****
© Volker Beinhorn
Braunschweig, 28 oktober 2016

‘The Crucible’ een unieke belevenis

‘The Crucible’ van Robert Ward is één van de belangrijkste opera’s van de tweede helft van de 20ste eeuw, want het is een fascinerend, wetenswaardig en belangrijk werk. Het Staatstheater Braunschweig heeft ‘The Crucible’ op het repertoire genomen in een enscenering van de filmregisseur Hugh Hudson. En maar liefst twee Nederlandse baritons zingen hoofdrollen.

Het toneelstuk ‘The Crucible’ van Arthur Miller uit 1953 was reeds verfilmd in 1957 op een scenario van Jean-Paul Sartre en in 1996 op een scenario van Miller zelf. De Amerikaanse componist Robert Ward (1917-2013) bewerkte het toneelstuk tot een opera en de eerste opvoering hiervan was op 26 oktober 1961 in de New York City Opera. ‘The Crucible’ was de tweede van Wards negen opera’s. De Duitse première was in 1963 in het Staatstheater Wiesbaden in het Duits (zie YouTube) en het Staatstheater Braunschweig heeft de opera nu ruim vijftig jaren later in het Engels op het repertoire genomen.

Het aangrijpende verhaal gaat over de heksenprocessen van Salem in 1692. Diverse personen worden beschuldigd van hekserij door een groep meisjes en de aanstichtster Abigail – ex-minnares van John Proctor – beticht Johns echtgenote Elisabeth van satanisme. Uiteindelijk is het John die wordt opgehangen, omdat hij zijn overspel toegeeft, maar niet wil ondertekenen dat hij door de duivel bezeten zou zijn. Miller tekende het verhaal op als symbool van het McCarthyisme, toen de Verenigde Staten mensen veroordeelden op verdenking van communistisch activiteiten.

‘The Crucible’ is nog altijd actueel in een tijd van gerechtelijke dwalingen en discussies over vrijheid van meningsuiting. Voor de operaproductie in Braunschweig maakte de filmregisseur Hugh Hudson (Londen, 1936) echter geen hedendaagse bewerking. Hudson – in 1981 verantwoordelijk voor de regie van de aangrijpende film ‘Chariots of Fire’ die vier Oscars won – maakt met enscenering zijn operadebuut en laat het verhaal voor zichzelf spreken. In de eerste akte roepen de dansende meisjes in het bos de duivel op te midden van groene bladeren, acht dagen later is in de tweede akte het huis van John Proctor omgeven door dorre bladeren, in de derde akte hebben een paar dagen later de takken hun bladeren verloren en in de herfst van de vierde akte zijn ook de takken zelf verdord. Hudson voegt twee scènes toe: men ziet aan het begin van de eerste akte ziet men de heksendans van de meisjes en aan het begin van de vierde akte de scène waarin Giles Corey bezwijkt onder het gewicht waarmee men hem martelt. De aanvullingen zijn illustratief en de sfeervolle enscenering zonder poespas werkt goed.

De veeleisende vocale partijen van ‘The Crucible’ worden stuk voor stuk erg goed gezongen. De Nederlandse bariton Peter Bording zet het geplaagde personage van John Proctor voortreffelijk neer. Zijn stem bezit een schitterende hoogte en zijn vertolking van de aria “I’ve forgotten Abigail” in de tweede akte was prachtig. Een aangename verrassing was de Nederlandse bariton Wiard Witholt die inviel als Thomas Putnam. Witholt studeerde de partij in slechts een week in. Zijn mooie, slanke bariton en uiterst verstaanbare dictie komen in dit repertoire uitstekend tot hun recht. De Turkse bas Selçuk Hakan Tiraşoğlu is een fantastische dominee Hale met een uitzonderlijk bronzen en zware bas. En ook de mezzosopraan Anne Schuldt (Elisabeth), de lyrische sopraan Moran Abouloff (Abigail) en de soubrette Mirella Hagen (Mary) zijn prima gecast.

Het Staatsorchester Braunschweig verklinkt de tragedie en de opwindende en immense kracht van de partituur uitstekend onder leiding van de Amerikaanse korrepetitor van het Staatstheater Braunschweig Samuel Emanuel. De dirigent houdt goed het deksel op het volle orkest.

De productie in Braunschweig is een unieke gelegenheid om ‘The Crucible’ live in een operahuis mee te kunnen maken. Dankzij de vertrekkende intendant Joachim Klement bracht het Staatstheater Braunschweig uiterst interessant repertoire – waaronder ‘La Falena’ en ‘Wuthering Heights’ – en hopelijk toont zijn opvolgster evenveel belangstelling voor dit aantrekkelijke repertoire.