***** De componist Joseph Beer (1908-1987) werd geboren in het stadje Chodorów bij Lwów in Galicië, dat na de Lwów-pogrom van 1918 onderdeel van Polen werd totdat de Tweede Wereldoorlog uitbrak. Beer werd al in 1927 toegelaten tot de Staatsakademie und Hochschule für Musik in Wenen om te gaan studeren bij Joseph Marx. Na zijn studie toerde Beer door Palestina en ontmoette daar de librettist Fritz Löhner-Beda, die onder de indruk was van zijn composities. Hun eerste samenwerking was de operette ‘Prinz von Schiras’, die op 31 maart 1934 met succes in première ging. De 25-jarige Beer werd door de critici opgemerkt als de nieuwe Lehár. Voor de tweede operette van Beer verzekerde Löhner-Beda de medewerking van Alfred Grünwald, de librettist van Kálmán. Dit werk ‘Polnische Hochzeit’ beleefde haar wereldpremière op 4 april 1937 in Zürich en was een gigantisch succes. Na de première werd de operette in acht verschillende talen en op veertig Europese podia opgevoerd. Maar ‘Polnische Hochzeit’ betekende de climax én einde van de carrière van Beer. Na de Anschluss van Oostenrijk in 1938 moest de Joodse Beer vluchten naar Zuid-Frankrijk waar hij de gehele Tweede Wereldoorlog ondergedoken zat. Zijn ouders, zijn zuster en Fritz Löhner-Beda werden vermoord in Auschwitz. Beer heeft dit verlies nooit kunnen verwerken, trok zich terug uit de muziekwereld, bleef in Nice wonen en heeft na de Tweede Wereldoorlog nauwelijks toestemming meer gegeven om ‘Polnische Hochzeit’ op te voeren. Op 22 november 2015 werd in het kader van de sterfdag van Beer – 23 november 1987 – in het Prinzregententheater van München ‘Polnische Hochzeit’ concertante opgevoerd. De live-registratie daarvan is nu op CD uitgebracht met aanvullingen van opnamen van een dag ervoor (repetities?). ‘Polnische Hochzeit’ is een heerlijke operette met opera-achtige finales à la Lehár, de volkse buffo-duetten van Kálmán en de danshits van Paul Ábráhám. In de eerste vijf minuten is de toon al gezet door het Vorspiel vol anticipatie in mineur en met tremolandi violen, het Poolse vluchtelingenkoor en de melancholische toon van Graf Boleslav die verlangt naar zijn Jadja. Heerlijk ook de Klezmer invloeden en de Joodse volksmuziek. ‘Polnische Hochzeit’ is een caleidoscoop van kleuren en een pulserend samenspel van stijlen. Het verhaal speelt zich af in 1830 in het door Rusland bezet Polen. Graaf Boleslav keert naar huis terug en moet zijn jeugdliefde Jadja afstaan aan zijn rijke oom Staschek. Maar Suza – de bedrijfsleidster van het landgoed van Jadja’s vader Oginsky – vindt een manier om het huwelijk te verhinderen en brengt Boleslav en Jadja weer bij elkaar. De Duitse sopraan Martina Rüping is een prachtige Jadja. Luister naar haar Entrée in de eerste akte “Wenn die Mädels zur Mazurka geh’n”, dat zij met warme melancholie zingt. De Oostenrijkse tenor Nikolai Schukoff is een uitstekende Boleslav met een goed gevoel voor operette en schitterende topnoten. Luister in de eerste akte naar zijn Entrée en de fantastische mazurka “Polenland, mein Heimatland” en in de tweede akte naar zijn gepassioneerde “Du bist meine große Liebe”. De sopraan Susanne Bernhard zingt in München een thuiswedstrijd. Zij is schitterend als de intrigante Suza, gezongen met warme stem en geweldig geacteerd. De Duitser Michael Kupfer-Radecky portretteert Graaf Staschek met een indrukwekkende, brede en open bariton. De operette bevat verder fraaie, romantische duetten als “Schenk mir das Himmelreich” en “Herz an Herz” van Boleslav en Jadja en de buffo-duetten als de Charleston “Katzenaugen” en “Muss man denn” van Suza en Casimir! Heerlijk ook de dansen in de tweede akte tijdens de huwelijksvoorbereidingen zoals de Polonaise-opening en het marslied “Eins, zwei, drei” en in de derde akte het walskwartet “Das ist der Walzer der Liebe”. Ulf Schirmer is de ideale dirigent voor ‘Polnische Hochzeit’ en leidt het Münchner Rundfunkorchester door een weelderige lezing. Een uitgave van grote betekenis!
