***** ‘Wuthering Heights’ is de tweede opera van de Amerikaanse componist Carlisle Floyd (1926). De opera beleefde op 16 juli 1958 zijn wereldpremière bij de Santa Fe Opera en een herziene versie van de opera werd in de herfst van 1959 opgevoerd door de New York City Opera met in de hoofdrollen Phyllis Curtin (die Catherine ook bij de wereldpremière zong), Patricia Neway en Richard Cassilly. De Florentine Opera in Wilwaukee nam ‘Wuthering Heights’ op 9 en 11 januari 2015 in het Harris Theater in de Amerikaanse plaats Brookfield op voor de CD. Ongelooflijk maar waar is het is de eerste opname van de opera! Carlisle Floyd toont in ‘Wuthering Heights’ zijn gevoel voor theater en drama. De muziek is krachtig, excentriek en catastrofaal en bezit een typische “folk” klank en modale kleuren. Evenwel heeft ‘Wuthering Heights’ niet de zeggingskracht van Floyds eersteling ‘Susannah’. Floyd zelf schreef het libretto voor ‘Wuthering Heights’ – zoals hij dat bijna voor al zijn opera’s doet – en hij baseerde het verhaal op het gelijknamig roman van de Engelse schrijfster Emily Brontë. Hij volgt niet nauwgezet het verhaal van Brontë, maar vertelt het op vrije wijze. Floyd houdt zich in de proloog en drie akten ook niet aan de jaartallen van Brontë – 1801 voor de eerste drie hoofdstukken bij Brontë en in de proloog van Floyd 1835 – en wat bij Brontë in 31 hoofdstukken zo’n twintig jaren duurt, vangt Floyd in vier jaren. Het ensemble van de Florentine Opera wijdt zich gedreven aan het belangwekkende project. Kelly Markgraf zingt een viriele Heathcliff met kernachtige bariton en heeft een indrukwekkende monoloog “Was there ever another place” in de finale I. De sopraan Georgia Jarman is een mooi lyrische Catherine. Luister naar haar ontroerende “I’ve dreamt in my life” in de finale II. De tenor Chad Shelton laat goed de frustraties van haar broer Hindley voelen en de tenor Vale Rideout en de sopraan Heather Buck zijn passend bezet als broer en zus Linton. De mezzosopraan Susanne Mentzer is een expressieve Nelly, de huishoudster van Wuthering Heights. Overigens stelt Cathy haar in de tweede akte voor aan haar broer Hindley als “my old nurse”, terwijl hij Nelly drie maanden eerder in de eerste akte ook al tegenkwam… Het Milwaukee Symphony Orchestra ontsluiert onder leiding van dirigent Joseph Mechavich de bloeiende kleuren van de partituur. In het CD-boekje een essay van de componist, waarin hij ‘Wuthering Heights’ als zijn beste opera erkent. Het afgedrukte libretto komt trouwens niet helemaal overeen met de gezongen tekst. Evenwel een uiterst belangrijke opname in de discografie van de Amerikaanse opera. Voor liefhebbers van ‘Wuthering Heights’ is ook nog de operaversie van de Amerikaanse componist Bernard Herrmann uit 1951 een aanrader!
