna 20 jaren weer een nieuwe productie van de opera ‘Wozzeck’ (Berlijn, 1925) van Alban Berg (1885-1935) naar Het Muziektheater. De drie akten en vijftien scènes worden integraal zonder pauze gespeeld en de uitvoering van de opera duurt iets meer dan anderhalf uur. De voorstellingsreeks bevat zeven uitvoeringen.

2. Zijn de zangers rollendekkend? ****
Christopher Maltman schetst de getergde titelheld passend eenkleurig en zingt de noten in wisselende mate nauwkeurig. De Nederlandse Eva-Maria Westbroek voegt met Marie een nieuwe glansrol aan haar repertoire toe. Zij zingt expressief, voert de zangnoten perfect uit, biedt een interessante frasering en is zelfs in het Sprechgesang muzikaal. De Nederlandse tenor Frank van Aken heeft voor de Tambourmajor het passende Heldengeluid – vocaal “Wie ein Baum!” – en vertolkt de partij uiterst zorgvuldig. Marcel Beekman is een geschikte buffotenor voor de dubbelrol van Hauptmann/Der Narr en treft alle noten goed. Jason Bridges maakt vocaal indruk als Andres en bijt zich goed vast in de noten. Willard White heeft niet de buffobas/Schwarze bas voor Der Doktor en is niet altijd even accuraat.

3. Is de dirigent betrokken bij het podium? **
– Dirigent Marc Albrecht heeft te weinig belangstelling voor het gebeuren op het toneel en lokt daardoor geen muzikale reactie en commentaar van het orkest op het drama op de bühne uit.

4. Vormen de (koor- en) orkestleden onderling en samen een eenheid? ***
– Het grote Nederlands Philharmonisch Orkest speelt hard en nog niet helemaal op zijn gemak. Het Koor van DNO en het Nieuw Amsterdams Kinderkoor maken indruk door precisie.

DRAMATURGISCH

5. Wordt er een verhaal verteld? **
– Regisseur Krzysztof Warlikowski (Szczecin, 1962) komt uit de theaterwereld, maakte in 2006 zijn operadebuut met ‘Iphigénie en Tauride’ in het Palais Garnier van Parijs en debuteert nu elf jaren later bij DNO. De handelingselementen van ‘Wozzeck’ – de agressie en ontrouw jegens Wozzeck en de waanzin en agressie van Wozzeck – houdt hij te klein en ook het onheilspellende van ‘Wozzeck’ wordt in deze enscenering niet goed getroffen.

6. Komt de enscenering overeen met het libretto? ***
– Kinderen spelen een bijzondere rol in ‘Wozzeck’. Warlikowski benut dit door voor aanvang van de opera kinderen vijf minuten te laten dansen, maar dit duurt te lang. Het kind van Marie en Wozzeck is in deze enscenering te oud (WOZZECK: “Weisst noch, Marie, wie lang’ es jetzt ist, dass wir uns kennen?”; MARIE: “Zu Pfingsten drei Jahre”). Daarnaast is hun zoon in deze productie te wijs, want in het libretto lijkt hij de dood van zijn ouders niet in zich op te nemen, terwijl in de enscenering hij de organen laat verdrinken. Bovendien verraadt Warlikowski aan het begin reeds het einde door de projectie van een synopsis (“onmiddellijk” is overigens met dubbel l). Daarentegen is vooral de personenregie rondom Marie scherp. Haar contact met haar zoon is door Warlikowski sterk uitgediept tot een hartverscheurend pathologische relatie.

7. Hoe is de esthetiek en functionaliteit van de vormgeving? **
– De opera speelt zich af in slechts twee afwisselende decors vol kleurrijk plastic. Door alle drie akten en vijftien scènes hierin te laten plaatsvinden, krijgt men niet het verknipte beeld van het leven van Wozzeck.

8. Hoe is de integratie regie-muziek? ***
– De stijl van Warlikowski is een theatrale benadering, die zich vooral op gebeurtenissen concentreert en niet zozeer op de muziek. Zo worden de prominente muzikale thema’s als de treurmars en de voorliefde voor militair vertoon niet aangewend. Wel gebruikt hij twee van de drie voorgeschreven “onstage ensembles” plus een piano in III,3.

ALGEMEEN

9. Is de productie artistiek innovatief? **
– De enscenering is niet zeer origineel en een typisch product van de Oost-Europese chique met veel glitter, glamour en gay.

10. Is de productie onderscheidend of spraakmakend? **
– De benadering van Warlikowski is niet erg verschillend van die van andere theaterregisseurs en bouwt voort op die van collega’s als Andrea Breth, Günther Krämer en Martin Kušej.

11. Is er Nederlandse betrokkenheid bij de productie (zangers, regisseur, ontwerpers, dirigent)? *****
– DNO heeft ten langen leste het Nederlandse operadroompaar geëngageerd. Sopraan Eva-Maria Westbroek treedt bij DNO in twaalf maanden in maar liefst drie producties op en Frank van Aken is na 23 jaren – in 1994 de Sjofele Arbeider in ‘Lady Macbeth van Mtsensk’ – dan eindelijk bij DNO te bewonderen. Marcel Beekman zingt de noten van de Hauptmann/Der Narr zeer nauwkeurig en de talentvolle Morschi Franz stelt zich tevreden met de bijrol van de 2. Handwerksbursche.

12. Hoe is het bezoekersaantal in verhouding tot de zaalcapaciteit? *****
– De première van ‘Wozzeck’ was uitverkocht, terwijl de beschikbaarheid van toegangskaarten voor de overige voorstellingen overvloedig is.