CPO 5550592 (2CDs)
***** De Zwitserse componist Frank Martin (1890-1974) had een sterke band met Nederland. In 1946 verhuisde hij naar Amsterdam en vanaf 1956 woonde hij in Naarden, waar hij in 1974 overleed. Zijn cantate ‘Maria Triptychon’ voor sopraan, viool en orkest beleefde in 1969 haar wereldpremière in Rotterdam, maar op 14 augustus 1968 was al het centrale deel van dit drieluik voor het eerst uitgevoerd in het Kunsthaus van Luzern. Het label Audite heeft nu een opname van deze eerste uitvoering van het ‘Magnificat’ teruggevonden in de archieven en op CD uitgebracht. Martin schreef het werk voor zijn vrienden de violist Wolfgang Schneiderhan en diens vrouw sopraan Irmgard Seefried – die ook de wereldpremière in Rotterdam zouden uitvoeren – en het deel bestrijkt met zijn elf en halve minuut de helft van het uiteindelijke ‘Maria Triptychon’. Het ‘Magnificat’ stuwt naar een intense gevoel van vreugde en overweldigende achting als Maria het één en ander doorziet en haar zending aanneemt. De terughoudende Schneiderhan en de expressieve Seefried geven een enorme zeggingskracht aan het stuk. Ieder woord en elke noot is duidelijk en krijgt de juiste lading. De Nederlandse dirigent Bernard Haitink dirigeerde tijdens deze première het Schweizerisches Festspielorchester en geeft aan de voortdurende ontwikkelingen en variaties in de muziek een goede eenheid en een zeer krachtige en spannende sfeer. Op deze CD verder nog Schneiderhan als solist in het Vioolconcert in A-groot, KV 219 van Mozart onder leiding van Paul Hindemith (Luzern, 1953) en het Vioolconcert No.1 van Hans Werner Henze onder leiding van Ferdinand Leitner (Luzern, 1964). Er bestaat overigens een live-opname van het complete ‘Maria Triptychon’ op CD (label Jecklin-Disco) van 3 september 1970 uit Genève met het duo Schneiderhan / Seefried onder leiding van de componist zelf.
Audite 95.644 (1CD)
**** De Poolse componist Oskar Kolberg (1814-1890) was in Warschau een goede bekende van Fryderyk Chopin en ontdekte bij hem de inspiratie door volksmuziek en -melodieën voor zijn eigen composities. Kolbergs opera ‘Król Pasterzy’ werd in 1853 met succes opgevoerd in het Teatr Wielki in Warschau. Kolberg stopte echter al vroeg in zijn leven met componeren, want daarnaast had hij ook nog andere activiteiten. Hij was tevens uitgever en documenteerde en publiceerde meer dan 500 liederen. Daarnaast schreef hij artikelen voor vakbladen over muziektheorie en –geschiedenis en tevens biografieën over musici. Voor zijn eigen liederen gebruikte Kolberg teksten van hedendaagse auteurs. Helaas worden zijn liederen nauwelijks nog opgevoerd. Vorig jaar bracht het Poolse label Dux een CD uit met liederen van Kolberg en nu presenteert het Poolse label Acte Préalable de nieuwe CD ‘Pieśni na głos z fortepianem’ met van hem 21 liederen, die nu voor het eerst op CD verschijnen. De registratie van deze nieuwe CD was op 20 en 21 september 2013 in Poznań. De liederen van Kolberg raken een romantische snaar en zijn ontleend aan de folklore. Opvallend zijn de virtuositeit, cantilena, lyrische melodieën en sterke gevoelsuitdrukkingen. Er is een breed palet aan klankkleuren en een weelde aan harmonische verschuivingen. De lyrische tenor Wojciech Maciejowski is te horen in twaalf liederen, waaronder de serenades “Pod twym okienkiem” en “Do dziewczyny”, het melancholische “Wyjazd” en het levendige dansje “Krakowiak”. De Poolse sopraan Iwona Kowalkowska zingt negen liederen, waaronder het liefdeslied “Zakochana”, het nostalgische “Westchnienie za rodzinną chatką” en het treurige “On zginął”. Andrzej Tatarski begeleidt zinrijk op fortepiano. De geluidskwaliteit van de registratie is nogal ruimtelijk. Het CD-boekje bevat een beknopt essay met liedteksten maar helaas zonder vertaling en dat maakt de CD niet heel geschikt voor een internationale markt. Toch voor de discografie van Oskar Kolberg een belangrijke CD.