Fresh Reference Recordings FR-721SACD (2CDs)
***** ‘The Young Person’s Guide To The Orchestra’ van de Engelse componist Benjamin Britten (1913-1976) beleefde op 15 oktober 1946 zijn wereldpremière in Liverpool. Britten ontleedt in dit educatieve werk een thema uit de toneelmuziek ‘Abdelazer’ van de componist Henry Purcell en voegt het vervolgens weer samen door middel van thema’s en variaties. Elk muziekinstrument en elke sectie aan instrumenten wordt gepresenteerd. De muziek begint met het gehele orkest, gevolgd door de houtblazers, koperblazers, strijkers en slagwerkers. De variaties worden achtereenvolgend gespeeld door piccolo’s en dwarsfluiten, hobo’s, klarinetten, fagotten, violen, altviolen, cello’s, contrabassen, harpen, hoorns, trompetten, trombones en tuba en slagwerk. Het slot wordt gespeeld op de wijze van een fuga, waarbij de diverse groepen na elkaar hun stem toevoegen om uiteindelijk in het beginthema samen te eindigen. Edwin Rutten nam in 2012 zijn verhaal bij ‘The Young Person’s Guide To The Orchestra’ op rijm op voor CD in de serie ‘Aangenaam Klassiek voor Kids’. De muziek werd gespeeld door het City of Birmingham Symphony Orchestra onder leiding van Simon Rattle. Deze eerdere opname van ‘The Young Person’s Guide To The Orchestra’ is nu door Rutten op een nieuwe CD samengevoegd met een jazzversie van dit werk. Voor ‘The Young Person’s Guide To The Big Band’ nam hij het thema van Purcell en de compositie van Britten als uitgangspunt en goot het in jazzvorm, waarin het Jongetje Bebop de hoofdrol speelt. Rutten vertelt over de secties in de Big Band, welke instrumenten er voorgeschreven zijn en over de termen “swing” en ‘improvisatie”. Arrangeur, componist en bandleider Konrad Koselleck schreef de jazzmuziek, die in de studio werd opgenomen door zeventien musici van zijn Konrad Kosseleck Big Band. Hij laat het basismateriaal van Purcell te laten klinken als muziek van jazzhelden als Duke Ellington, Benny Goodman, Count Basie, Glenn Miller, Dizzy Gillespie en Thad Jones. Edwin Rutten behandelt de materie op zijn unieke, innemende wijze en onderwijst met enthousiasme, plezier en humor. Het CD-boekje bevat fraai illustraties van Milo en een educatieve woordenlijst. Een leerrijke CD voor zowel jonge als oudere liefhebbers van klassieke én populaire muziek!
Warner Classics 5054197209550 (1CD)
***** De Poolse sopraan Agata Zubel nam tussen december 2013 en juni 2014 in Warschau de CD ‘Dream Lake’ op met liederen van twee Poolse componisten. De CD opent met ‘Chantefleurs et Chantefables’ van Witold Lutosławski (1913-1994) op gedichten van de Franse surrealistische dichter Robert Desnos. Desnos was in de Tweede Wereldoorlog lid van het Franse verzet. Op 22 februari 1944 werd hij aangehouden door de Gestapo en gedeporteerd naar Auschwitz, vervolgens Buchenwald en uiteindelijk Theresienstadt. Een maand na de bevrijding van Theresienstadt werd de verzwakte Desnos pas herkend, maar hij overleed niettemin op 8 juni 1945 aan waarschijnlijk tyfus. Kort voor zijn arrestatie had Desnos zijn ‘Chantefleurs et Chantefables’ ingeleverd bij zijn uitgever. Lutosławski toonzette van de 80 gedichten negen teksten voor sopraan en ensemble en de cyclus ging in 1991 in Warschau in première. De Poolse componist en pianist Eugeniusz Knapik bewerkte de instrumentale partijen tot een pianobegeleiding en in die versie nam Agata Zubel ze op. De miniatuurtjes worden muzikaal gekenmerkt door bondige en natuurlijk vloeiende frasen. Ze zijn doorschijnend en er is een belangrijke rol voor de kleurrijke begeleiding. De korte verhaaltjes hebben ieder een moraal of boodschap en lyriek en humor volgen elkaar telkens op. Luister naar de onderbroken lijnen op het woord “saute” van de sprinkhaan in “La Sauterelle”; de droefheid van de liefde van de stier voor de veronica plant in het rustige “La Véronique”; het geestig “La Tortue”, waarin de schildpad plechtig zijn schoonheid bezingt; de serenade “L’Angelique”, een bekentenis van de mees aan de charmante engelwortel plant; en