19-04-2016

Op 18 april 2016 is de Amerikaanse countertenor Brian Asawa overleden.

Brian Asawa werd op 1 oktober 1966 in Los Angeles geboren. Hij nam zangles bij de tenor Harlan Hokin en daarna aan de UCLA bij Virginia Fox en Kari Windingstad. In 1991 was Brian Asawa de eerste countertenor die de Metropolitan Opera National Council Auditions won en met een Adler Fellowship trad hij toe tot het San Francisco Opera Merola Opera Program.

Brian Asawa maakte in 1991 zijn professionele operadebuut bij de San Francisco Opera in ‘Das verratene Meer’ van Henze. In 1992 maakte hij zijn debuut in New York tijdens de viering van de Mozart Bicentennial in Lincoln Center in de titelrol van ‘Ascanio in Alba’ van Mozart.

In 1993 maakte Asawa zijn Europese debuut bij De Nederlandse Opera als Orfeo in ‘Orfeo ed Euridice’ van Gluck. Ook in dat jaar won hij de Richard Tucker Career Grant. In 1994 was hij de eerste countertenor die de Plácido Domingo Operalia International Opera Competition won. Op 18 februari 1994 maakte hij zijn debuut in de Metropolitan Opera van New York als de Voice of Apollo in ‘Death in Venice’ van Britten. In 1999 en 2000 zong hij in de Met nog acht maal de rol van Tolomeo in ‘Giulio Cesare’ van Händel. Deze glansrol zong hij verder in Bordeaux, bij Opera Australia in Sydney, de Royal Opera House Covent Garden van Londen, l’Opéra de Paris, het Gran Teatre del Liceu in Barcelona, de Staatsoper Hamburg en De Nederlandse Opera.

Andere rollen uit zijn repertoire waren Orlovsky in ‘Die Fledermaus’ bij de San Francisco Opera en San Diego Opera, Arsamene in ‘Serse’ in Los Angeles, Keulen, Seattle en Genève, de titelrol in ‘Admeto’ in Sydney, Montpellier en Halle, Baba The Turk in ‘The Rake’s Progress’ in San Francisco en de Zweedse televisie, Fyodor in ‘Boris Godoenov’ in het Gran Teatre del Liceu, Endimione in ‘La Calisto’ in Brussel, Oberon in ‘A Midsummer Night’s Dream’ in San Francisco, Houston, Lyon en bij de London Symphony Orchestra, Farnace in ‘Mitridate’ bij de Opéra National de Lyon en l’Opéra de Paris, Nero in ‘L’Incoronazione di Poppea’ in Sydney, La Speranza in ‘L’Orfeo’ en L’Umana Fragilita/Anfinomo in ‘Il Ritorno d’Ulisse in Patria’ bij De Nederlandse Opera, David in ‘Saul’ en Belize in ‘Angels’ bij de Bayerische Staatsoper in München en Sesto in ‘Giulio Cesare’ in Toronto. Asawa zong ook modern repertoire, waaronder ‘Eight Songs for a Mad King’ van Peter Maxwell Davies. Jake Heggie schreef voor hem de compositie ‘Countertenor’s Conundrum’.

De countertenor van Brian Asawa is vastgelegd op talrijke studio-opnamen. Zo zong hij de rol van Farnace in ‘Mitridate’ (Decca), Arsamene in ‘Serse’ (Conifer) en Oberon in ‘A Midsummer Night’s Dream’ (Philips). Op DVD is hij te bewonderen in ‘Le Grand Macabre’ van Ligeti in het Gran Teatre del Liceu, in ‘Il Ritorno d’Ulisse in Patria’ (Opus Arte), ‘Boris Godoenov’ in het Gran Teatre del Liceu en ‘The Rake’s Progress’ (Kultur). Op CD en DVD verscheen zijn bijdrage aan ‘Messiah’ van Händel onder leiding van Marc Minkowski. Asawa nam vier recital CDs op met liederen van onder anderen Dowland, Edmund Campion, Rachmaninov en Ned Rorem. In 2014 bracht hij met de mezzosopraan Diana Tash nog een CD met duetten uit op het label LML Music met werken van Händel, Monteverdi, Purcell, Alessandro Scarlatti en Marco da Gagliano. Ook in 2014 richtte Asawa met Peter Somogyi het agentschap ‘Asawa and Associates’ op voor operazangers.

Brian Asawa werd 49 jaar. Andere belangrijke zangers die op jonge leeftijd overleden waren Jussi Björling (49), Enrico Caruso (48) en Leonard Warren (48).

Lees in Opera News