Acte Préalable AP0300 (1CD)
*** De Franse countertenor Philippe Jaroussky is “hot” en alles wat hij aanpakt lijkt succesvol. Als opmaat voor zijn huidige tournee is zijn nieuwe CD ‘Sacred Cantates’ verschenen met cantates van de componisten Johann Sebastian Bach en Georg Philipp Telemann. Jaroussky nam de CD tussen 12 en 19 december 2015 in het Ensemblehaus te Freiburg met het Freiburger Barockorchester. Bach schreef zo’n 300 cantates, waarvan slechts twaalf voor solozanger. Van deze twaalf solocantates opent de CD met ‘Vergnügte Ruh’. De cantate heeft een pastorale openingsaria, een klaagzang als centrale aria en een paradoxaal vrolijk slotdeel “Mir ekelt mehr zu leben”. Interessant ook de begeleiding op orgel, die hier gespeeld wordt door Juan de la Rubia. In 2017 is het 250 jaar geleden dat Bachs vriend Telemann in Hamburg overleed. De componist uit Maagdenburg schreef maar liefst 1700 cantates en de cantate ‘Die stille Nacht’ bewijst dat er nog veel aan Telemann te ontdekken valt. De spannende opening houdt het midden tussen aria en recitatief met pulserende strijkers als de angstige hartkloppingen van Jezus tijdens zijn wandeling op de Olijfberg. Opvallend lelijk gemixt blijkt de volgende, meer optimistische aria “Mein Vater!” op 1’09”. De chaconne “Kommet her” is één van verlossing, maar Jaroussky verbindt de “t” van “Kommet” met “her”, waardoor het klinkt als “Kommether”. De derde cantate op de CD is Bachs intieme ‘Ich habe genug’, een favoriet werk van de componist uit Eisenach zelf. De openingsaria zingt Jaroussky vol droefheid met hobo-begeleiding, de centrale aria is een slaapliedje over de dood vol nostalgie en het slotdeel is opnieuw een vrolijke aria “Ich freue mich auf meinem Tod” in anticipatie op het spirituele leven na de dood. De laatste ademhalingen van Jezus klinken op de CD in de vierde cantate ‘Jesus liegt in letzten Zügen’ van Telemann. De beeldschone openingsaria is vol pathos met zuchtende hobo’s en de centrale aria “Mein liebster Heiland” is meer ontspannen. De slotaria is opnieuw een viering van het vrolijke weerzien met de hemel, waarin de hoge instrumenten stilvallen in de cadens. Philippe Jaroussky is een gevoelige zanger. Zijn stem is prachtig egaal en opmerkelijk solide in de laagte. Het dunne geluid blijft een kwestie van smaak, zo ook het glijden naar de noten toe, het iets te laat aanzetten van de noten, het afkappen van de laatste noot van een frase en het gebrek aan legato. De klank van het Freiburger Barockorchester onder leiding van violiste Petra Müllejans is compact. Het CD-boekje bevat een beknopt, maar uitstekend essay van Simon Heighes en alle teksten met Franse en Engelse vertaling. Bovendien is Philippe Jaroussky in deze luxe-uitgave ook in een 23-minuten durende documentaire op DVD te bewonderen tijdens de opnamen van ‘Ich habe genug’. Luister ook eens naar Andreas Scholl in ‘Vergnügte Ruh’ bij Philippe Herreweghe op de CD-opname van Harmonia Mundi (1997) en ‘Ich habe genug’ met het Kammerorchester Basel voor Decca (2011).