de onophoudelijke figuurtjes van de pianobegeleiding in “Le Papillon” als een invasie van vlinders. Stuk voor stuk kleine meesterwerkjes! Agata Zubel zingt ze schitterend subtiel en verfijnd en de Finse pianist Jonas Ahonen treft uitstekend het samenspel van de registers, de steeds veranderlijke densiteit en de verschillende klemtonen. Lutosławski was één van de favorieten van de pianist en componist Andrzej Czajkowski (1935-1982). In het westen Tchaikovsky genoemd verliet hij midden jaren vijftig Polen om zich uiteindelijk in Engeland te vestigen. Voor zijn biografie leze men ‘My Guardian Demon’. Beladen met het Holocaust syndroom, neurotisch en besluiteloos werd hij heen en weer geslingerd tussen het pianospel en compositie. Zijn ‘Seven Shakespeare Sonnets’ voor zang en piano dateren uit 1967 en zijn uiterst expressieve liederen; atonaal, elegant, ondersteund door een spannend contrapunt en met elementen van Bartók, Prokofiev en Schoenberg. Om te benadrukken worden woorden herhaald, noten langer aangehouden en sterkere akkoorden gebruikt. Nu eens is er melodische expressie dan weer Sprechgesang. Het eerste Sonnet 104 gaat over de eeuwige liefde vol bewondering en een vleugje nostalgie en is muzikaal kalm met fraaie lijnen. Sonnet 75 vol twijfel – en ook erotiek – krijgt een rusteloos contrapunt. Sonnet 49 gaat over een eventuele concurrent in de liefde en krijgt agressieve akkoorden in het derde gedeelte. De slaaploosheid van Sonnet 61, de jaloezie, het besef van de ongelijke liefde weerklinkt in het haperende en nerveuze vierde lied. Luister ook naar de pizzicatonoten op de snaren van de piano in Sonnet 89. En na het energieke Sonnet 90 keert in Sonnet 146 de kalmte terug met troost en holle akkoorden, nu eens ff dan weer pp. Agata Zubel zingt de liederen met goede expressie en fraaie kleuren en haar Engels is adequaat. Jonas Ahonen smult van de fantastische pianobegeleiding die Tchaikovsky uitdacht. Een waardevolle uitgave, aangezien het de enige beschikbare opname van de Tchaikovsky-liederen is. Alleen met slechts 43 minuten muziek is de CD enigszins aan de korte kant.
Accord ACD 216-2 (1CD)
***** De Engelse componist Michael Stimpson (1948) staat bekend vanwege zijn maatschappelijke betrokkenheid in zijn composities. In zijn Strijkkwartet nr.1 weerspiegelt hij het einde van de apartheid, ‘Clouds of War’ markeerde de 50ste verjaardag van het einde van de Tweede Wereldoorlog en zijn eerste opera heette ‘Jesse Owens’. Met ‘Age of Wonders’ herdacht hij de 200ste geboortedag van Charles Darwin en de cyclus ‘Dylan’ voor zang en harp componeerde hij in het kader van de 50ste sterfdag van de Weelse schrijver Dylan Thomas (1914-1953). De Engelse bariton Roderick Williams en de harpiste Sioned Williams namen ‘Dylan’ op 11 juli 2006 tijdens het Llandudno Festival op. Het werk bevat acht delen, die ieder bestaan uit een gesproken tekst plus een lied. Aan de hand van de schitterende teksten en gedichten van Dylan geeft de cyclus chronologisch een biografie van de controversiële en complexe schrijver. Aan bod komen zijn kindheid, schooltijd, zijn eerste baan en ontslag, zijn huwelijk, alcoholabuses, het vaderschap en de Tweede Wereldoorlog, zijn problemen met geld en ten slotte zijn plotselinge overlijden in New York in 1953. De teksten en liederen geven een goed beeld van de scherpzinnige en suggestieve schrijver en zijn werken. Stimpson treft vol begrip de beeldspraak, het geheimzinnigheid, de donkere sfeer, de verschrikking van de oorlog en de geheimzinnige teksten over Dylans vrouw. Roderick Williams heeft als spreker voortreffelijk de juiste toon van Dylan en diens teksten te pakken en hij zingt de liederen met gevoel, kleuren en diepte. De CD wordt aangevuld met ‘The Drowning of Capel Celyn’ voor harpsolo, dat Sioned Williams op 16 december 2014 in Londen opnam. Stimpson componeerde het vijfdelige werk ter nagedachtenis van de dramatische, opzettelijke overstroming van het dorp Capel Celyn in 1965 om een reservoir voor Liverpool te creëren.