Erato 0825646491599 (1CD)
*** De Griekse componiste Eleni Karaindrou (1941) is vooral bekend door haar muziek voor films, TV-series en theaterproducties. Zij studeerde piano en muziektheorie aan de Hellenikon Odeion en verhuisde in 1967 aan het begin van het Kolonelsregime naar Parijs, waar zij etnomusicologie en orkestratie studeerde. Na de val van Papadopoulos en de terugkeer van de democratie in 1974 keerde zij terug naar Athene. Sinds 1976 werkt Karaindrou samen met het platenlabel ECM Records, dat inmiddels resulteerde in een aantal interessante projecten. In november 1980 werd haar compositie ‘David’ uitgevoerd door het gezelschap Amphitheatron van Spyros Evangelatos, die op 24 januari 2017 overleed. Een live-uitvoering op 19 november 2010 in het de concerthal Megaron van Athene is nu op CD verschenen. ‘David’ is een sfeervol werk in dertien delen met een lengte van driekwartier. De 18e-eeuwse tekst is van een onbekende dichter van het eiland Chios. De stijl van Karaindrou klinkt geïnspireerd door middeleeuwse invloeden en de muziek is sympathiek en beeldend. De mezzosopraan Irini Karagianni zingt in vier delen. Luister naar haar nostalgische klank “The good things in life” en het weemoedige “When I see”, dat is opgedragen aan Maria Callas. De bariton Tassis Christoyannopoulos is te horen in de dans van de “Devils” en in het sombere “David’s lament”. Een hoofdrol is verder weggelegd voor de bekende Amerikaanse altvioliste Kim Kashkashian in zes delen. Treurig, droefgeestig, mistroostig, melancholisch, zwaarmoedig; ‘David’ is niet geschikt voor luisteraars met een neiging tot depressiviteit. Pas de laatste twee delen geven een hoopgevende draai aan het werk. Het instrumentaal ensemble Camerata speelt nauwkeurig onder leiding van Alexandros Myrat en het gemengd koor ERT zingt geconcentreerd onder leiding van Antonis Kontogeorgiou. Het CD-boekje bevat de Engelse vertaling van de teksten.
ECM New Series ECM 2221 (1CD)
*** De Amerikaans-Franse coloratuursopraan Julia Kogan nam in 2011 voor het label Rideau Rouge Records al de originele CD ‘Troika’ op met muziek van acht hedendaagse componisten. Voor haar nieuwe solo-CD voor het label First Hand Records stond zij tussen 29 en 31 augustus 2011 in de Champs Hill Studio in West Sussex. Het resultaat van die opname is ‘In Jest – Comic Art Songs; From Baroque to Contemporary’ met 25 geestige liederen. De CD opent met “The Serpent” van Lee Hoiby, waarin Kogan de “s” gebruikt voor de ssssnake who ssssings… “Die Alte” van Mozart zingt zij met kostelijk jengelende toon van de oude vrouw. Een lach lokt zij uit met “(All women are) So perverse” van Frank Bridge en als de vrouw die denkt dat iedereen bij haar verschijning mompelt “Amor” van William Bolcom. Van Isabelle Aboulker zingt zij “L’Inconstante” uit 2003 waarin Debussy om de hoek komt kijken en de coloraturen van Aboulkers “Je t’aime” zijn bij Kogan in goede handen. Luister ook naar de hilarische, geografische catalogus met minnaars in “Ich hab’ in Penna einen Liebsten wohnen” van Wolf en de heerlijke onzin lettergrepen in “Piccola Serenata” van Bernstein. Ieder lied heeft zijn eigen stijl en inhoud. Julia Kogan is een onderhoudende vertolkster en haar taalgevoel is prima. Pianist Tyson Deaton begeleidt met plezier. Het CD-boekje bevat biografieën van de musici, een klein essay van de sopraan zelf en alle liedteksten met tussendoor diverse citaten van Colin Firth en Oscar Wilde tot Churchill en Ivana Trump.
First Hand Records FHR42 (1CD)