Stone Records 5060192780550 (1CD)
***** De Metropolitan Opera van New York gaf de Amerikaanse componist John Corigliano (1938) in 1980 de opdracht om een opera te schrijven voor de 100ste verjaardag van het operahuis in 1983. Maar Corigliano had meer tijd nodig en ‘The Ghosts of Versailles’ beleefde pas op 19 december 1991 in de Met zijn wereldpremière. De reeks van zeven voorstellingen was een groot succes. Van de wereldpremière bestond al een video-uitgave – die overigens niet meer aangeboden wordt – en van opnamen van uitvoeringen van ‘The Ghosts of Versailles’ in februari en maart 2015 bij de Los Angeles Opera is nu een CD-registratie verschenen op het label Pentatone.
‘The Ghosts of Versailles’ bestaat uit twee akten en het Engelstalige libretto van William M. Hoffman is gebaseerd op ‘La Mère Coupable’ van Pierre Beaumarchais. Het verhaal is gecompliceerd. De geesten van Versailles en de slachtoffers van de Franse Revolutie komen bijeen en het is Marie Antoinette die nog altijd verlangt naar het leven. Beaumarchais is verliefd op haar en wil haar lot veranderen. Daarvoor laat hij Figaro opdraven die de gevolgen van de revolutie moet veranderen en ook Graaf Almaviva, Gravin Rosina en Susanna hebben deel aan het gebeuren. Een halsketting van Marie Antoinette dient haar te redden, maar uiteindelijk vermengen zich fictie en werkelijkheid en kan Beaumarchais niet verhinderen dat de geschiedenis zich herhaalt.
‘The Ghosts of Versailles’ weet te boeien door zowel de emotionele lading als ook de geestige situaties met muzikale satire en citaten. Corigliano beschouwde zijn opera als een menging van opera buffa, Grand Opéra, parodie, show, toneel en kamermuziek. Hij speelt met stijlen, verweeft citaten in zijn muziek en ontwerpt voor elke situatie klankwerelden. Er zijn aria’s, duetten, een kwartet, een kwintet en natuurlijk een buffo-finale. ‘The Ghosts of Versailles’ is een zeer Amerikaanse opera. Traditionalisme en invloeden van Europa worden besprenkeld met een vleugje Broadway. Deze stijlmelange, de uitdagende ritmen en het schimmige klanktapijt van de partituur worden op de nieuwe opname uitstekend uitgevoerd door het Los Angeles Opera Orchestra onder leiding van chefdirigent James Conlon.
Er zijn vele dankbare hoofdrollen en talrijke kleinere partijen. Bariton Christopher Maltman geeft goed gestalte aan de drijvende Beaumarchais. Zijn ode aan Marie Antoinette aan het begin van de tweede akte “I risk my soul for you” zingt hij ontroerend. Patricia Racette is een karaktervolle Marie Antoinette en portretteert de rol kleurrijk en met bezieling. De aria “They are always with me” aan het begin van de eerste akte zingt zij als een tragédienne, terugdenkend aan haar executie. Haar berustende aria “She must stay and ride the cart” in de finale van de opera vertolkt zij aangrijpend. Bariton Lucas Meachem is een ideale Figaro vol charme. Zijn parodie op “Largo al factotum” in de eerste akte “They wish they could kill me” zingt hij met de juiste melange van wanhoop en amusement. De tenor Robert Brubaker is een schitterend sinistere Bégearss. Zijn aria “Oh, the lion may roar” in de eerste akte verkondigt hij onheilspellend met begeleiding van elektronische muziek en de aria “Listen! Hear!” in de tweede akte is al even dreigend. En waar bij de wereldpremière Marilyn Horne voor een sensatie zorgde in de absurde scène van Samira, geeft nu de 65-jarige zangeres en actrice Patti LuPone haar geheel eigen vertolking. De bas van Kristinn Sigmundsson maakt diepe indruk als Louis XVI, de tenor Joshua Guerrero is een goede Almaviva, Guanqun Yu is een aantrekkelijke en betrouwbare Rosina en de mezzo Lucy Schaufer is een standvastige en moederlijke Susanna. De uitgave verschijnt in een fraaie cassette met mooi boekwerk inclusief essay’s van de componist en librettist, biografieën, een synopsis en het volledige libretto. Een opera die het waard is om eindelijk op CD te uitgegeven te worden.
Pentatone Classics PTC 5186 538 (2CDs)